Een van de vele terreinen waarvoor de zelfdeterminatietheorie (ZDT) relevant is, is leidinggeven (zie bijvoorbeeld hier). ZDT stelt dat een autonomie-ondersteunende manier van leidinggeven allerlei voordelen heeft, zoals een betere motivatie van medewerkers, meer welbevinden bij medewerkers en beter functioneren door medewerkers. Diverse onderzoeken hebben in het verleden al een samenhang laten zien tussen autonomie-ondersteunend leidinggeven en dit soort positieve uitkomsten. Een nieuwe meta-analyse (Slemp et al, 2018, k=83, N=32.870) geeft een gestructureerd overzicht van de correlaties tussen autonomie-ondersteunend leidinggeven en allerlei positieve uitkomsten bij medewerkers.
Verwachtingen in het onderzoek
De onderzoekers verwachtten dat autonomieondersteunend leidinggeven (LAS) samen zou hangen met 1) de vervulling van de drie bekende psychologische basisbehoeften, 2) een kwalitatief goede motivatie (autonome motivatie), en 3) diverse andere gewenste uitkomsten: a) algemeen welbevinden, b) stress-gerelateerde variabelen (hier werd een negatieve samenhang mee verwacht), c) bevlogenheid, d) werktevredenheid, en e) positief werkgedrag. Ook hadden de onderzoekers specifieke verwachtingen over de keten van psychologische processen die autonomie-ondersteunend leidinggeven te weeg zou brengen. Zij verwachten dat het eerst zou leiden tot vervulling van de basisbehoeften en dat dit zou leiden tot goede motivatie en dat dat zou leiden tot de overige uitkomsten. De onderstaande figuur vat deze verwachtingen samen:
Resultaten
Als eerste keken de onderzoekers naar correlaties tussen autonomie-ondersteunend leidinggeven en een groot aantal andere variabelen. De gevonden correlaties stemden overeen met de bovengenoemde verwachtingen van de onderzoekers. De onderstaande figuur toont een samenvatting van deze correlaties:
Als tweede voerden de onderzoekers enkele moderatoranalyses uit om te bekijken of er bijzondere omstandigheden te identificeren waren die de relatie tussen autonomie-ondersteuning en de uitkomstvariabelen konden veranderen. Ze keken naar mogelijke moderatoren als de afstand tot de leidinggevende, de landscultuur, het type publicatie en het type operationalisatie van autonomie-ondersteuning maar geen van deze variabelen bleek een significante moderator te zijn.
Als derde voerden de onderzoekers een padanalyse uit om hun hypothetische model te toetsen. Deze padanalyse leidde tot een kleine aanpassing van dit theoretische model (er was geen relatie tussen autonomie-ondersteuning en gecontroleerde motivatie) en bevestigde verder de verwachtingen. De onderstaande figuur toont het resultaat van de padanalyse.
Conclusie
Dit onderzoek bevestigt belangrijke voorspellingen uit de ZDT. Dit onderzoek was een meta-analyse van correlationele studies. Daarom kunnen geen uitspraken gedaan over causaliteit. We kunnen dus niet stellen dat autonomie-ondersteuning door leidinggevende de bovengenoemde positieve effecten veroorzaakt. Wel zijn de gevonden resultaten zeer bemoedigend en sporen ze aan tot meer experimenteel onderzoek naar de effecten van autonomie-ondersteuning door leidinggevenden.
Open Link
► Dit artikel (Ballart & Ripoll, 2023) gaat over hoe bepaalde soorten leiderschap de motivatie van werknemers in de publieke sector kunnen beïnvloeden. Het type leiderschap dat zij onderzochten heet “transformationeel leiderschap”. Dit is een vorm van leiderschap waarbij de leider zijn werknemers inspireert en motiveert om hun beste zelf te zijn en hun volledige potentieel te bereiken.
De onderzoekers wilden weten of dit soort leiderschap de motivatie van werknemers om openbare diensten te verlenen (de “PSM” – public service motivation) zou verhogen. Ze wilden ook weten of drie basisbehoeften, aan autonomie, competentie en verbondenheid, hierbij een rol speelden.
