Op welke manier informatie over een onderwerp gepresenteerd wordt heeft invloed op onze houding en beslissingen ten aanzien van het onderwerp. In de psychologie heet een dergelijk verschijnsel een framing effect. Naar zulke framing effecten is veel onderzoek gedaan. Ook is er nu steeds meer onderzoek naar de effecten van reframing. Bij reframing verandert de frame van positief naar negatief of andersom. Hieronder bespreek ik deze effecten en ook hoe zij samenhangen met de negativiteitsbias en met leeftijd.

Trainingen Progressiegericht Werken

Framing effect: positieve framing levert een positievere houding op

In een klassiek onderzoek van Kahneman & Tversky (1981) moesten respondenten kiezen tussen twee behandelingen voor een dodelijke ziekte. Bij een positieve frame (200 van de 600 patiënten zullen overleven) koos 72% de behandeling. Bij een negatieve frame van dezelfde behandeling (400 van de 600 patiënten zullen overlijden) koos slechts 22% deze behandeling. Veel later onderzoek heeft vergelijkbare bevindingen opgeleverd. We denken positiever over een onderwerp als het onderwerp positief geframed wordt.

Reframing effect: veranderen van de frame kan onze  houding veranderen

De laatste jaren is er steeds meer onderzoek gedaan naar zogenaamde reframing effecten. Met andere woorden: hoe beïnvloedt het veranderen van een frame onze houding en beslissingen? Dergelijke frameveranderingen kunnen van positief naar negatief gaan of van negatief naar positief. In een politiek debat kan bijvoorbeeld de ene politicus eerst het succespercentage van beleid noemen waarna de opponent het faalpercentage van het beleid benoemt.

Trainingen Progressiegericht Werken

 

Negatieve frames blijven meer hangen dan positieve

Onderzoek naar dit soort frameveranderingen laat zien dat negatieve frames minder gemakkelijk te veranderen zijn dan positieve. Een verandering van een positieve frame naar een negatieve heeft dus meer invloed op een houdingsverandering dan een verandering van een negatieve naar een positieve (Ledgerwood & Boydstun, 2014). Deze grotere gevoeligheid voor negatieve frames is een voorbeeld van de negativiteitsbias (de neiging van mensen om meer prioriteit aan negatieve informatie dan aan positieve informatie te geven).

Met het ouder worden verdwijnt de negativiteistbias in reframing effects

Omdat de negativiteitsbias normaal gesproken afneemt bij het ouder worden (en zelfs op een gegeven moment omslaat in een positiviteitsbias) vroegen Sparks en Ledgerwood (2018) zich af of framing en reframing effecten ook veranderen bij het ouder worden. In 8 studies (N=2452) vonden zij ten eerste bevestiging van het klassieke framing effect: dat mensen een onderwerp positiever beoordelen bij een positieve framing. Ze vonden verder geen significant effect van leeftijd op framing. Het was dus niet zo dat leeftijd de gevoeligheid van negatieve frames verkleinde (wat je op grond van de positiviteitsbias bij ouderen misschien zou verwachten).

Ze vonden wel een verschil in reframing effects. Jongere respondenten vertoonden de negativiteitsbias in reframing. Met andere woorden: het bleek bij hen moeilijker om een negatieve frame naar positief te veranderen dan omgekeerd. Negatieve frames bleven bij hen dus meer hangen. Maar met het ouder worden verdween dit effect geleidelijk aan steeds meer en rond de leeftijd van 60 jaar was dit negativiteitseffect zo goed als verdwenen.

Discussie

Het maakt veel uit hoe we informatie presenteren. Als we willen dat iemand een positieve houding tegenover een onderwerp krijgt, doen we er verstandig aan om een positieve frame te kiezen (deze aanpak werkt goed bij x% van de mensen). Negatieve frames leveren een negatievere houding op en zijn bovendien lastiger te veranderen, vooral bij wat jongere mensen. Andersom werkt het ook. Willen we een in onze ogen slecht idee van iemand anders bestrijden dan werkt het waarschijnlijk goed om dit idee negatief te framen.

Terzijde wil ik nog het volgende opmerken. We moeten blijven uitkijken met generaliserende uitspraken over mensen. We denken misschien vaak snel dat bepaalde effecten die gevonden zijn in onderzoeken altijd, overal en voor iedereen van toepassing zijn. Maar veel effecten zijn wellicht in verschillende mate van toepassing in de verschillende contexten en verschillende soorten mensen (bijvoorbeeld van verschillende leeftijden).

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (5)
  • Bruikbaar (2)