Een nieuw artikel van Martela et al. (2019) geeft interessante nieuwe inzichten in wat voor soorten levensdoelen we kunnen stellen en hoe deze samenhangen met ons welzijn. De auteurs gaan in het artikel in op de onderliggende dimensies van aspiraties en op welke individuele aspiraties er zoal zijn. Ook onderzoeken ze wat de relaties tussen verschillende soorten aspiraties zijn met diverse indicatoren van welzijn en onwelzijn. Ze gebruiken in hun onderzoek een variatie aan statistische technieken, variërend van traditionele technieken tot nieuwe en geavanceerde technieken zoals network analysis.
Stanley Milgram deed in de jaren ’60 een onderzoek waarbij hij proefpersonen elektrische schokken liet geven aan andere proefpersonen. De schokken waren niet echt maar dat wisten de proefpersonen niet en verrassend vele proefpersonen bleken bereid de schokken toe te dienen (lees meer). Een nieuw onderzoek van Casper et al. (2016) laat zien dat het brein informatie over een handeling die onder dwang plaatsvindt anders verwerkt dan een handeling die vrijwillig plaatsvindt. Wanneer gedrag onder dwang heeft plaatsgevonden, ervaart het brein meer afstand tussen het gedrag en de consequenties van dat gedrag. Onder dwang ziet de persoon dus minder relatie tussen het eigen gedrag en de consequenties van dat gedrag. De persoon voelt zich daardoor minder verantwoordelijk voor de consequenties van het betreffende gedrag.
De afgelopen jaren is er een controverse geweest over de waarde en de geldigheid van sociaal psychologische onderzoeksbevindingen. Deze discussie heeft zich vooral toegespitst op resultaten van onderzoeken over het fenomeen sociale priming. Bij priming worden bepaalde delen van het brein door kortdurende en subtiele triggers geactiveerd vlak voordat we een bepaalde taak uitvoeren. Dit proces, dat kort duurt en onbewust verloopt, zorgt ervoor dat we gevoeliger worden voor een bepaald soort informatie en heeft invloed op hoe we ons voelen, gedragen en hoe we presteren.
Agressie onder adolescenten en pestgedrag krijgen regelmatig aandacht in de media. Helaas is er nauwelijks of geen bewijs dat bestaan antipestprogramma’s op scholen werken (Yeager et al., 2015). Tevens is er nog relatief weinig onderzoek en theorievorming over wat de redenen voor relationele agressie onder adolescenten zijn. Daarom is ook nog weinig bekend over welke interventies goed zouden kunnen werken. Een nieuw onderzoek van Lee & Yeager (2019) biedt daarvoor mogelijk wel aanknopingspunten.
Coert Visser, Annabel van der Linden en Roelien van der Woude (2014), TvOO- Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties
Samenvatting
Wanneer medewerkers meer bevlogen zijn, functioneren zij in vele opzichten beter dan hun minder bevlogen collega’s. De bevlogenheid van medewerkers kan op allerlei manieren worden bevorderd, waardoor de prestaties van zowel het individu als de organisatie verbeteren. Peter Heslin (2010) suggereerde dat het stimuleren van een groeimindset een manier kan zijn om bevlogenheid te bevorderen. Uit recent onderzoek binnen een grote financiële organisatie blijkt dat er inderdaad een samenhang bestaat tussen een groeimindset en bevlogenheid.
Om te bepalen hoe goed het gaat in een land is het belangrijk om te kijken naar objectieve factoren en materiële voorzieningen. Voorbeelden zijn: hoe zit het met de toegang tot de gezondheidszorg, tot onderwijs, tot schoon water, enzovoorts. Hier kun je meer lezen over dit soort onderzoek. In aanvulling op dit soort onderzoek is het ook waardevol om te kijken naar psychologische factoren. In hoeverre spelen die een rol in hoe goed het met mensen gaat en hoe goed zij zich voelen? De rol van psychologische factoren blijkt aanzienlijk. Recent onderzochten enkele onderzoekers de relatie tussen psychologische basisbehoeften en subjectief welzijn in Europese landen.
Dopamine is een chemische stof in ons lichaam die functioneert als hormoon en neurotransmitter en die verschillende belangrijke functies vervult. Twee belangrijke functies waarin dopamine een centrale rol speelt, zijn de regulatie van motoriek en de regulatie van emoties.
Verschillende activiteiten, zoals eten, drinken, het bedrijven van seks, en vele andere activiteiten, maken dopamine vrij in ons brein. Wanneer een activiteit dopamine vrijmaakt, ontstaat bij ons het verlangen om die activiteit opnieuw te doen. Dopamine wordt soms één van de gelukshormonen genoemd omdat het een belangrijke rol speelt bij het ervaren van geluk, genot en plezier. Daarnaast kan de vrijmaking van dopamine ook een gunstig effect hebben op onze cognitieve prestaties.
De economische wetenschap en praktijk is lang gedomineerd geweest door het idee dat mensen louter gedreven zijn door eigenbelang. Onderzoek in de psychologie en het opkomende veld van de gedragseconomie heeft laten zien dat dit model van menselijke motivatie foutief is. Dit onderzoek liet zien dat mensen niet alleen door eigenbelang gedreven zijn. Ze hebben ook sterke neigingen tot samenwerking. Het lijkt alsof we het belang van anderen ook als doel op zich zien. Dit heeft niet alleen betrekking op familie en vrienden maar ook op vreemden. Wat ons geleerd wordt over de menselijke natuur heeft wel een effect op wat we geloven en op hoe we ons gedragen. Onderzoek door Robert Frank en zijn collega’s (1993) liet bijvoorbeeld zien dat economiestudenten steeds minder sociaal en coöperatief werden naarmate zijn in hun studie meer geconfronteerd waren aan dit axioma van eigenbelang dat ten grondslag ligt aan de belangrijkste economische theorieën.
