Een recent onderzoek van Renoux et al. (2024) werpt een interessant licht op hoe kleuters denken over verschillen in schoolprestaties. Dit onderzoek, uitgevoerd onder 610 Franse kleuters, onthult dat kinderen geneigd zijn meer inherente factoren (zoals intelligentie) dan extrinsieke factoren (zoals toegang tot onderwijsmiddelen) aan te wijzen als verklaringen voor waarom sommige kinderen beter presteren op school dan anderen. Lees meer over wat deze inherence bias inhoudt en wat de gevolgen ervan zijn.Lees verder »
Een nieuwe publicatie van Levari et al. (2018) gaat over een apart verschijnsel dat we al vaker hebben belicht: progressie lijkt zichzelf onzichtbaar te maken. Kort gezegd komt dit verschijnsel op het volgende neer: als we progressie boeken in het oplossen van een bepaald probleem, en dit probleem dus minder vaak voorkomt, hebben we de onbewuste neiging om onze definitie van het probleem op te rekken. Gebeurtenissen die we eerder niet zouden zien als voorbeelden van het probleem gaan we nu wel zien als voorbeelden van het probleem. Je zou kunnen zeggen: terwijl het probleem in onze omgeving kleiner wordt, wordt het groter in ons hoofd. Wat moeten we denken van deze bias, die we progressie geïnduceerde probleemverschuiving zouden kunnen noemen?
Kunnen we altijd progressie boeken? Winston Churchill zei ooit: “Elke dag kun je progressie boeken.” Het idee dat je elke dag kunt benutten om vooruitgang te bereiken spreekt me aan. Ging gisteren niet goed dan heb je vandaag in ieder geval een nieuwe kans om een stapje vooruit te zetten. Door deze manier van denken wordt het voorstelbaar om te geloven dat hoe slecht je situatie er ook uitziet je altijd kunt beginnen om progressie te boeken.
Er is een nieuw boek verschenen van de Belgische filosoof Maarten Boudry: Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat. Het boek is een pleidooi voor vooruitgangsdenken en een kritiek op doemdenken. Hierin doet het boek sterk denken aan boeken die ik hier eerder noemde zoals Progress van Johan Norberg, Enlightenment Now van Steven Pinker en It’s better than it looks van Gregg Easterbrook en aan het werk van Hans Rosling.
Psycholoog Richard Nisbett heeft een nieuw boek geschreven getiteld Mindware: tools for smart thinking. Ik vind het een must-read voor studenten psychologie. Hier is mijn bespreking van het boek.
Zonder dat we dat zelf merken, maken we als mensen voortdurend allerlei waarnemings-, beoordelings- en redeneerfouten. Sinds het begin van de jaren ’70 is er een enorme hoeveelheid onderzoek die dit soort fouten heeft aangetoond. Veel van de technieken en principes in de progressiegerichte aanpak houden rekening met dit soort cognitieve fouten en kunnen worden gezien als tegenmaatregelen tegen deze fouten. Het onderzoek naar cognitieve fouten begon bij Daniel Kahneman en Amos Tversky. Zij toonden aan dat mensen allerlei fouten maken in de manier waarop ze situaties inschatten, informatie verwerken, redeneren en oordelen.
Dr. Keith Stanovich, hoogleraar menselijke ontwikkeling en toegepaste psychologie aan de Universiteit van Toronto, is een vooraanstaand deskundige op het gebied van de psychologie van het lezen en van rationaliteit. Zijn laatste boek, What Intelligence Tests Miss: The Psychology of Rational Thought, laat zien dat IQ-tests zeer onvolledige metingen zijn van cognitief functioneren. Deze tests falen in het beoordelen van rationele denkstijlen en vaardigheden die nochtans cruciaal zijn voor gedrag in de echte wereld. In dit interview met Keith Stanovich legt hij het verschil uit tussen IQ en rationaliteit en waarom rationaliteit zo belangrijk is. Ook deelt hij zijn visie op hoe rationaliteit kan worden verbeterd.
Wat is de optimismevraag? Met het woord optimisme werd vroeger iets anders bedoeld dan wat er tegenwoordig meestal mee wordt bedoeld. Oorspronkelijk betekende optimisme dat je geloofde in de best mogelijke wereld te leven. Tegenwoordig betekent optimisme iets als het geloof dat een betere toekomst mogelijk is. Optimisme is ook belangrijk in progressiegericht werken. Als we het binnen progressiegericht werken over optimisme hebben, dan bedoelen we hier niet een vaag soort positivisme of een miskenning van problemen mee en ook niet een geloof dat de toekomst vanzelf beter zal worden. Ons uitgangspunt is dat progressie mogelijk is maar niet vanzelf gaat en dus inspanning vergt (lees meer hierover in dit artikel). Optimisme kun je zien als een voorwaarde voor het aan de slag gaan om je situatie te verbeteren. Als je immers niet gelooft dat een betere toekomst mogelijk is, waarom zou je je best dan doen om deze te bereiken? Maar wanneer we geconfronteerd worden met heftige tegenslag is het vaak moeilijk om optimistisch te zijn.
