Waar komen onze cognitieve fouten vandaan?

Hoe is het mogelijk dat we zoveel fouten maken in de manier waarop we waarnemen, redeneren en oordelen? Er zijn meerdere redenen aan te geven, zoals:

• De beperkte informatieverwerkingscapaciteit van ons brein
• Het gebruik van heuristieken
• Gemotiveerd redeneren
• Sociale druk

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Beperkte breincapaciteit

Een voor de hand liggende eerste reden voor al die genoemde cognitieve fouten is dat ons brein beperkt in hoeveel informatie het kan verwerken en hoe accuraat en snel het dat kan.

Evolutionair gevormde heuristieken

Een tweede reden ligt in het gebruik van heuristieken. Dit zijn grove strategieën of vuistregels om situaties te beoordelen en beslissingen te nemen. Deze vuistregels hebben vermoedelijk grotendeels hun oorsprong in hoe we als organisme zijn geëvolueerd over een periode van miljoenen jaren.

Het proces van evolutie via natuurlijke selectie voorzag ons niet zozeer van een brein dat probeerde ons inzicht in de werkelijkheid te maximaliseren maar van een brein dat probeerde onze kans op overleven en reproduceren te maximaliseren. Het voorzag ons daardoor van een verzameling van grove informatie-verwerkingsstrategieën die goed genoeg maar werkten om te overleven maar niet zo nauwkeurig was.

Het resultaat is dat we de werkelijkheid niet waarnemen zoals hij is. In plaats daarvan nemen we een slordige en vertekende weergave van de werkelijkheid weer. Tegelijkertijd merken we normaal gesproken zelf niet dat we werkelijkheid vertekend waarnemen en zijn we ons niet bewust van veel van de heuristieken die leiden tot de cognitieve fouten. Nisbett en Wilson (1977a; 1977b) toonden aan dat veel mentale processen ontoegankelijk voor ons zijn en dat wat zelf denken en zeggen over onze mentale processen vaak niet juist is.

Gemotiveerd redeneren

Een derde soort reden voor cognitieve fouten heeft te maken met eigen gevoelde belangen. We redeneren vaak in ons eigen straat en we komen tot conclusies die ons goed uitkomen. Dit verschijnsel heet gemotiveerd redeneren. Vaak zijn we ons hier maar ten dele van bewust of zelfs helemaal niet. Gemotiveerd redeneren hangt samen met twee andere bekende concepten uit de psychologie: cognitieve dissonantie en confirmation bias. Cognitieve dissonantie kan gemotiveerd redeneren in werking zetten en confirmation bias is de manier waarop het plaatsvindt.

Cognitieve dissonantie

Dit is een concept dat werd bedacht door Leon Festinger (1962). Kort gezegd komt het hier op neer. Mensen handelen naar hun overtuigingen. Als we informatie tegenkomen die in strijd is met onze huidige overtuigingen (en daarmee niet past bij ons handelen) dan ontstaat er een psychologisch ongemak (cognitieve dissonantie) waar we van af willen. Dit verminderen van de cognitieve dissonantie doen we door situaties en informatie te vermijden die ons dit ongemak geven. Confirmation bias betekent dat we de neiging om vooral zoeken en te kijken naar bewijs dat onze hypothese ondersteunt. Ook merken we zulk bewijs eerder op (dit wordt selectieve perceptie genoemd) en onthouden we het beter.

Confirmation bias

De confirmation bias vindt grotendeels onbewust plaats. We realiseren ons namelijk vaak niet dat het zoeken naar bevestigende informatie een slechte strategie is om tot juiste oordelen te komen. Gemotiveerd redeneren kan bewust plaatsvinden en dat is ook vaak het geval. Politici die bijvoorbeeld handig in hun eigen straatje praten, doen het waarschijnlijk vaak zeer bewust. Een probleem is dat gemotiveerd redeneren ook vaak onbewust plaatsvindt. Dit heeft te maken met de eerder genoemde confirmation bias die deels onbewust plaatsvindt.

Maar het kan ook te maken hebben met andere psychologische effecten zoals het zeggen-is-geloven effect. Als we een conclusie of overtuiging hardop zeggen en herhalen gaan we steeds meer geloven in de juistheid ervan. Gemotiveerd redeneren komt onder andere terug in hoe mensen vaak weigeren om eigen fouten toe te geven. Dit fenomeen werd ooit uitgebreid beschreven in het boek Mistakes were made, but not by me (Tavris & Aronson, 2007). Deze neiging om onze eigen denkbeelden en ons eigen handelen altijd te rechtvaardigen, is trouwens niet eigen aan politici. We doen het allemaal en vaak zonder dat we ons dat ten volle realiseren.

Sociale druk

Sociale druk is een vierde factor die de kwaliteit van onze informatieverwerking en oordeelsvorming kan bedreigen. We hebben er als mensen een sterke behoefte aan om onszelf te zien als verbonden met andere mensen en als behorend tot bepaalde groepen. Als binnen de groep waar we ons toe rekenen sterke opvattingen of denkbeelden heersen dan kunnen we een sterke druk voelen om ons te conformeren aan die opvattingen en denkbeelden. Zelfs als er aanwijzingen zijn dat die opvattingen en denkbeelden helemaal niet kloppen, kunnen we eraan vasthouden uit angst niet meer geaccepteerd te worden door onze groep.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (4)