De optimismevraag schept optimisme als je het het hardst nodig hebt

Met het woord optimisme werd vroeger iets anders bedoeld dan wat er tegenwoordig meestal mee wordt bedoeld. Oorspronkelijk betekende optimisme dat je geloofde in de best mogelijke wereld te leven. Tegenwoordig betekent optimisme iets als het geloof dat een betere toekomst mogelijk is. Optimisme is ook belangrijk in progressiegericht werken. Als we het binnen progressiegericht werken over optimisme hebben, dan bedoelen we hier niet een vaag soort positivisme of een miskenning van problemen mee en ook niet een geloof dat de toekomst vanzelf beter zal worden. Ons uitgangspunt is dat progressie mogelijk is maar niet vanzelf gaat en dus inspanning vergt (lees meer hierover in dit artikel). Optimisme kun je zien als een voorwaarde voor het aan de slag gaan om je situatie te verbeteren. Als je immers niet gelooft dat een betere toekomst mogelijk is, waarom zou je je best dan doen om deze te bereiken? Maar wanneer we geconfronteerd worden met heftige tegenslag is het vaak moeilijk om optimistisch te zijn.
De rest van dit artikel is alleen toegankelijk voor geregistreerde leden. U kunt zich gratis registreren en hebt dan toegang tot alle artikelen. Mocht u al een account hebben aangemaakt, dan kunt u hier inloggen om de inhoud van deze pagina te bekijken.
6 Comments
Dag Coert,
Waar ik even benieuwd naar ben: hoe kijken jullie aan tegen de flowchart uit het Brugse model, waarin je aan de hand van het soort werkrelatie kan bepalen welk type vragen je stelt? Ik zie hem nergens terugkomen in jouw stukken/boeken. Is daar een goede reden voor? Ik stel deze vraag ook n.a.v. bovenstaand stukje (als in: wanneer is het wel of niet gepast een dergelijke vraag te stellen).
Hartelijke groet,
Sebastiaan
Beste Sebastiaan, Ik heb niet scherp voor ogen wat dat ook weer was maar herinner me dat ik er niet zo’n fan van was. Ik meen me te herinneren dat het in feite neer kwam op het maken van het onderscheid tussen een bezoekerstypische interactie, een klachttypische interactie en een klanttypische interactie. Deze begrippen komen ook voor in verschillende van onze boeken en zijn ontleend aan het werk van vooral Berg en de Shazer.
Dag Coert,
De flowchart komt inderdaad overeen met die drie type relaties, maar hij is wat meer uitgebreid uitgewerkt. Ik vind het erg autonomie- ondersteunend om volgens dit model te werken, omdat het handvatten geeft welke stappen je kan zetten (enkel erkenning geven > samen hulpvragen formuleren > cliënt laten doen wat werkt > vragen wanneer contact kan stoppen).
Hiermee voorkom je dat je ‘te snel gaat’ voor de ander. Als je zin en tijd hebt, ben ik heel nieuwsgierig om van je te horen hoe jij hier tegen aan kijkt, of waarom je hier niet zo’n fan van bent. Ik deel namelijk volledig jouw visie op oplossingsgericht werken en de meerwaarde van progressiegericht werken.
https://www.google.nl/search?q=louis+cauffman+flowchart&rlz=1C1NCHA_enNL564NL564&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwjx-PPe89_ZAhVII8AKHTP6AZMQ_AUICigB&biw=1366&bih=637#imgrc=dyc5_x4pKjR7xM:
Normaal gesproken ben ik niet zo geneigd om commentaar te geven op allerlei dingen die me wat minder aanspreken. Dan kun je wel bezig blijven. Maar omdat je het nadrukkelijk vraagt, wil ik er hier kort iets over zeggen en het daar, op deze plek, ook bij laten. Ik heb het plaatje net even bekeken en er spreken met meerdere dingen niet zo in aan: 1) het concept ‘beperking’ spreekt me niet aan; wij hebben dat concept niet nodig, 2) de persoonsgerichte labels (zoals ‘zoeker’) die een statische mindset kunnen oproepen, 3) het woord ‘relatie’ in plaats van ‘interactie (dit laatste woord doet veel meer recht aan het dynamische karakter). Dit is even een snelle samenvatting van wat me er niet in aanspreekt. Wat mij betreft is de manier van beschrijven zoals De Jong en Berg die beschreven zinvoller. Wij hebben in progressiegericht werken veel interventies die helpen bij interacties waarbij sprake is van onvrijwilligheid, tegenzin of weerstand. Zie bijvoorbeeld hier en hier.
Dag Coert,
Dat begrijp ik heel goed. Zeker niet mijn bedoeling om m’n eigen thema’s aan je op te dringen. Waardeer je uitgebreide reactie en neem het zeker mee!
[…] 18. De optimismevraag Bedoeld om het optimisme dat er is te benoemen en versterken. Voorbeelden: “Wat stemt jou optimistisch?” en “Welke aanwijzingen heb je dat het wel eens zou kunnen gaan lukken?” (Lees meer) […]