Motivatie: de kracht van autonomie-ondersteuning en structuur

De zelfdeterminatietheorie (ZDT) werd ontwikkeld door Edward Deci en Richard Ryan. Zij behoren nu tot de meest geciteerde psychologen ter wereld. ZDT is de best onderzochte en meest invloedrijke motivatietheorie van dit moment. We bespreken de waarde van de ZDT voor het onderwijs waarbij we laten zien hoe belangrijk autonomie-ondersteuning en structuur zijn voor een goede motivatie.

Trainingen Progressiegericht Werken

De kracht van autonome motivatie

De ZDT onderscheidt twee belangrijke vormen van motivatie:

  • Gecontroleerde motivatie: motivatie die gebaseerd is op externe of interne druk, zoals een beloning die in het vooruitzicht is gesteld, om de goedkeuring van anderen te verkrijgen, of om straf of schuldgevoelens te vermijden. Dit is een relatief slechte kwaliteit van motivatie die gepaard gaat met spanning, angst, lager presteren, niet volhouden en de neiging om te sjoemelen.
  • Autonome motivatie: gedrag vertonen waarvan je het gevoel hebt dat je zelf gekozen hebt omdat je erachter staat. Dit is de beste kwaliteit van motivatie en gaat gepaard met ons goed voelen en goed functioneren.

Autonomie-ondersteuning

Het bieden van autonomie-ondersteuning is een belangrijk onderdeel van de ZDT. Dit houdt in dat docenten leerlingen keuzemogelijkheden geven, verwachtingen duidelijk maken en betekenisvolle rationales geven voor deze verwachtingen, negatieve gevoelens van leerlingen erkennen en accepteren en uitnodigend taalgebruik hanteren. Door autonomie-ondersteuning te bieden, voelen leerlingen zich meer gewaardeerd en minder gecontroleerd, waardoor hun geïnternaliseerde motivatie en intrinsieke motivatie worden gestimuleerd.

Het belang van structuur

Tegelijk met het bieden van autonomie-ondersteuning is het bieden van structuur belangrijk. Hierbij gaat het om het duidelijk communiceren van verwachtingen, bieden van stapsgewijze begeleiding en hulp, bewaken en aanpassen van taken indien nodig en het geven van constructieve feedback. Wanneer structuur op een autonomie-ondersteunende manier wordt aangeboden, versterkt het het zelfvertrouwen en competentiegevoel van leerlingen en hun betrokkenheid in de klas.

Belang van het voorkomen van behoeftenfrustratie

Behoeftenfrustratie ontstaat wanneer de basisbehoeften van leerlingen (aan autonomie, competentie en verbondenheid) niet worden vervuld. Dit kan leiden tot amotivatie, ontevredenheid, oppositioneel gedrag en uitval. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een omgeving waarin leerlingen zich veilig voelen en hun behoeften worden vervuld.

Autonome motivatie van de docent

Ook de autonome motivatie van de docent is belangrijk. Docenten die zelf autonoom gemotiveerd zijn, hebben meer plezier in hun werk en zijn vaak meer betrokken bij hun leerlingen. Een docent met autonome motivatie heeft meer vrijheid om zijn of haar lessen op een creatieve manier vorm te geven en kan beter omgaan met onverwachte situaties in de klas. Dit leidt uiteindelijk tot meer voldoening in het werk en betere prestaties van zowel de docent als de leerlingen.

Samenvatting en conclusie

Autonome motivatie is van groot belang, omdat deze vorm van motivatie leidt tot meer interesse, betrokkenheid en prestaties van leerlingen. Autonomie-ondersteuning en structuur bieden zijn twee belangrijke aspecten die hierbij kunnen helpen. Daarnaast is het voorkomen van behoeftenfrustratie cruciaal om te zorgen dat leerlingen autonoom gemotiveerd blijven. Tot slot is het belangrijk om als docent zelf ook autonoom gemotiveerd te zijn, omdat dit leidt tot meer voldoening in het werk en betere prestaties van zowel de docent als de leerlingen.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (4)
  • Bruikbaar (3)