Zij vonden dat transformationeel leiderschap inderdaad PSM verhoogt. Zij vonden ook dat van de drie basisbehoeften, het bevredigen van de behoefte aan verwantschap het grootste effect had op het verhogen van PSM. Dit betekent dat leiders die ervoor zorgen dat hun werknemers zich verbonden voelen met elkaar en met hun werk, hun motivatie om het publiek te dienen kunnen vergroten.
Dit onderzoek is belangrijk omdat het leiders in de publieke sector praktisch advies geeft over hoe zij hun werknemers kunnen motiveren. Door zich te richten op het creëren van een omgeving waarin werknemers zich verbonden voelen, kunnen zij de motivatie van hun werknemers vergroten en zo de kwaliteit van de openbare diensten die zij leveren verbeteren.
Open Link
► Onderzoek van Haw & King (2023): positieve effecten van behoefteondersteunend leiderschap op behoefteondersteunend onderwijs, en de positieve associatie tussen behoefteondersteunend onderwijs en studentenbetrokkenheid.
Dit onderzoek onderzoekt de relatie tussen de perceptie van ondersteunend leiderschap en onderwijs, en de betrokkenheid van studenten vanuit het perspectief van de zelfdeterminatietheorie. Het richt zich op twee belangrijke aspecten: het faciliteren van behoefteondersteunend onderwijs door leraren en het effect ervan op de betrokkenheid van studenten.
Het onderzoek bestaat uit twee delen (Studie 1 en Studie 2) en is uitgevoerd als een tweedelig cross-sectioneel onderzoek. In Studie 1 werden 581 leraren en in Studie 2 werden 2283 studenten van 14 middelbare scholen in de Filippijnen betrokken.
In Studie 1 onderzochten de onderzoekers de associaties tussen de perceptie van behoefteondersteunend leiderschap, de autonome motivatie van leraren en behoefteondersteunend onderwijs. Ze ontdekten dat de perceptie van behoefteondersteunend leiderschap een positieve indirecte associatie had met behoefteondersteunend onderwijs, en dat deze associatie werd bemiddeld door de autonome motivatie van leraren.
Studie 2 richtte zich op de associatie tussen de perceptie van behoefteondersteunend onderwijs, de autonome motivatie van studenten en de betrokkenheid van studenten. De resultaten toonden aan dat de perceptie van behoefteondersteunend onderwijs een positieve en significante voorspeller was van studentenbetrokkenheid, gedeeltelijk via de autonome motivatie van studenten.
Het belang van dit onderzoek ligt in het begrijpen van de factoren die bijdragen aan behoefteondersteunend onderwijs en studentenbetrokkenheid vanuit het perspectief van de zelfdeterminatietheorie. Het benadrukt de cruciale rol van leiderschap en onderwijspraktijken die gericht zijn op het ondersteunen van de psychologische behoeften van zowel leraren als studenten.
Dit onderzoek benadrukt de positieve effecten van behoefteondersteunend leiderschap op behoefteondersteunend onderwijs, en de positieve associatie tussen behoefteondersteunend onderwijs en studentenbetrokkenheid. Deze bevindingen hebben implicaties voor schoolleiders en leraren om behoefteondersteunende praktijken te implementeren en te bevorderen, waardoor de motivatie en betrokkenheid van studenten worden versterkt.
Open link
► Dit onderzoek (Mogata et al., 2022), uitgevoerd onder 278 werknemers, onderzocht het belang van autonomieondersteuning vanuit verschillende bronnen (managers, collega’s en zelf) en hun invloed op de tevredenheid over autonomie en werkprestaties.
Het resultaat toont aan dat steun voor autonomie van anderen (vooral managers) en zelfgestuurd werken bijdragen aan tevredenheid over autonomie. Deze steun werd geassocieerd met betere prestaties, indirect via tevredenheid over autonomie en betrokkenheid bij het werk. Hieruit blijkt dat het bevorderen van autonomie op de werkplek leidt tot betere prestaties en betrokkenheid. Organisaties kunnen hierop inspelen door interventies te ontwerpen die gericht zijn op het verbeteren van autonomie en betrokkenheid, wat uiteindelijk leidt tot betere prestaties.