Welke rol spelen leiderschap en taakeisen in leraarswelzijn en verloopintenties?

Rebecca Collie deed een onderzoek onder 426 Australische leraren. Via dit onderzoek probeerde ze erachter te komen welke factoren betrokken zijn bij het welzijn en de verloopintenties van leraren (Collie, 2023).

Trainingen Progressiegericht Werken

Predictoren: hulpbronnen en taakeisen

Collie onderzocht de rol van drie hulpbronnen bij welzijn en verloopintenties:

  1. autonomie-ondersteunend leiderschap;
  2. verbondenheid met collega’s;
  3. verbondenheid met leerlingen;

Tevens onderzocht ze de rol van drie taakeisen:

  1. autonomie-ondermijnend leiderschap;
  2. tijdsdruk;
  3. storend gedrag van leerlingen.

Uitkomstvariabelen: welzijn en verloopintenties

Als uitkomstvariabelen nam Collie in haar onderzoek welzijn en verloopintenties meer. Bij welzijn keek ze naar drie aspecten:

  1. subjectieve vitaliteit;
  2. gedragsbetrokkenheid;
  3. professionele groei.

Met verloopintenties wordt bedoeld: de mate waarin de leraar plannen heeft om een andere baan te zoeken en de huidige baan te verlaten.

Resultaten

De onderstaande figuur toont de belangrijkste resultaten van het onderzoek:

 

 

Hier zijn de bevindingen in woorden:

  1. Autonomie-ondersteunend leiderschap voorspelt alle drie de aspecten van welzijn (professionele groei, subjectieve vitaliteit en gedragsbetrokkenheid) en het verlaagt de kans op verloop;
  2. Autonomie-ondermijnend leiderschap is een directe en vrij sterke voorspeller van verloopintenties;
  3. Verbondenheid met leerlingen voorspelt de gedragsbetrokkenheid en de subjectieve vitaliteit;
  4. Verbondenheid met collega’s voorspelt de professionele groei;
  5. Storend gedrag van leerlingen is noch een voorspeller van welzijn, noch van verloopintenties;
  6. Tijdsdruk is een voorspeller van een lagere vitaliteit, van een hogere gedragsbetrokkenheid en een voorspeller van verloopintenties.

Conclusie

Hoe zijn deze bevindingen bruikbaar voor leidinggevenden in het onderwijs? Ik denk dat we er drie eenvoudige dingen uit kunnen halen:

  1. Bied als leidinggevende autonomie-ondersteuning. Dingen die je kunt doen om de basisbehoefte aan autonomie van individuen te ondersteunen, zoals hun perspectief serieus nemen, hen keuzemogelijkheden bieden, hun eigen initiatief en uitproberen aanmoedigen, hen waar mogelijk te betrekken bij beslissingen hen een duidelijke reden (rationale) te geven voor eventuele verzoeken. NB. Het bieden van autonomie gaat samen met het bieden van structuur. Denk hierbij aan dingen als: bied duidelijke doelen, bespreek progressie, biedt competentie-ondersteunende feedback. Binnen een autonomie-ondersteunende omgeving is tegelijk ruimte voor het ontwikkelen van verbondenheid met zowel leerlingen als collega’s.
  2. Vermijd een autonomie-ondermijnende stijl van leidinggeven. Dit zijn dingen als autoritair, dwingend taalgebruik, trachten te motiveren door straf, beloning of voorwaardelijke achting, veel controle, etc. Het nalaten van dit soort demotiverende dingen is vermoedelijk even belangrijk als het bieden van autonomie-ondersteuning. Autonomie-ondermijning voorspelt namelijk direct de neiging van de leraar om te willen vertrekken.
  3. Zoek naar mogelijkheden om de tijdsdruk voor leraren binnen de perken te houden. Als de tijdsdruk te groot wordt neemt het risico toe dat ze willen vertrekken.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (1)