Het dual process model geeft inzicht in hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen ondersteunen. De zelfdeterminatietheorie biedt belangrijke aanknopingspunten voor hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen verbeteren. Dit artikel bevat een samenvatting van dit soort interventies. Wanneer docenten deze interventies toepassen neemt de kans toe dat leerlingen zich beter gaan voelen, meer aangehaakt raken bij de lessen en beter gaan leren en presteren. Jang, Kim & Reeve (2016) laten zien dat een tweesporenaanpak, of, zoals zij het noemen een ‘dual process model’, nodig is om dit te bereiken.
Autonomie-ondersteuning voorspelt aanhaken, controlerend lesgeven afhaken
Goed leren en presteren op school begint bij het goed meedoen in de lessen ofwel aangehaakt zijn. Afhaken, daarentegen kan een negatieve spiraal in werking zetten die leren en presteren ondermijnt. Jang, Kim & Reeve onderzochten in een longitudinaal onderzoek welke factoren eraan bijdragen dat leerlingen aangehaakt raken en welke factoren leiden tot afhaken. De onderzoekers namen op 3 momenten gedurende 17 weken bij leerlingen op een Koreaanse school (N=366) meerdere vragenlijsten af.
Hiermee brachten zij ten eerste in kaart in hoeverre leerlingen hun docenten als autonomie-ondersteunend of controlerend ervoeren. Ten tweede maten zij in hoeverre leerlingen beleefden dat hun psychologische basisbehoeften (aan autonomie, competentie en verbondenheid) werden ondersteund tijdens de les. Ten derde maten zij hoe betrokken de leerlingen waren tijdens de lessen.
Als resultaten vonden zij ten eerste dat beleefde autonomie-ondersteuning bevrediging van basisbehoeften voorspelde wat weer de betrokkenheid van leerlingen voorspelde. Daarnaast voorspelde een controlerende stijl van lesgeven behoeftenfrustratie en afhaken. Eenmaal afgehaakt gingen leerlingen hun docenten als meer controlerend en minder autonomie-ondersteunend ervaren.
Dual process model: bied autonomie-ondersteuning èn vermijd controlerend lesgeven
Verder bleek uit het onderzoek dat autonomie-ondersteuning en gecontroleerde regulatie weliswaar negatief gecorreleerd waren maar dat leerlingen deze wel degelijk als twee aparte dingen beschouwden. Hetzelfde geldt voor behoeftenvervulling en behoeftenbevrediging: ze waren negatief gecorreleerd maar wel onderscheiden. Op grond van hun onderzoek concluderen Jang et al. dat het proces van aanhaken (engagement) tot stand komt via autonomie-ondersteuning door de docent terwijl het proces van afhaken (disengagement) tot stand komt door gecontroleerde regulatie door de docent. De implicatie is dat het voor voor optimale motivatie van leerlingen nodig is dat de docent een tweesporenbeleid voert. Het eerste wat nodig is is autonomie-ondersteuning, het tweede is vermijden van gecontroleerde regulatie.
Effecten van docentstijlen op basisbehoeften, betrokkenheid, huiswerk en cijfers
Collie, Granziera, & Martin (2019) deden onderzoek bij Australische leerlingen (N=771). Ook zij onderzochten hoe leerlingen de docentstijl beleefden (autonomie-ondersteund vs. controlerend) en in hoeverre er sprake was van behoeftenvervulling en engagement (aangehaakt vs. afgehaakt). Daarnaast voegde zij twee resultaatvariabelen toe: de mate waarin leerlingen huiswerk maakten en schoolcijfers. Als resultaten vonden zij ten eerste dat een controlerende stijl van lesgeven meer behoeftenfrustratie voorspelde, meer zelfhandicappen en meer afhaken. Verder vonden zij dat autonomie-ondersteunend lesgeven een lagere mate van afhaken voorspelde. Zelfhandicappen hing samen met lagere cijfers. Afhaken hing samen met minder huiswerk maken. De onderstaande figuur vat de resultaten samen.
Vier gevonden docentstijlen
Verder identificeerden Collie et al 4 docentprofielen op basis van hun data. 25% van de docenten had een stijl die hoog in autonomie-ondersteuning en laag controlerend was. (Dit is de optimale stijl). 2% van de docenten was tegelijk hoog in autonomie-ondersteuning en hoog controlerend. 65% van de docenten scoorden gemiddeld, zowel op autonomie-ondersteuning als controlerend lesgeven. 7% scoorde hoog op controlerend lesgeven en laag op autonomie-ondersteuning. In de onderstaande figuur vat ik deze bevindingen samen.
Bruikbaarheid
Zowel het onderzoek van Jang et al. als het onderzoek van Collie et al. ondersteunen de gedachte achter het dual process model. Die gedachte is: voor een optimaal motiverend klimaat in de klas is het zowel nodig om autonomie-ondersteuning te bieden (bijvoorbeeld door keuzes te bieden) als om een controlerende docentstijl te vermijden (bijvoorbeeld door een autoritaire toon te vermijden).
Een persoonsgerichte docentanalyse zoals Collie et al. die hebben uitgevoerd kan nuttig zijn. Docenten kunnen hierdoor inzicht krijgen in hoe zij thans overkomen bij leerlingen en hoe zij een optimale motivatiestijl kunnen ontwikkelen.
Lees ook:
- De dubbelprocesaanpak naar progressie
Open link
► Dit onderzoek van Collie et al., 2023) gaat over hoe studenten hun eigen sociaal-emotionele vaardigheden ervaren (zoals hoe goed ze omgaan met gevoelens en relaties) en het effect hiervan op hun welzijn en gedrag. De onderzoekers ontdekten dat wanneer leraren studenten helpen om zelf beslissingen te nemen (autonomie-ondersteuning), dit positief is voor de manier waarop studenten hun eigen sociaal-emotionele vaardigheden beoordelen. Deze positieve zelfbeoordeling is weer gelinkt aan beter welzijn, zoals meer positieve gevoelens en betere sociale vaardigheden. Bepaalde aspecten van deze vaardigheden, zoals het kunnen omgaan met emoties en het begrijpen van eigen en andermans gevoelens, waren extra belangrijk voor goede resultaten, zoals minder negatieve gevoelens en beter sociaal gedrag. Het onderzoek benadrukt dus het belang van onderwijs dat studenten helpt zelfstandig te zijn voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
Open link
► Dit onderzoek van Huyghebaert-Zouaghi et al. (2024) bekijkt hoe het niet vervullen van psychologische behoeften zoals verbondenheid, autonomie, en competentie, invloed heeft op studenten hun gevoel van welzijn op school. Dit gaat verder dan alleen kijken naar hoe tevreden studenten zijn met deze behoeften of hoe gefrustreerd ze zich voelen. Er is gekeken naar middelbare scholieren (473) en universiteitsstudenten (1143) met een nieuwe vragenlijst, de Psychological Need States in Education-Scale (PNSE-S), om deze behoeften te meten.
De resultaten laten zien dat het niet vervullen van deze behoeften een aparte toestand is die duidelijk samenhangt met het gevoel van uitputting bij studenten en hun gedachten om te stoppen met school. Het laat zien hoe belangrijk het is dat scholen en universiteiten aandacht besteden aan het vervullen van deze basisbehoeften om te helpen voorkomen dat studenten zich uitgeput voelen of willen stoppen.