Ken je het volgende gevoel? Je gaat naar een congres of een afscheidsreceptie en je loopt een ruimte binnen vol met onbekenden. Je voelt je onzeker en vindt het eng om op mensen af te stappen om een gesprekje aan te knopen. Je maakt je zorgen over of ze je wel aardig vinden en of je wel een positieve indruk op ze zult maken. Dat ze je vriendelijk aankijken, betekent niet automatisch dat je ze mogen. Mensen kunnen soms immers goed toneelspelen. Als je dit soort onzekerheid bij jezelf herkent, lees dan even verder. Een onderzoek van Boothby et al (2018) laat verrassende bevindingen zien die belangrijk zijn voor het hierboven beschreven soort situaties.
Don A. Moore, hoogleraar psychologie aan de University of California, heeft een boek geschreven met de titel Perfectly Confident, How to calibrate your decisions wisely. Het boek gaat over de vraag in welke mate het goed is om veel vertrouwen te hebben in je eigen kunnen en in een goede afloop van de dingen die je onderneemt. Velen denken dat een groot zelfvertrouwen kan helpen om goed te presteren en misschien wel een voorwaarde is voor goed presteren.
Maar Moore laat zien dat een groot zelfvertrouwen dat niet geworteld is de realiteit meer kwaad dan goed doet. Zelfoverschatting lijkt meer kwaad dan goed te doen vooral bij activiteiten die vragen om inspanning en competentie. Maar zelfoverschatting komt ook veel voor. Hoe kunnen we onszelf ertegen beschermen?Lees verder »
Omdat overtuigingen zoveel invloed hebben in ons leven is het belangrijk om onze overtuigingen goed te evalueren en blijven ontwikkelen. Overtuigingen zijn veranderbaar. We kunnen erachter komen dat een denkbeeld dat we vroeger hadden onjuist is of belemmerend werkt in ons leven. Maar het veranderen van onze overtuigingen is niet altijd gemakkelijk. Dat komt doordat we als mensen een paar obstakels hebben die het ontwikkelen van onze overtuigingen kunnen bemoeilijken. Ik wil er vier belangrijke noemen.
Het kunnen veranderen van je overtuigingen is nodig voor het kunnen blijven vervullen van een positieve rol in de wereld. Je eigen overtuigingen niet kunnen relativeren en veranderen als ze onjuist of onproductief blijken te zijn, belemmert je in het blijven vervullen van een constructieve rol. Een ultiem voorbeeld van onvermogen om eigen overtuigingen te kunnen relativeren en corrigeren vind je bij religieuze fanatici die dood en verderf zaaien in de overtuiging dat ze iets goeds doen.
Het kunnen loslaten of upgraden van je overtuigingen is belangrijk maar soms ook moeilijk. Recent beschreef ik 4 Factoren die het veranderen van overtuigingen bemoeilijken: (1) de confirmation bias, (2) zelfvervullende voorspellingen, (3) jezelf labelen naar je overtuigingen en (4) sociale druk. Veel mensen vonden dat artikel interessant en bruikbaar. Sommige lezers vroegen me – begrijpelijk – hoe deze obstakels overwonnen kunnen worden. Ik zal hieronder proberen daarover wat ideeën te formuleren.
Normaal gesproken is het zo dat als een doel dat we proberen te bereiken in zicht komt, onze motivatie toeneemt. Dit wordt het goal gradient effect genoemd. Maar er is een omstandigheid waarin dit effect teniet kan worden gedaan. Dat is wanneer we in de buurt van anderen werken die vergelijkbare doelen proberen te bereiken. Dan kan er een pseudowedstrijd ontstaan.
Regelmatige lezers van deze site kennen het Dunning-Kruger effect (Kruger & Dunning, 1999). Kort samengevat komt dat effect neer op het volgende: incompetente mensen weten niet hoe incompetent ze zijn. De reden hiervoor is dat om te kunnen beoordelen hoe goed je ergens bent je kennis nodig hebt over het betreffende kennis- of competentiegebied. Mensen die heel weinig weten over een bepaald gebied realiseren zich niet wat er allemaal te weten en kunnen valt en dus missen zij het inzicht in wat zij allemaal niet weten en kunnen. Het Dunning-Kruger effect (lees er meer over in dit artikel) brengt met zich mee dat mensen die niet zo competent zijn hun eigen competentie geneigd zijn te overschatten. Dit verschijnsel wordt wel eens aangeduid met de term confident ignorance, ofwel zelfverzekerde onwetendheid. Je zult begrijpen dat het Dunning-Kruger effect een rem op zowel leren als samenwerken kan opleveren. Er is nu een ander effect ontdekt dat een beetje doet denken aan het Dunning-Kruger effect en dat eveneens een rem op leren en samenwerken kan opleveren.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Wat dit verschil verklaart weet ik niet. Je kunt de paper vinden door op de link bovenaan te klikken ("Open…