Voor het scheppen van een motiverende context op het werk of in de klas is het niet alleen belangrijk dat je bepaalde dingen wel doet (zoals het bieden van keuzes). Het is ook belangrijk dat je bepaalde dingen achterwege laat. Een nieuw onderzoeksartikel van Weinstein, Vansteenkiste & Paulmann (2020) belicht één van deze dingen die je beter achterwege kunt laten als je wilt dat mensen gemotiveerd raken: dwingend praten.
Hoe beïnvloedt onze communicatie de motivatie van onze toehoorders?
Als we willen dat mensen gemotiveerd raken, kunnen we verschillende strategieën kiezen. Eén type strategie is om zo te communiceren dat mensen een gevoel van keuzevrijheid en vrijwilligheid ervaren. Een andere strategie is om mensen onder druk te zetten door ze dwingend toe te spreken. Niet alleen de eerste strategie maar ook de tweede wordt veelvuldig toegepast in de opvoeding, in onderwijs en in werksituaties. In drie experimenten testten Weinstein et al. (2020) in hoeverre een dwingende manier van spreken weerstand opwekt. Met weerstand bedoelen we de neiging om het tegenovergestelde te gaan doen wat de spreker van je eist.
Dwingende inhoud en toon wekken weerstand op
- Hun eerste onderzoek leverde bewijs op dat sprekers die dwingende taal gebruikten, werden ervaren als meer onder druk zettend en minder ondersteunend en weerstandsreacties opwekten bij toehoorders.
- Het tweede onderzoek repliceerde dit effect en liet zien dat een dwingende stijl de belangrijkste voorspeller van weerstand was. Dit was het geval, zelfs als er rekening werd gehouden met de afgenomen warmte en de toegenomen macht die de spreker communiceerde via zijn taal.
- In het derde onderzoek werd gekeken naar de effecten van semantiek (inhoudelijke betekenis van de woorden) en prosodie (toon van de stem). Beide bleken, onafhankelijk van elkaar, dwang te communiceren en weerstand op te wekken. Wanneer beide tegelijk dwingend waren, werd in de sterkste mate weerstand opgewekt.
Discussie
Misschien vind je deze resultaten helemaal niet verrassend. Toch zie ik vaak dat ouders, docenten en leidinggevenden kiezen voor een dwingende communicatiestrategie. Blijkbaar zijn velen toch nog niet goed op de hoogte van hoe ondermijnend dit werkt voor de motivatie van hun kinderen, leerlingen of medewerkers. Misschien vraag je je af hoe dit kan. De reden is denk ik dat dwingende communicatie meestal wel heel snel een zichtbare reactie opwekt. Hoewel mensen weerstand voelen, zullen ze in eerste instantie misschien gedrag vertonen dat lijkt op medewerking. Door te schreeuwen tegen leerlingen krijgt de docent de klas misschien snel stil. Wat de docent misschien minder goed waarneemt, is dat de leerlingen weerstand voelen die hen belemmert om goed aan de slag te gaan en blijven. Hier kun je meer lezen over hoe het kan dat dwingende strategieën toch nog vrij populair zijn.
Beste Coert,
Opnieuw een scherp artikel. Is er een manier om bij het artikel van Weinstein, Vansteenkiste & Paulmann (2020) te komen? Ik stuit op de Uni Sussex waar ik moet inloggen. Via Uni Tilburg heb ik wel toegang tot de meeste bronnen, maar deze dus net niet.
Dank en groet,
Frans Vlek
NSPOH
Ik zie het probleem. Ik zal even kijken of ik een oplossing kan vinden
Denk jij dat deze informatie mensen helpt niet voor de dwingende manier te kiezen? Ik geloof van niet altijd.
Als mensen de overtuiging hebben dat een dwingende stijl effectief is, kan informatie helpen anders te handelen.
Ik vermoed dat het in veel gevallen het niet mogelijk is voor de persoon het anders te doen. Ik denk dat gebruik van dwingende taal voortkomt uit een stress reactie: een ‘fight’ reactie waarbij je, gedreven door een behoeftefrustratie van competentie of zelfbeschikking, escaleert naar meer dwingende maatregelen. Het vraagt dan vaardigheid in emotieregulatie om jezelf te kalmeren en niet in te gaan op de impuls om dwingende taal of overmacht te gebruiken. Vanuit de neurowetenschap bekeken is het limbische systeem in de alarm stand, waardoor je neocortex minder goed in staat is te reguleren.
Emotieregulatie bestaat dan uit cognitieve reappraisal (bij stress vanuit neocortex, door gedachtes) of het gewaarzijn van lichaamssensatie (bv focusing, indien de dreiging komt vanuit de neuroceptie ).
Een interessant onderzoek zou zijn om de volgende drie interventies te vergelijken :
1) informatie
2) cognitieve reappraisal (label gevoel)
3) felt sense (haal adem en voel iets wat rust geeft, bv voeten op de grond)
4) zelf compassie (benoem positieve behoefte onderliggende aan impuls tot dwang, bv rust, veiligheid, voorspelbaarheid, etc)
Welke zou effectiever zijn in het verminderen van dwang?
Bedankt voor je interessante reactie, Mark
Open link
► Dit artikel van Vrijders et al. (2024) stelt dat de manier waarop sprekers hun toon van stem gebruiken, of deze nu controlerend of autonomie-ondersteunend is, een significant effect heeft op hoe luisteraars druk, nabijheid, samenwerkingsintentie, en gevoelens van angst en boosheid ervaren. De auteurs baseren hun bevindingen op de zelfdeterminatietheorie, die stelt dat communicatie op een controlerende of autonomie-ondersteunende manier kan plaatsvinden. Waar eerdere studies vooral keken naar de inhoud van deze communicatiestijlen, onderzochten de auteurs in dit onderzoek of een experimenteel opgewekte controlerende versus autonomie-ondersteunende toon van stem verschillend voorspellende effecten heeft op hoe luisteraars zich voelen, zelfs na een korte blootstelling aan deze communicaties. In drie experimentele studies, uitgevoerd met volwassenen (Studie 1, N = 61; gemiddelde leeftijd = 31,51), ouders (Studie 2, N = 111; gemiddelde leeftijd = 44,73), en peuters (Studie 3, N = 189; gemiddelde leeftijd = 4,93), toonden multilevel analyses aan dat stemkwaliteit de meest kritieke akoestische parameter is die onderscheid maakt tussen controlerende en autonomie-ondersteunende prosodie. Zinnen uitgesproken met een hardere toon werden waargenomen als meer drukkend, wat leidde tot hogere niveaus van ervaren druk (in alle drie de studies). Luisteren naar zulke harde stemmen verklaarde waarom luisteraars zich minder nabij voelden en minder geneigd waren samen te werken met controlerende sprekers (Studie 2) en hogere niveaus van boosheid en angst rapporteerden (Studie 3). Voor het eerst laten de resultaten zien dat de toon van stem van een spreker een invloed heeft op luisteraars van alle leeftijden, waarbij zowel volwassenen als peuters meer maladaptieve effecten rapporteerden na het luisteren naar een controlerende toon van stem. De relevantie van dit artikel ligt in het inzicht dat het biedt in de impact van stemgebruik op sociale interacties en emotionele reacties, wat belangrijke implicaties heeft voor communicatiepraktijken in diverse settings, zoals opvoeding en onderwijs.