De zelfdeterminatietheorie (ZDT) is goed bruikbaar in veel contexten. ZDT kent niet alleen een praktische kant maar ook een uitgebreide theoretische kant (zie o.a. Ryan & Deci, 2017). Het begrijpen van deze onderliggende theorie helpt om de praktische suggesties die voortvloeien uit ZDT beter te begrijpen. Ik bespreek hier één van de belangrijke aspecten van de theorie, het principe van organismische integratie.
Dit artikel gaat over de kwaliteit van motivatie volgens de zelfdeterminatietheorie (ZDT). Ik concentreer me op de beste kwaliteit van motivatie: autonome motivatie en leg uit dat deze bestaat uit twee vormen: intrinsieke en geïnternaliseerde motivatie. Vervolgens leg ik uit dat er twee verkeerde manieren van denken bestaan over intrinsieke motivatie. Ten slotte kom ik tot de conclusie dat de balans tussen intrinsieke en geïnternaliseerde motivatie kunnen zien als een belangrijke sleutel tot succes in opleiding en werk.
Intrinsieke motivatie is de motivatie die voelen voor het doen van activiteiten die we leuk of interessant vinden. Veel onderzoek heeft laten zien dat intrinsieke motivatie bij ieder mens, ongeacht cultuur en leeftijd, aanwezig is en een belangrijke bron van volharding, groei en geluk is (lees meer hier, hier en hier). De mate waarin intrinsieke motivatie tot uiting komt, is afhankelijk van de mate waarin de psychologische basisbehoeften wordt voldaan (vooral aan autonomie en competentie maar mogelijk aan verbondenheid).
Werkt autonomie-ondersteunend onderwijs ook in andere culturen? Onderzoekers Yu et al. (2016) deden een longitudinale studie naar de effecten van autonomie-ondersteuning bij Chinese leerlingen die de overgang maakten van de basisschool naar het middelbaar onderwijs (N=236). De studie duurde 18 maanden. De onderzoekers namen op 4 momenten vragenlijsten af: in de herfst van de 1e klas (T1), in de lente van de 1e klas (T2), in de herfst van de 2e klas (T3) en in de lente van de 2e klas (T4).
Hoe vindt internalisatie van motivatie plaats? Het komt regelmatig voor dat we dingen moeten doen die we niet inherent leuk of interessant vinden. Als dit zo is hebben we een andere reden nodig om de activiteit toch gemotiveerd uit te voeren. Hierbij speelt motivatie-internalisatie een belangrijke rol. Bex Hewett deed onderzoek naar hoe internalisatie plaatsvindt.
Eén van de meest complexe taken die je als mens kunt hebben, is het opvoeden van kinderen. Omdat complexe taken vragen om een lerende houding is het misschien goed om eens te kijken wat de psychologie ons kan leren over het opvoeden van kinderen. Een goede plaats om te zoeken naar lessen is de zelfdeterminatietheorie.
Binnen de zelfdeterminatietheorie is al veel cross-sectioneel onderzoek gedaan naar motivatie in werk. Dit onderzoek heeft onder andere laten zien dat behoeftenondersteunend leidinggeven samenhangt met autonome motivatie en dat autonome motivatie samenhangt met meer tevredenheid, betrokkenheid en beter functioneren van medewerkers (zie onder andere dit onderzoek). Fernet et al. (2020) hebben nu een longitudinaal onderzoek gedaan waar bij ze hebben gekeken hebben naar hoe motivatie van medewerkers zich ontwikkelde over een periode van twee jaar.
In dit artikel beschrijf ik onderzoek van Pulfrey, Vansteenkiste & Michou (2019) over hoe verschillende soorten doelen samenhangen met onze neiging tot sjoemelen. Hun onderzoek geeft inzicht in hoe we de kans op sjoemelen kunnen verkleinen.
Veel leraren hebben de neiging om te denken dat het stellen van grenzen hetzelfde is als het inperken van de autonomie van de leerling. Als een leerling grensoverschrijdend gedrag vertoont (zoals het slaan van een ander kind) denken ze dat zogenaamd controlerend gedrag de enige effectieve optie is. Met controlerend gedrag bedoelen we hier dominant en eisend gedrag. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een autoritaire toon aanslaan, dreigen, eisen dat de leerling zijn mond dicht houdt en precies zeggen wat de leerling moet doen. Maar onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie heeft laten zien dat grenzen stellen en structuur aanbieden kan op een manier die niet autonomie-ondermijnend is (lees meer). Het bieden van structuur terwijl je de autonomie van de leerlingen blijft ondersteunen werkt het beste. Maar, zo vragen veel leraren zich af, kan dat wel bij zulk grensoverschrijdend gedrag van leerlingen? Avi Assor en zijn collega’s onderzochten dit in een 22 maanden durend project.
Binnen de zelfdeterminatietheorie is al jarenlang veel aandacht voor de positieve effecten van de ondersteuning van de psychologische basisbehoeften. Er is wat minder aandacht geweest voor de ondermijning van motivatie en functioneren door behoeftenfrustratie. Een nieuw onderzoek kijkt naar beide.
Met de afnemende rol van traditionele bronnen van betekenisvolheid (zoals religie) is de vraag prangend geworden hoe we betekenis kunnen vinden in ons leven.
Autonomie-ondersteuning door leidinggevenden hangt samen met allerlei gewenste aspecten van het functioneren van medewerkers. Een controlerende aansturing door leidinggevenden daarentegen hangt samen met uiteenlopende ongewenste aspecten. Een nieuw artikel van Kanat-Maymon et al. (2018) onderzoekt in hoeverre ogenschijnlijke effectiviteit van autonomie-ondersteuning te maken heeft met de acceptatie van het gezag van de leidinggevende. Via twee onderzoeken komen zij tot interessante inzichten.
In twee Chinese overheidsscholen werden enkele centrale ideeën en bevindingen van de zelfdeterminatietheorie getoetst (Nie et al., 2017). Specifiek werd onderzocht wat de effecten van beleefde autonomie-ondersteuning door leidinggevenden waren op de motivatie van de medewerkers (266 docenten) en op enkele belangrijke outputcriteria (tevredenheid over de eigen baan, werkstress en symptomen van zieke). De verwachtingen waren, op grond van eerder onderzoek, dat beleefde autonomie-ondersteuning (1) zou samenhangen met meer autonome motivatie (versus gecontroleerde motivatie) en (2) met meer werktevredenheid, minder stress en minder ziektesymptomen. De onderstaande figuur vat de bevindingen van dit onderzoek samen: Lees verder »
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Aharoni et al. (2024) heeft zich gericht op de vraag of mensen morele evaluaties…