Het dual process model geeft inzicht in hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen ondersteunen. De zelfdeterminatietheorie biedt belangrijke aanknopingspunten voor hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen verbeteren. Dit artikel bevat een samenvatting van dit soort interventies. Wanneer docenten deze interventies toepassen neemt de kans toe dat leerlingen zich beter gaan voelen, meer aangehaakt raken bij de lessen en beter gaan leren en presteren. Jang, Kim & Reeve (2016) laten zien dat een tweesporenaanpak, of, zoals zij het noemen een ‘dual process model’, nodig is om dit te bereiken.
Mikken op progressie getuigt van optimisme. Maar hoe optimistisch kunnen we zijn? Hoe goed kunnen we verwachten dat het leven wordt? Hoe we deze vraag beantwoorden heeft veel consequenties voor ons leven.
Er wordt tegenwoordig veel gesproken over de positieve effecten voor leerlingen van autonomie-ondersteuning door docenten. Een nieuw onderzoek kijkt naar deze positieve effecten en doet nog iets meer. De onderzoekers nemen ook de effecten van het bieden van structuur mee. Daarnaast kijken ze ook naar de positieve effecten op docenten zelf.
Dr. Keith Stanovich, hoogleraar menselijke ontwikkeling en toegepaste psychologie aan de Universiteit van Toronto, is een vooraanstaand deskundige op het gebied van de psychologie van het lezen en van rationaliteit. Zijn laatste boek, What Intelligence Tests Miss: The Psychology of Rational Thought, laat zien dat IQ-tests zeer onvolledige metingen zijn van cognitief functioneren. Deze tests falen in het beoordelen van rationele denkstijlen en vaardigheden die nochtans cruciaal zijn voor gedrag in de echte wereld. In dit interview met Keith Stanovich legt hij het verschil uit tussen IQ en rationaliteit en waarom rationaliteit zo belangrijk is. Ook deelt hij zijn visie op hoe rationaliteit kan worden verbeterd.
Hoe goed we leren en presteren, hangt mede af van hoe goed we denken. Maar wat is goed denken? Is dit hetzelfde als intelligentie? Weten we, als we een intelligentietest bij iemand hebben afgenomen, hoe goed die persoon kan denken? Het antwoord is “nee”. Goed denken is veel breder dan intelligentie. Intelligentietests zijn slechts incomplete instrumenten om de kwaliteit van denken van mensen te meten. Als goed denken breder is dan intelligentie, hoe zou je het dan kunnen definiëren? Ik doe dat aan de hand van de volgende vier dimensies:
K. Anders Ericsson is een Zweedse psycholoog die hoogleraar is aan de Amerikaanse Florida State University. In het begin van zijn carrière werkte hij onder andere samen met de vermaarde Nobelprijswinnaar Herbert Simon. Inmiddels wordt hij algemeen erkend als de belangrijkste onderzoeker ter wereld op het gebied van expertise-ontwikkeling. Hij heeft, met zijn collega’s, veel onderzoek gedaan naar hoe toppresteerders uit verschillende gebieden het voor elkaar hebben gekregen om de top te bereiken. Tot nu heeft Ericsson alleen wetenschappelijke publicaties geschreven. Maar binnenkort verschijnt een populair wetenschappelijk boek over zijn werk dat hij samen schreef met Robert Pool: Peak: Secrets from the New Science of Expertise. Ik kreeg gelegenheid het boek al te lezen en kan het van harte aanbevelen. Ook mocht ik onderstaand interview, gehouden door de Canadese Tricia van der Grient, vertalen uit het Engels.
Gedurende het overgrote deel van de menselijke geschiedenis was progressie over generaties heen niet of nauwelijks aanwezig. Vele duizenden generaties lang was het niet zo dat opeenvolgende generaties steeds iets gezonder en welvarender werden. In sommige periodes ging het wat beter, in andere periodes wat slechter, vaak veel slechter. Een eerste grote doorbraak vond zo’n 12.000 jaar geleden plaats: de landbouwrevolutie. Deze vormde de basis voor de eerste menselijke nederzettingen en staten. Pas veel later, vanaf halverwege de 16e eeuw, vond in Europa een volgende doorbraak plaats: de wetenschappelijke revolutie. In deze periode vond een enorme verschuiving plaats in het denken over onszelf, de wereld en onze plek daarin en over wat we weten over hoe we dingen te weten kunnen komen.
