In dit artikel haalde ik Charles Darwin aan die ooit de uitspraak deed: “Onwetendheid wekt vaker vertrouwen dan kennis.” Ik onderschreef dat artikel en droeg als verklaring het Dunning-Kruger effect aan. De verklaring, in het kort is, dat je competentie nodig hebt om je eigen competentie relatief betrouwbaar in te kunnen schatten. Iemand met een lage competentie op een bepaald gebied heeft niet door hoe laag zijn of haar competentie is. In een ander artikel beschreef ik dat onwetendheid zelfs heel goed samen kan gaan met arrogantie terwijl veel deskundigheid goed gepaard kan gaan met bescheidenheid. Het Dunning-Kruger effect is natuurlijk niet alleen van toepassing op anderen maar ook op onszelf. David Dunning (foto), één van de naamgevers van het effect. zei het volgende:
Als progressiegerichte professionals zijn we terughoudend in het gebruiken van het woord talent. Een van de twee redenen voor die terughoudendheid is dat het vaak onduidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Als het woord gebruikt wordt bedoelen mensen er meestal één van de volgende twee dingen mee: ofwel presteren op hoog niveau (bijvoorbeeld prachtig gitaar spelen) of natuurlijke, aangeboren, aanleg. Woordenboeken definiëren talent meestal als ‘natuurlijke aanleg’.
Psycholoog Richard Nisbett heeft een nieuw boek geschreven getiteld Mindware: tools for smart thinking. Ik vind het een must-read voor studenten psychologie. Hier is mijn bespreking van het boek.
Er is een nieuw publicatie van Macnamara & Rupani (2017) naar de relatie tussen mindset en sekse en opleidingsniveau. De onderzoekers vatten hun conclusies van de drie correlationele studies (N=103; N=147; N=200) die zij deden als volgt samen:
Tegen de verwachting in hebben vrouwen niet meer statische mindsets dan mannen,
Er is weinig bewijs dat meer intelligente vrouwen vooral statische mindsets hebben (het zogenaamde bright girl effect) en
Groeimindsets voorspellen niet het hoogste bereikte opleidingsniveau.
Hier zijn enkele reflecties van mijn kant over dit onderzoek en deze conclusies.
Een nieuw artikel van Bryan, Yeager & O’Brien (2019) werpt een heel nieuw licht op de replicatiecrisis in de psychologie. Een beeld dat hier en daar is opgerezen van originele auteurs als prutsende sjoemelaars en van repliceerders als heilige verdedigers van de wetenschappelijke moraal moet worden herzien. Repliceerders permitteren zich vaak te veel vrijheden, zowel in de opzet van hun onderzoeken als in de manier waarop ze data analyseren.
Coert Visser, Annabel van der Linden en Roelien van der Woude (2014), TvOO- Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties
Samenvatting
Wanneer medewerkers meer bevlogen zijn, functioneren zij in vele opzichten beter dan hun minder bevlogen collega’s. De bevlogenheid van medewerkers kan op allerlei manieren worden bevorderd, waardoor de prestaties van zowel het individu als de organisatie verbeteren. Peter Heslin (2010) suggereerde dat het stimuleren van een groeimindset een manier kan zijn om bevlogenheid te bevorderen. Uit recent onderzoek binnen een grote financiële organisatie blijkt dat er inderdaad een samenhang bestaat tussen een groeimindset en bevlogenheid.
Progressiemonitoring is een goede manier om gemotiveerd te blijven terwijl je iets probeert te bereiken en om je doelen sneller te bereiken. Maar zelfs als je je resultaten goed monitort kan het moeilijk zijn om je progressie goed te kunnen zien. Hiervoor zijn oplossingen. Als je resultaten sowieso bijhoudt (omdat het verplicht is) werkt het goed om de trendlijn in je resultaten goed in het oog te houden. Maar als je niet verplicht bent om je resultaten te monitoren heb je een extra probleem. Het kan dan namelijk verleidelijk zijn om te stoppen met het bijhouden van je resultaten als het tegenzit. Een oplossing hiervoor is wat ik noem exclusieve progressienotatie.
Een nieuw artikel van Milyavskaya, et al. (2018) gaat in op de vraag waarom we soms inspannende taken doen zonder dat we hiervoor een beloning ontvangen. Het artikel beschrijft onderzoek dat in gaat op de vraag in hoeverre interesse en self-efficacy (het vertrouwen in de eigen bekwaamheid de taak succesvol te kunnen vervullen) kunnen verklaren dat we onbeloonde inspanningen leveren. Ook gaat het onderzoek in op de vraag in hoeverre interesse en self-efficacy kunnen verklaren dat we niet altijd even moe zijn na inspannend werk.
Mikken op progressie getuigt van optimisme. Maar hoe optimistisch kunnen we zijn? Hoe goed kunnen we verwachten dat het leven wordt? Hoe we deze vraag beantwoorden heeft veel consequenties voor ons leven.
