Zonder dat we dat zelf merken, maken we als mensen voortdurend allerlei waarnemings-, beoordelings- en redeneerfouten. Sinds het begin van de jaren ’70 is er een enorme hoeveelheid onderzoek die dit soort fouten heeft aangetoond. Veel van de technieken en principes in de progressiegerichte aanpak houden rekening met dit soort cognitieve fouten en kunnen worden gezien als tegenmaatregelen tegen deze fouten. Het onderzoek naar cognitieve fouten begon bij Daniel Kahneman en Amos Tversky. Zij toonden aan dat mensen allerlei fouten maken in de manier waarop ze situaties inschatten, informatie verwerken, redeneren en oordelen.
Tijdens deze Corona-pandemie krijgen we enorm veel informatie over ons heen over het virus. We worden frequent geïnformeerd door de overheid en door experts. Daarnaast zijn er veel mensen die niet direct als expert te betitelen zijn die toch stellige meningen verkondigen over het virus en hoe het zich verspreidt en over de vraag welke maatregelen en wel of niet moeten worden genomen. Hoe moeten we hier over denken?Lees verder »
Op welke manier informatie over een onderwerp gepresenteerd wordt heeft invloed op onze houding en beslissingen ten aanzien van het onderwerp. In de psychologie heet een dergelijk verschijnsel een framing effect. Naar zulke framing effecten is veel onderzoek gedaan. Ook is er nu steeds meer onderzoek naar de effecten van reframing. Bij reframing verandert de frame van positief naar negatief of andersom. Hieronder bespreek ik deze effecten en ook hoe zij samenhangen met de negativiteitsbias en met leeftijd.
In 1937 beschreef de Nederlandse historicus en journalist Jan Romein zijn ‘wet van de remmende voorsprong’ die zegt dat het hebben van een voorsprong op een bepaald gebied kan leiden tot:
het afnemen van de stimulans om te streven naar verdere vooruitgang;
een terughoudendheid om je aan te passen aan veranderingen;
een onvermogen om je aan te passen aan veranderingen.
Als resultaat hiervan wordt het individu of de groep die eerst een voorsprong had, ingehaald door anderen. In cybernetische termen treedt een mechanisme van negatieve feedback op wat neerkomt op het volgende: A veroorzaakt B wat een afname van A veroorzaakt. Met andere woorden: de output van het systeem verzet zich tegen de input van het systeem wat het systeem stabiliseert. Dit negatieve feedbackmechanisme kan een handicap voor het systeem worden wanneer de omgeving verandert en andere en hogere eisen stelt. Op deze manier kan het bestaan van succes leiden tot een afname in inspanningen wat toekomstig succes kan ondermijnen.
Velen zien de groeimindset als een belangrijk concept voor onderwijs. Recente onderzoeken laten echter relatief bescheiden effecten zien van groeimindsetinterventies op schoolresultaten. Nieuw onderzoek van Tieme Janssen en Nienke van Atteveld (2022) komt met een specifieke verbetering van groeimindsetinterventies. Ze gaven leerlingen niet alleen uitleg over neuroplasticiteit, het vermogen van de hersenen om voortdurend te blijven veranderen maar lieten hen deze veranderingen zelf ook ervaren via neurofeedback. Hieronder beschrijf ik beknopt hun onderzoek.
Het begrip signature strengths, ofwel karaktersterktes, werd gelanceerd door twee vooraanstaande figuren binnen de positieve psychologie, Peterson & Seligman (2004). Deze twee auteurs, exponenten van de zogenaamde strengths movement, stelden dat het identificeren en gebruiken van je kenmerkende sterktes een (of zelfs ‘de’) belangrijke basis voor menselijk floreren is. De auteurs ontwikkelden een vragenlijst, de VIA Inventory of Strengths (VIA-IS) die populair is bij veel coaches en loopbaanadviseurs en waarmee de kenmerkende karaktersterktes van mensen zouden kunnen worden geïdentificeerd. De populariteit van deze vragenlijst is groot. Maar de wetenschappelijke onderbouwing ervan en de onderbouwing van de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de sterktebenadering binnen de positieve psychologie zijn minder groot. Er is nu een artikel verschenen van Schutte & Malouff (2018) waarin zij een meta-analyse beschrijven naar de effecten van interventies gericht op signature strengths. Hoe overtuigend laat dit artikel de onderbouwing van de signature strengths benadering zien?
Wat is het effect van hoe ouders feedback geven op de prestaties van hun kinderen? Is het verstandig om de intelligentie van je kind te prijzen als het een hoog cijfer heeft gehaald? En hoe reageer je als je kind met een onvoldoende thuiskomt? Zeg je iets over de capaciteiten van je kind? Of is het verstandiger iets te zeggen of vragen over hoe je kind heeft geleerd. Een nieuw onderzoek van Barger et al. (2022) geeft enkele nuttige antwoorden.
