Normaliseren is een krachtige progressiegerichte techniek. Normaliseren betekent dat je als coach laat merken dat je wat je cliënten zeggen of doen als normaal beschouwt, gegeven hun omstandigheden. Doordat de coach normaliseert wordt het voor cliënten gemakkelijker om te gaan geloven dat hun problemen oplosbaar zijn en dat ze progressie kunnen boeken. Hieronder leg ik uit wanneer normaliseren vooral van toepassing is en hoe je het kunt doen.
Surplusproblemen
Wanneer mensen een probleem hebben, kunnen ze zich soms zorgen maken over het feit dat ze een probleem hebben of over hun eigen manier van reageren op het probleem. Een voorbeeld: Jan ervaart enkele problemen in de samenwerking met zijn collega’s waar hij last van heeft in de uitvoering van zijn werkzaamheden. Na verloop van tijd begint hij zich af te vragen of deze problemen niet aan hemzelf liggen. Is er soms iets mis met hem dat hij deze problemen heeft? Is hij abnormaal dat hij in dit soort situaties terecht komt? Is zijn manier van reageren abnormaal? Deze laatste zorgen en angsten vormen een probleem op zich. De problemen in de samenwerking zijn het primaire probleem, Jans zorgen over of hij wel normaal is, noemen we het surplusprobleem.
Het ervaren van dergelijke surplusproblemen belemmert meestal het oplossen van het primaire probleem. Door het ervaren van het surplusprobleem kunnen mensen wat pessimistischer worden en zich minder competent gaan voelen. Normaliseren kan hen dan helpen om wat rustiger, optimistischer en doelgerichter te kijken naar hun situatie. Dit komt omdat normaliseren cliënten helpt om niet zozeer na te denken over de, meestal vruchteloze, vraag of er iets mis met hen en in plaats daarvan na te denken over de situatie en wat ze kunnen doen om deze te verbeteren.
Drie doelen van normaliseren
Normaliseren kan gericht zijn op verschillende dingen. In de eerste plaats kan het als doel hebben om de indruk van cliënten weg te nemen dat hun probleem raar is of dat ze de enige zijn met een dergelijk probleem. Coaches kunnen dan normaliseren door dingen te zeggen als:
- “Ik spreek vaak mensen die tegen dit soort problemen aanlopen”
- “Dit soort problemen komt veel voor”
- “Veel mensen hebben wel eens met dit soort dingen te maken”
In de tweede plaats kan normaliseren als doel hebben om de indruk van cliënten weg te nemen dat hun manier van reageren abnormaal is. Coaches kunnen dan normaliseren door dingen te zeggen als:
- “Logisch dat je boos bent, dat begrijp ik, gezien wat er gebeurde”
- “Ik denk dat veel andere mensen ook zo zouden hebben gereageerd als ze in dezelfde omstandigheden waren”
- “Ik denk dat jouw reactie normaal is gezien de lastige situatie waarin je je bevindt”
Ten derde kan normaliseren goed werken in situaties waarin mensen met tegenslag te maken hebben of wanneer het hen nog niet lukt om goede resultaten te bereiken. In dit soort situaties kunnen mensen zelfondermijnende gedachten ontwikkelen zoals dat zij gewoon het talent missen of dat succes gewoon niet voor hen is weggelegd. Dit soort gedachten vormen een surplusprobleem dat hen behoorlijk kan belemmeren. Coaches kunnen in zulke situaties normaliseren door opmerkingen als:
- “Dat het je nog niet gelukt is, is wel begrijpelijk want het is ook een moeilijke klus”
- “Ik spreek vaker mensen die met dit soort tegenslag te maken krijgen”
- “Het vergt vaak veel volharding om dit soort moeilijke dingen voor elkaar te krijgen”
Conclusie
Normaliseren werkt niet alleen vaak goed. Het is ook vaak helemaal terecht dat coaches normaliseren. We zijn namelijk meestal minder uniek in de problemen en tegenslagen die we hebben dan we ons realiseren. Normaliseren kan cliënten helpen om zich dit laatste te realiseren. Het helpt hen daardoor om iets minder stress en zelftwijfel te hebben en om zich te richten op het probleem en te bedenken hoe vooruit kunnen komen in de richting van een betere situatie.
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks