Ken je het volgende gevoel? Je gaat naar een congres of een afscheidsreceptie en je loopt een ruimte binnen vol met onbekenden. Je voelt je onzeker en vindt het eng om op mensen af te stappen om een gesprekje aan te knopen. Je maakt je zorgen over of ze je wel aardig vinden en of je wel een positieve indruk op ze zult maken. Dat ze je vriendelijk aankijken, betekent niet automatisch dat je ze mogen. Mensen kunnen soms immers goed toneelspelen. Als je dit soort onzekerheid bij jezelf herkent, lees dan even verder. Een onderzoek van Boothby et al (2018) laat verrassende bevindingen zien die belangrijk zijn voor het hierboven beschreven soort situaties.
Onderzoek naar de liking gap
Eerder onderzoek (Savitsky et al., 2001) heeft al eens laten zien dat de meeste mensen de neiging hebben zichzelf overmatig kritisch te beoordelen in sociale interacties en dat anderen ons in het algemeen iets milder beoordelen dan wijzelf. Erica Boothby en haar collega’s noemen dit verschijnsel de liking gap en ze deden er nader onderzoek naar.
In een eerste onderzoek vonden ze dat mensen inderdaad onderschatten hoe aardig anderen hen vinden na een kort gesprekje. In een tweede onderzoek bleek dat de liking gap bestaat doordat mensen zich vooral concentreren op hun eigen zelf-kritische gedachten en niet omdat hun gesprekspartner niet lieten merken dat ze hen aardig vonden (want dat deden ze wel). In een derde en een vierde onderzoek bleek dat de liking gap optreedt bij zowel korte, als gemiddeld lange en lange gesprekken.
De onderstaande figuur laat zien hoe de deelnemers aan het onderzoek systematisch onderschatten hoe aardig ze werden gevonden en hoe leuk hun gesprekspartners het gesprek hadden gevonden.
In een vijfde onderzoek werden studerende huisgenoten gedurende een jaar gevolgd. Dit onderzoek liet zien dat de liking gap ook toen optrad tussen huisgenoten (zie figuur hieronder).
De aparte plek van sociale interacties
De liking gap die in dit onderzoek wordt getoond, vormt een opvallende afwijking van de menselijk neiging om positief over de eigen eigenschappen en kwaliteiten te denken (zie bijvoorbeeld hier). Het lijkt erop dat mensen in hun beoordeling van hun sociale interactie minder rooskleurig denken over zichzelf. Op dit gebied lijken de meeste mensen overmatig pessimistisch te zijn.
Conclusie
Ons overmatige pessimisme voor hoe negatief anderen over ons denken in sociale interacties kan ons te terughoudend maken in het aangaan van gesprekjes en relaties. We merken te weinig op dat anderen ons signalen geven dat ze ons mogen en realiseren ons te weinig dat ze dit in het algemeen menen. In plaats daarvan concentreren we ons vooral op onze eigen kritische gedachten over onszelf.
Als we ons dit realiseren kunnen we proberen er rekening mee te houden. We kunnen iets gemakkelijker op anderen afstappen en we kunnen letten op hun signalen van sympathie en deze iets serieuzer gaan nemen.
Open link
► Dit onderzoek (Tissera et al., 2023) gaat over de ‘liking gap’. Dit is verschijnsel dat je denkt dat anderen je minder aardig vinden dan ze je daadwerkelijk vinden. (de daadwerkelijke liking gap), en de perceptie dat mensen denken dat ze anderen aardiger vinden dan dat anderen hen vinden (de waargenomen liking gap).
De onderzoekers bestudeerden dit in zowel platonische als romantische eerste-indrukssituaties. De bevindingen toonden aan dat beide ‘liking gaps’ aanwezig waren bij de deelnemers. Hoewel er enig bewijs was dat beter aangepaste mensen minder kans hadden op een waargenomen ‘liking gap’, was er geen verband tussen aanpassingsvermogen en de daadwerkelijke ‘liking gap’. Aanpassing was voornamelijk gerelateerd aan het hebben van positievere zelfwaarderingsoordelen. Dit onderzoek draagt bij aan de verdere ontwikkeling van de literatuur rond sociale perceptie en oordeelvorming.
Open link
► Dit artikel van Oviedo et al. (2025) laat zien dat mensen vaak onderschatten hoe positief anderen hen waarnemen in gesprekken, een cognitieve bias die de “liking gap” wordt genoemd. In twee experimenten onderzochten de auteurs hoe dit effect voorkomt in verschillende vormen van computer-gemedieerde communicatie (zoals tekst-, audio- en videochat) en bij het wisselen tussen deze media. De resultaten toonden aan dat de liking gap consistent aanwezig is, ongeacht het gebruikte communicatiemedium of de overgang daartussen. Experiment 1 richtte zich op een taakgerichte context, waarbij deelnemers visuele figuren beschreven en raden. Experiment 2 onderzocht sociale gesprekken over favoriete films en series. De onderzoekers gebruikten een experimenteel design om causaliteit vast te stellen en ontdekten dat sociale nabijheid (het gevoel van verbondenheid met een gesprekspartner) niet altijd leidt tot een kleinere liking gap; in sommige gevallen vergrootte het deze juist. Bovendien bleek dat meer plezier tijdens een gesprek samenhing met een hogere waardering van de gesprekspartner. Hoewel de liking gap geen effect had op geheugenprestaties, verbeterde het onthouden van informatie wanneer deelnemers overschakelden van tekst- naar videochat. Deze bevindingen ondersteunen de theorie dat communicatiemedia verschillen in hoe ze sociale signalen overbrengen, en benadrukken hoe mispercepties in sociale interacties digitale communicatie kunnen beïnvloeden en kansen voor betekenisvolle relaties kunnen beperken.