Eerder onderzoek wijst op gunstige effecten van autonomie-ondersteuning in verschillende contexten zoals de opvoeding, onderwijs en de werkcontext (zie ook hier, hier en hier). In het algemeen wordt bij onderzoeken naar de effecten (bijvoorbeeld) autonomie-ondersteuning in het werk gebruik gemaakt van statische metingen van presteren (bijvoorbeeld Gagne & Deci, 2005). Dat wil zeggen dat er op één moment een meting van het functioneren wordt gedaan. Onderzoekers Kanat-Maymon & Reizer (2017) volgen een andere benadering. Zij maten het effect van autonomie-ondersteuning op het functioneren van nieuw aangenomen voetbalanalisten gedurende een periode van 5 maanden (N=68).
In het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Nature is een belangrijke publicatie verschenen over grootschalig onderzoek naar de effecten van een kortdurende mindsetinterventie (Yeager et al., 2019). Dit onderzoek heet de National Study of Learning Mindsets (NSLM). Aan het onderzoek werkte een team van onderwijskundigen, psychologen, sociologen, economen en statistici mee (lees meer). Het doel van de studie was om uit te vinden voor welke leerlingen en onder welke omstandigheden een zorgvuldige geconstrueerde groeimindsetinterventie nuttig is. Deze groeimindsetinterventie bestond een online interventie die nog geen uur duurde (lees meer). De boodschap van de interventie aan de leerlingen was dat intellectuele capaciteiten kunnen worden ontwikkeld. De interventie werd afgenomen bij een nationaal representatieve steekproef van 76 middelbare scholen. Aan het onderzoek deden meer dan 12000 eersteklassers mee. Lees verder »
Over mindfulness-meditatie wordt beweert dat het kan bijdragen aan beter en prettiger functioneren. Wat voor bewijs is er dat het inderdaad werkt?
In dit artikel schreef ik over mindfulness en mindfulness-meditatie. Mindfulness-meditatie helpt om een toestand van mindfulness te ervaren. Mindfulness, wat zoiets is als het bewust en oordeelloos ervaren van het huidige moment, helpt, zo schreef ik dat artikel, om automatische gedachtestromen te onderbreken. Ook schreef ik dat er in de afgelopen jaren vrij veel onderzoek gedaan is naar effecten van mindfulness meditatie
en dat het zou leiden tot voordelen zoals een betere weerbaarheid tegen stress, een betere immuunfunctie, een betere mentale gezondheid, minder depressieve klachten en beter sociaal functioneren. Hier wil ik graag iets dieper ingaan op het bewijs voor de positieve effecten van mindfulness.
Normaal gesproken is het zo dat als een doel dat we proberen te bereiken in zicht komt, onze motivatie toeneemt. Dit wordt het goal gradient effect genoemd. Maar er is een omstandigheid waarin dit effect teniet kan worden gedaan. Dat is wanneer we in de buurt van anderen werken die vergelijkbare doelen proberen te bereiken. Dan kan er een pseudowedstrijd ontstaan.
In dit artikel haalde ik Charles Darwin aan die ooit de uitspraak deed: “Onwetendheid wekt vaker vertrouwen dan kennis.” Ik onderschreef dat artikel en droeg als verklaring het Dunning-Kruger effect aan. De verklaring, in het kort is, dat je competentie nodig hebt om je eigen competentie relatief betrouwbaar in te kunnen schatten. Iemand met een lage competentie op een bepaald gebied heeft niet door hoe laag zijn of haar competentie is. In een ander artikel beschreef ik dat onwetendheid zelfs heel goed samen kan gaan met arrogantie terwijl veel deskundigheid goed gepaard kan gaan met bescheidenheid. Het Dunning-Kruger effect is natuurlijk niet alleen van toepassing op anderen maar ook op onszelf. David Dunning (foto), één van de naamgevers van het effect. zei het volgende:
Als progressiegerichte professionals zijn we terughoudend in het gebruiken van het woord talent. Een van de twee redenen voor die terughoudendheid is dat het vaak onduidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Als het woord gebruikt wordt bedoelen mensen er meestal één van de volgende twee dingen mee: ofwel presteren op hoog niveau (bijvoorbeeld prachtig gitaar spelen) of natuurlijke, aangeboren, aanleg. Woordenboeken definiëren talent meestal als ‘natuurlijke aanleg’.
Coert Visser, Annabel van der Linden en Roelien van der Woude (2014), TvOO- Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties
Samenvatting
Wanneer medewerkers meer bevlogen zijn, functioneren zij in vele opzichten beter dan hun minder bevlogen collega’s. De bevlogenheid van medewerkers kan op allerlei manieren worden bevorderd, waardoor de prestaties van zowel het individu als de organisatie verbeteren. Peter Heslin (2010) suggereerde dat het stimuleren van een groeimindset een manier kan zijn om bevlogenheid te bevorderen. Uit recent onderzoek binnen een grote financiële organisatie blijkt dat er inderdaad een samenhang bestaat tussen een groeimindset en bevlogenheid.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Aharoni et al. (2024) heeft zich gericht op de vraag of mensen morele evaluaties…