Hoe komt het dat gecontroleerde regulatie zo veel voorkomt?

Een cursist stelde me gisteren de vraag: “Hoe komt het toch dat een controlerende manier van aansturen en lesgeven zoveel voorkomt terwijl een autonomie-ondersteunende manier zoveel beter en prettiger werkt?” Ik zal hieronder proberen deze vraag te beantwoorden. Voordat ik dat doe, geef ik eerst een korte samenvatting van wat autonomie-ondersteuning en gecontroleerde regulatie inhouden. Uit veel onderzoek binnen de zelfdeterminatietheorie is gebleken dat autonome motivatie in allerlei opzichten veel beter werkt dan gecontroleerde motivatie. Een autonomie-ondersteunende manier van begeleiden en aansturen van mensen werkt dan ook beter dan een gecontroleerde manier van aansturen en begeleiden (gecontroleerde regulatie). Het onderstaande plaatje uit mijn boek Kiezen voor progressie (2016) vat de verschillen tussen autonome motivatie en gecontroleerde motivatie en hun verschillende effecten, samen:

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Kennen is doen

Terug naar de vraag: als autonomie-ondersteuning zoveel beter werkt dan gecontroleerd aansturen of opvoeden, hoe komt het dan dat deze laatste aanpak toch zo vaak voorkomt? Ik zie hiervoor verschillende redenen. Een eerste reden is dat we vaak geloven in wat we kennen. In de psychologie is dit verschijnsel bekend als het mere-exposure effect. Het betekent dat we een voorkeur hebben voor de dingen die waar we ervaring mee hebben. Als we bijvoorbeeld zelf op een autoritaire manier zijn opgevoed of worden aangestuurd dan vergroot dit de kans dat we zelf ook autoritair zullen optreden. Je zou deze eerste reden dus kunnen noemen: kennen is doen. Maar dit roept een nieuwe vraag op: waarom zijn we zelf dan autoritair opgevoed? Waarom was deze gecontroleerde manier van opvoeden überhaupt ooit populair?

We denken (onterecht) te zien dat het werkt

Dit heeft te maken met de beperktheid van onze eigen waarneming en intuïties als het gaat om zaken die te maken hebben met psychologie. Gecontroleerde regulatie werkt weliswaar in veel opzichten niet goed maar het lijkt wel degelijk goed te werken. De methoden van gecontroleerde regulatie, zoals dreigen, stemverheffing, straffen en het in het vooruitzicht stellen van een beloning, hebben vaak namelijk wel degelijk snel een effect op het gedrag van mensen. Een leraar die zijn klas bulderend toespreekt, krijgt de klas op dat moment waarschijnlijk snel stil. De leraar concludeert wellicht dat bulderend toespreken werkt en noodzakelijk is als leerlingen lastig zijn.

Maar schijn bedriegt. Er gebeurt veel meer dan dat de leerlingen op dat moment stil zijn. En deze andere dingen die ook gebeuren zijn minder gemakkelijk waar te nemen. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld bang worden voor de docent en/of een hekel aan de docent krijgen. De emotionele staat waarin ze terecht komen belemmert ook hun concentratie voor het vak waar ze mee bezig zijn. Angst en woede gaan niet goed gepaard met geconcentreerd leren. Ook kun je een vak moeilijk interessant gaan vinden op het moment dat je bang bent of een hekel aan de docent krijgt. Bovendien internaliseren leerlingen niet het belang van een rustige sfeer in de klas. Ze zwijgen omdat er gebulderd is, niet omdat ze snappen dat voor leren een zekere rust nodig is.

Ten slotte krijgen de leerlingen door het bulderen de indruk dat je als docent niet veel vertrouwen in hen hebt. Door te bulderen impliceer je dat rustig verzoeken om stilte en uitleggen waarom je dat verzoek doet bij hen toch niet zal werken. Niet al te lang geleden vertelde een docent die zelf autonomie-ondersteunend lesgeeft dat een leerling verbaasd vroeg: “Mevrouw, waarom schreeuwt u niet tegen ons? Iedereen schreeuwt altijd tegen ons.”

Conclusie

Gecontroleerde regulatie lijkt te werken als we vooral kijken naar de onmiddellijke oppervlakkige effecten. De negatieve bijeffecten die optreden zijn veel moeilijker zichtbaar maar zeer belangrijk. Via wetenschappelijk onderzoek kunnen we een veel beter plaatje krijgen van de psychologische effecten van straffen, belonen, dreigen, schreeuwen, controleren enzovoorts. En dat plaatje ziet er niet zo fraai uit.

Print Friendly, PDF & Email
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (12)
  • Bruikbaar (12)