De social progress index is een maat om te beschrijven of het in een land de goede kant op gaat (lees meer over de achtergronden van de SPI in dit bericht). De SPI bestaat uit 12 items die verdeeld zijn over 3 rubrieken:
Deze items zijn weer onderverdeeld in subitems. Deze items, subitems en hun definities kun je hier lezen.
Jaarlijks wordt een rapport uitgebracht waarin de nieuwste resultaten per land worden beschreven. Het rapport van dit jaar kun je hier downloaden. De onderstaande tabel laat zien hoeveel sociale progressie er wordt geboekt in verschillende landen. Zoals te zien is de sociale progressie in Nederland relatief hoog.
Visser, C.F. (2017), Hoe creëer je een leergierige cultuur? TvOO – Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties, Nr. 4.
Leergierigheid is goed voor individuen en organisaties. Dit artikel legt uit waarom dat zo is en hoe je een cultuur van leergierigheid kunt ontwikkelen.
We leren op het moment dat er iets gebeurt wat we nog niet wisten of verwachtten. Het is niet zo dat we alleen leren als we er bewust voor kiezen. Het gebeurt voortdurend en we kunnen dan ook niet besluiten om niet meer te leren. Psychologen hebben verschillende vormen van leren bij mensen en andere dieren ontdekt, van eenvoudig tot complex, die geheel of deels automatisch en onwillekeurig plaatsvinden (Haselgrove, 2016), zoals: habituatie, klassieke conditionering, operante conditionering en sociaal leren.
De stijl van opvoeden van ouders beïnvloedt hoe autonoom en verbonden hun kinderen zich voelen.
De zelfdeterminatietheorie laat zien dat ieder mensen gedurende zijn of haar hele leven een behoefte heeft aan autonomie, competentie en verbondenheid. Grofweg is het zo dat naarmate deze behoeften beter worden vervuld, mensen beter functioneren en zich beter en gezonder voelen. Eerder onderzoek heeft laten zien dat de mate waarin ouders in de opvoeding van hun kinderen de vervulling van deze behoeften ondersteunen samenhangt met de mate waarin kinderen, ook op latere leeftijd goed en aangepast functioneren. Een autonomie-ondersteunende stijl van leidinggeven werkt dus goed (lees meer). Omgekeerd is het ook zo, dat wanneer ouders autoritair opvoeden en een controlerende stijl gebruiken, dit de ontwikkeling van kinderen kan belemmeren. Voorbeelden van zo’n belemmerende opvoedstijl zijn: autoritair taalgebruik, nadruk op straf èn beloning, gebruik van dreigementen, weerhouden van aandacht en liefde als het kind zich niet gedraagt zoals de ouder wil en het opwekken van schuldgevoel als het kind zich slecht gedraagt in de ogen van de ouder.
Who is good at this game? Linking an activity to a social category undermines children’s achievement A. Cimpian, Y. Mu Y, & L.C. Erickson (2014) Samenvatting: De theorieën van kinderen over prestaties hebben een sterke invloed op hun leerprestaties. Kinderen die entiteiten-theorieën hebben geloven dat hun vermogen om een taak uit te voeren wordt gedicteerd door de hoeveelheid natuurlijk talent die zij voor die taak hebben – een geloof dat goed gedocumenteerde negatieve consequenties heeft voor hun presteren (bijv. verlaagd doorzettingsvermogen, slechter functioneren). Het is dus belangrijk om te begrijpen wat ertoe leidt dat kinderen zich deze entiteiten-theorieën eigen maken. In de experimenten die hier worden beschreven hypothetiseerden wij dat de simpele handeling van het koppelen van succes in een onbekende, uitdagende activiteit aan een sociale groep leidt tot entiteiten-overtuigingen die zo sterk zijn dat ze interfereren met het vermogen van kinderen om de activiteit uit te voeren. Twee experimenten lieten zien dat, zoals voorspeld, de prestatie van 4 tot 7 jaar oude kinderen (N = 192) slechter werd wanneer zij werden blootgesteld aan informatie die succes in de taak associeerde met een bepaalde sociale groep (bijv. “jongens zijn goed in dit spel”), ongeacht of de kinderen zelf behoorden tot die groep. Lees ook: Even positive stereotypes can hinder performance
Teresa Amabile pleitte er op grond van haar onderzoek voor om (vrijwel) iedere dag tijd minstens een half uur te reserveren om geconcentreerd en ongestoord te werken aan werk dat betekenisvol voor je is (lees meer). Cal Newport, hoogleraar computer science en auteur van het boek Deep work gaat nog een stap verder. Hij stelt dat in vrijwel ieder beroep een veel betere productiviteit en tevredenheid kan worden bereikt als zoveel mogelijk gewerkt wordt op de manier van ‘diep werk’.
Mikken op progressie getuigt van optimisme. Maar hoe optimistisch kunnen we zijn? Hoe goed kunnen we verwachten dat het leven wordt? Hoe we deze vraag beantwoorden heeft veel consequenties voor ons leven.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Wat dit verschil verklaart weet ik niet. Je kunt de paper vinden door op de link bovenaan te klikken ("Open…