Een recent onderzoek van Renoux et al. (2024) werpt een interessant licht op hoe kleuters denken over verschillen in schoolprestaties. Dit onderzoek, uitgevoerd onder 610 Franse kleuters, onthult dat kinderen geneigd zijn meer inherente factoren (zoals intelligentie) dan extrinsieke factoren (zoals toegang tot onderwijsmiddelen) aan te wijzen als verklaringen voor waarom sommige kinderen beter presteren op school dan anderen. Lees meer over wat deze inherence bias inhoudt en wat de gevolgen ervan zijn.
Kleuters en hun Perceptie van Schoolprestaties
Het onderzoek legt bloot hoe kleuters vaak denken dat persoonlijke eigenschappen, zoals slim zijn of ijverigheid, de redenen zijn voor betere schoolprestaties, in plaats van externe factoren, zoals de gezinssituatie. Deze manier van denken kan leiden tot ongelijke onderwijskansen en zelfpercepties bij kinderen. Kinderen uit minder bevoorrechte gezinnen of minderheidsgroepen, die vaak slechter presteren op school, worden hierdoor extra benadeeld.
Onderzoeksresultaten
De kleuters kregen scenario’s voorgelegd over kinderen die al dan niet goed bijdragen aan het klasgesprek. Uit hun reacties bleek een duidelijke voorkeur voor verklaringen die wijzen op persoonlijke eigenschappen van de kinderen, in lijn met eerder onderzoek naar de inherence bias bij kleuters. Interessant genoeg gaven de kinderen ook aan dat kinderen die meer bijdragen aan het klasgesprek positief beoordeeld werden op aspecten als intelligentie en aardigheid.
Verdere analyse is nodig om te begrijpen waarom meisjes bij succes vaker naar zichzelf wezen dan jongens. Het onderzoek toonde ook aan dat sociale klasse geen invloed had op hoe kinderen dachten over hun eigen bijdrage aan het klasgesprek. Dit is in strijd met bevindingen uit eerder onderzoek. Dit suggereert dat kinderen zich mogelijk meer vergelijken met leeftijdsgenoten uit vergelijkbare sociale klassen.
Reflectie
Dit onderzoek bevestigt dat kleuters de neiging hebben om verschillen in schoolprestaties vooral aan persoonlijke eigenschappen toe te schrijven. Door verschillen in schoolprestaties als inherent te beschouwen, worden deze verschillen sneller geaccepteerd en als legitiem en onveranderlijk gezien, zelfs wanneer ze dat niet zijn. Dit kan ongelijkheid in het onderwijs versterken, vooral die op basis van sociale klasse die al vroeg ontstaat.
Het is belangrijk om ons bewust te zijn van deze vroege percepties en de manier waarop ze de kijk van kinderen op onderwijs en hun eigen mogelijkheden kunnen vormen. Door aandacht te besteden aan hoe we praten over schoolprestaties en succes, kunnen we werken aan een meer inclusieve en gelijkwaardige onderwijsomgeving voor alle kinderen.
De bevindingen van dit onderzoek raken aan kernconcepten van de mindsettheorie en de fundamentele attributiefout.
- De mindsettheorie, die stelt dat individuen een groeimindset of een statische mindset kunnen hebben, is relevant omdat het benadrukt hoe belangrijk het is om kinderen te leren dat inspanning en strategieën, en niet alleen inherente intelligentie, belangrijk zijn voor succes.
- Dit onderzoek illustreert een vroege vorm van de fundamentele attributiefout, waarbij kinderen de neiging hebben om succes of falen toe te schrijven aan persoonlijke kwaliteiten in plaats van externe omstandigheden, wat kan bijdragen aan het versterken van vaste overtuigingen over hun capaciteiten. Door deze vroege overtuigingen aan te pakken, kunnen we een fundament leggen voor een meer groeigerichte mindset bij kinderen, wat belangrijk is voor het bevorderen van gelijkheid in onderwijskansen.
0 reacties