Veroudering gaat gepaard met schade. In welke mate en in welk tempo de schade echter optreedt, is afhankelijk van de leefwijze van het individu. Vitaal oud worden ligt binnen het bereik van bijna iedere persoon. Op grond van onderzoek op het gebied van neuroplasticiteit kunnen vier manieren worden onderscheiden om vitaal oud te worden: frequent bewegen, aangaan van uitdagingen, doen van breinoefeningen en goed slapen. Door deze activiteiten toe te passen, worden de hersenen op structurele en functionele wijze beïnvloed en kunnen ouderdomsaandoeningen veelal worden voorkomen en soms zelfs genezen. Het blijven toepassen van deze activiteiten leidt tot een opwaartse spiraal die vitaal oud worden mogelijk maakt. Hoewel neuroplasticiteit geen panacee is en er nog veel onderzoek nodig is, zijn de wetenschappelijke bevindingen nu al interessant en bruikbaar.
Gregory M. Walton, associate professor psychologie aan de Stanford University, doet onderzoek en onderwijs over wijze interventies die gericht zijn op psychologische processen die een rol spelen in individuele en grote sociale problemen. Deze wijze interventies kunnen de manier veranderen waarop mensen over zichzelf en hun situaties denken en kunnen hen helpen bloeien, zelfs gedurende lange perioden. Onlangs heeft Greg samen met Alia Crum het Handbook of Wise Interventions. How Social Psychology Can Help People Change gepubliceerd. We praten over wat deze wijze interventies zijn. Waarom het woord ‘wijs’ gebruiken om ze te beschrijven? Wat zijn enkele voorbeelden van deze interventies? Hoe kan het dat deze korte en eenvoudige interventies soms zulke langetermijnvoordelen hebben?
De Basic Psychological Need Theory (BPNT) is één van de zes mini-theorieën waaruit de zelfdeterminatietheorie (ZDT) bestaat. In een nieuw artikel geven Maarten Vansteenkiste, Richard Ryan en Bart Soenens een overzicht van de ontwikkelingen binnen de BPNT. Hier vat ik het artikel kort samen.
Velen die werken in het onderwijs zijn al doordrongen van het belang en de kracht van intrinsieke motivatie voor leren. In een interessant nieuw artikel gaan Vansteenkiste et al. (2018) in op een vaak onderschat aspect van motivatie in het onderwijs dat even belangrijk is: internalisatie. Hieronder leg ik aan de hand van hun artikel uit wat internalisatie is en waarom het zo belangrijk is. Ook ga ik in op twee belangrijke principes voor het bevorderen van het proces van internalisatie: autonomie-ondersteuning en het geven van rationales.
Carol Dweck is hoogleraar Psychologie aan de Stanford universiteit. Ze is één van de topexperts in het veld van menselijke motivatie en intelligentie en door de jaren heen heeft ze een veel theorievorming en onderzoek tot stand gebracht. Dit jaar heeft ze het opmerkelijke boek Mindset: The New Psychology of Success uitgebracht. Het boek is een waar juweeltje, niet alleen vanwege de helderheid van schrijven en de overzichtelijke structuur maar bovenal door de belangrijke en bruikbare boodschap. Deze boodschap is dat de manier waarop je je eigen intelligentie ziet in hoge mate bepaalt hoe deze zich zal ontwikkelen. In dit interview vraag ik Carol Dweck over het boek en over wat de praktische implicaties van haar werk zijn voor managers.
Twintig jaar gelden stopte ik met vlees eten omdat ik het gevoel had dat het beter was om geen vlees te eten dan om wel vlees te eten. De aanleiding om te stoppen was dat ik iets op tv had gezien over de manier waarop dieren in de bio-industrie werden behandeld. Mijn redenering was dat dit zinloze wreedheid tegen dieren was* omdat we ook goed kunnen overleven zonder vlees te eten.
Het CPW 4-Progressiegerichte-Rollen-model (4PR-model) dat wij in 2008 introduceerden*, beschrijft de volgende vier verschillende soorten rollen: helpen, sturen, trainen (/adviseren) en instrueren. Het model is gebaseerd op een assenstelsel dat vier veelvoorkomende rollen beschrijft die in verschillende soorten situaties bruikbaar zijn in het contact met cliënten, medewerkers of leerlingen.
Het valt niet te ontkennen dat de mensheid geconfronteerd wordt met een aantal existentiële problemen, zoals economische ongelijkheid, aantasting van het milieu en politieke instabiliteit. Daarom is het noodzakelijk dat de samenleving als geheel werkt aan het algemeen belang. Helaas overheerst een gevoel van moedeloosheid omdat zoveel mensen zich machteloos lijken te voelen tegenover deze problemen. Toch kan onze bijdrage aan een betere wereld, zelfs als we af en toe denken dat ze weinig te maken hebben met deze belangrijke uitdagingen, invloed hebben. In dit artikel onderzoeken we de kracht van kleine acties en hoe ieders keuzes de loop van de toekomst kunnen beïnvloeden.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Kluger et al. (2024) richt zich op het effect van goed luisteren op het…