In opvoeding, opleiding en werk willen we mensen graag in beweging krijgen. Hoe doen we dat? Grofweg zijn er twee motivatiestijlen onderscheiden die beide veel voorkomen: de contolerende motivatiestijl en de autonomie-ondersteunende motivatiestijl. Veel onderzoek uit de zelfdeterminatietheorie heeft laten zien: de autonomie-ondersteunde stijl is veruit superieur (zie bijvoorbeeld hier). Mensen voelen zich er beter bij en ze functioneren er beter bij. Maar de controlerende stijl, hoe ineffectief ook, komt toch nog zeer vaak voor. Hoe komt dat?
Regelmatig krijgen we vragen self-fulfilling prophecies, positief denken, karma en the law of attraction. Bestaan deze fenomenen nou echt? Hoeveel waarde moeten we eraan hechten?
Een onrealistische en belemmerende overtuiging waar ik vaak over geschreven heb is de statische mindset (Dweck, 2006). In een statische mindset geloven we dat bepaalde capaciteiten en eigenschappen niet of nauwelijks ontwikkelbaar zijn. Vanwege die overtuiging spannen we ons dan ook niet in om er beter in te worden en worden we er dan ook niet beter in. Een groeimindset is realistischer en werkt beter. In een groeimindset geloven we dat we onze eigenschappen en capaciteiten wel kunnen veranderen. Deze manier van denken inspireert ons om ons in te spannen en door te zetten en maakt de kans groter dat we inderdaad vooruit komen (lees meer over de mindsettheorie). Tegelijkertijd gaat een groeimindset hand in hand met een duidelijk besef van onze eigen beperktheid. Hoe kan dat?
Er zijn veel dingen die spanning of onrust kunnen opwekken voor professionals. Voorbeelden hiervan zijn: geconfronteerd worden met complexe problemen, lastige uitgingen van cliënten, tegenslag, eigen fouten, onzekerheden en twijfels, enzovoorts. In dit artikel pleit ik voor het vinden en bewaren van professionele rust omdat het positieve effecten op je cliënten heeft en op jezelf en omdat het de kans op progressie vergroot.
Het woord ‘talent’ wordt veel gebruikt maar ik gebruik het liever niet zo vaak. Eén van de twee redenen dat ik niet zo gek ben op die term is dat het vaak tamelijk onduidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Wanneer het woord gebruikt wordt denk ik dat mensen er doorgaans één van de volgende twee dingen mee bedoelen: ofwel hoog presteren (bijvoorbeeld prachtig gitaar spelen) of natuurlijke aanleg. Woordenboeken definiëren talent meestal als ‘natuurlijke aanleg’. De conventionele manier van denken van psychologen, opleider, ouders en managers is lang geweest (en is nog steeds, denk ik) dat talenten, in de zin van natuurlijke gaven, bestaan, dat individuen veel verschillen in deze natuurlijke gaven en dat deze talenten uitstekende voorspellers van toekomstig functioneren zijn. Daarom wordt vaak geadviseerd om je talenten te identificeren en om die activiteiten te kiezen waarvoor je talent hebt. Maar onderzoek dat in de afgelopen decennia is uitgevoerd heeft twijfel doen ontstaan over de mate waarin talent (in de zin van natuurlijke aanleg) inderdaad bestaat en nog meer twijfel over de mate waarin vroege verschillen in functioneren goede voorspellers van toekomstig topfunctioneren zijn. Ik zal kort enkele relevante publicaties noemen:
Visser, C.F. (2017). Leren van progressie. O&O – Ontwikkeling en Opleiding, jaargang 30. nr. 4.
Fouten laten ons zien wat er beter moet worden. Zorgvuldig kijken naar progressie kan ons laten zien hoe dat wat we belangrijk vinden beter moet worden en hoe we dat kunnen bereiken.
Als professionals op het gebied van ‘leren en ontwikkelen’ zijn we gericht op hoe mensen zichzelf kunnen verbeteren in hun werk en hoe leerprocessen hier ondersteunend bij kunnen zijn. Het is daarom belangrijk dat we kennis hebben over hoe mensen bepaalde leerervaringen kunnen opdoen, die teweeg brengen dat ze progressie boeken in dat wat ze doen en waarin ze zich willen verbeteren. Fouten spelen meestal een belangrijke rol bij leren: ze laten ons zien en ervaren wat er beter moet. Maar de rol van fouten is iets beperkter dan we ons vaak realiseren. Om een proces van voortgaande verbetering tot stand te brengen, is het nodig om zorgvuldig te kijken naar de progressie die we boeken en naar hoe die progressie tot stand komt. In dit artikel leg ik uit hoe dat werkt.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Lai et al. (2020) onderzoekt het effect van prosociaal gedrag (handelingen bedoeld om anderen…