In 1994 verscheen het boek The Bell Curve, geschreven door Richard Herrnstein en Charles Murray. Het boek deed enorm veel stof opwaaien. Het boek betoogde op basis van talloze statistieken dat intelligentie (zoals gemeten door IQ tests) een betekenisvol construct is dat de verschillen in cognitieve capaciteiten tussen mensen beschrijft. Verder schreven de auteurs dat 1) verschillen in intelligentie deels erfelijk zijn, 2) dat rassen bestaan en 3) dat mensen van verschillende rassen verschillen in hun gemiddelde IQ scores vanwege genetische verschillen tussen rassen. Ondanks een golf van kritiek op het boek, ook uit wetenschappelijke kring, heeft Murray zijn standpunten niet bijgesteld, zo bleek uit een recent interview met Sam Harris. Eric Turkheimer (foto), Kathryn Paige Harder en Richard Nisbett schreven een kritische reactie op dit interview en de denkbeelden van Murray (zie hier).
Hoe partners elkaar helpen heeft een effect op hoe goed zij zich voelen over die hulp en op hoe zij de kwaliteit van hun relatie ervaren. Indien de hulp die geboden wordt 1) zorgzaam is en 2) helpt om de situatie te verhelderen en 3) de behoeften van de hulpvrager onderkent beleeft de ontvanger 1) die hulp vaak als positief en 2) ervaren beide partners hun relatie als positief. Als de hulp echter wordt aangeboden op een negatieve manier, bemoeizuchtige of controlerende manier of wanneer hulp uitblijft waar hij nodig is (zie o.a. Overall et al., 2010) ervaart de ontvanger vaak stress en voelen beide partners zich negatiever over de relatie. Nieuw onderzoek van Don & Hammond (2017) kijkt naar de invloed van de hulpvrager op de kwaliteit van hulp en komt tot een wel verrassende bevinding.
In het onderwijs wordt nog veel geloof gehecht aan het bestaan en het belang van individuele leerstijlen. Het basisidee is dat leerlingen een individuele voorkeursleerstijl hebben en dat de manier van lesgeven hierop zou moeten worden afgestemd om goed leren te bevorderen. Enkele voorbeelden: sommige leerlingen zouden beter leren als stof visueel wordt aangeboden, andere als stof verbaal wordt aangeboden; sommige als stof concreet wordt aangeboden, andere als stof abstract wordt aangeboden. Al jarenlang laat onderzoek zien dat dit idee van individuele leerstijlen niet klopt. Een nieuwe publicatie (An & Carr, 2017) vat de problemen met het leerstijlen-idee samen en legt uit waarom de individuele-leerstijlen-benadering averechts werkt. Ook geven ze alternatieve verklaringen voor de individuele verschillen die docenten in hun leerlingen zien.
De zelfdeterminatietheorie (ZDT) is goed bruikbaar in veel contexten. ZDT kent niet alleen een praktische kant maar ook een uitgebreide theoretische kant (zie o.a. Ryan & Deci, 2017). Het begrijpen van deze onderliggende theorie helpt om de praktische suggesties die voortvloeien uit ZDT beter te begrijpen. Ik bespreek hier één van de belangrijke aspecten van de theorie, het principe van organismische integratie.
Er wordt veel gesproken over de positieve effecten van mindfulness meditatie. Het zou ons als individuen veel voordelen opleveren en ook onze maatschappij beter en vreedzamer maken. Veel onderzoek suggereren inderdaad dat mindfulness meditatie positieve effecten kan hebben. Maar hoeveel weten we precies over de effecten van mindfulness meditatie? Is er al genoeg bewijs voor de positieve effecten om te kunnen zeggen dat iedereen zou moeten mediteren?
In deze post uitte ik mijn scepsis over iets wat ‘Positive education’ wordt genoemd, een aanpak die wordt gepromoot door Martin Seligman (foto). Wat dat is, wordt uitgelegd in de video die ik ook noemde. Mijn twee redenen om sceptisch te zijn waren
dat ik de definities van positive education zoals die werden genoemd in de video eerder verwarrend dan verhelderend vond en
dat het voor mij geen uitgemaakte zaak is of geluk een criterium moet zijn in onderwijs (lees de post voor meer details over dit tweede punt.
Intrinsieke motivatie is de motivatie die voelen voor het doen van activiteiten die we leuk of interessant vinden. Veel onderzoek heeft laten zien dat intrinsieke motivatie bij ieder mens, ongeacht cultuur en leeftijd, aanwezig is en een belangrijke bron van volharding, groei en geluk is (lees meer hier, hier en hier). De mate waarin intrinsieke motivatie tot uiting komt, is afhankelijk van de mate waarin de psychologische basisbehoeften wordt voldaan (vooral aan autonomie en competentie maar mogelijk aan verbondenheid).
De meeste mensen besteden veel energie en tijd aan werk. Als werk mensen motiveert en ook weer energie oplevert kan het bijdragen aan tevredenheid over je leven en aan geluk. Maar als werk een voortdurende bron van stress is, kan dit er leiden dat de ons slecht voelen, dat we lichamelijke klachten krijgen, uitgeput raken en ziek worden of ontslag nemen. Nu er in de afgelopen vijftig jaar een verschuiving heeft plaatsgevonden van fysiek werk naar kenniswerk zijn ook de belangrijkste bronnen van overbelasting anders geworden. Vroeger waren dat vooral fysieke bronnen, nu zijn het steeds meer psychologische bronnen geworden.
Hoe ziet de menselijk natuur eruit? Zijn mensen van nature goed of slecht? Zijn we puur egoïstisch of zijn we ook in staat tot puur onbaatzuchtig (altruïstisch) handelen? Zijn we vooral in een voortdurend gevecht met elkaar verwikkeld of is het juister om te stellen dat we voornamelijk veel samenwerken en elkaar verzorgen? Hoe we dit soort vragen voor onszelf beantwoorden, is tamelijk belangrijk. Onze antwoorden op deze vragen bepalen namelijk in belangrijke mate wat we van onszelf verwachten en wat we van anderen verwachten. En als gevolg daarvan bepalen ze ook hoe we anderen behandelen en hoe we gedrag van anderen interpreteren.
Bij stereotypes denken we vaak vooral aan generaliserende negatieve oordelen over een categorie mensen. Bij een stereotype wordt het gedrag van een individu toegeschreven aan de groep waar hij of zij toe behoort (of veronderstelt wordt te behoren). Andersom kan het ook zijn dat vermeende negatieve eigenschappen van groepen geprojecteerd worden op individuen die tot die groep behoren. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat we stereotypen vaak als onwenselijk zien. Er zitten namelijk behoorlijk gevaarlijke kanten aan. Negatieve stereotypen kunnen spanningen tussen groepen opwekken of vergroten en de samenhang in de samenleving ondermijnen en ze miskennen het unieke karakter van individuen. Maar hoe zit het met positieve stereotypen, met andere woorden: positieve generaliserende oordelen over een sociale groep? Worden die wel gezien als positief omdat ze in feite alleen maar complimenteus zijn?
De replicatiecrisis binnen de psychologie heeft laten zien dat vrij veel onderzoeksresultaten uit het verleden niet vertrouwd kunnen worden. Sommige cynici zien hierin een reden om de hele psychologie af te schrijven en niet serieus meer te nemen. Dit vind ik een onlogische en onverstandige reactie. De replicatiecrisis komt voort uit een tekortschieten aan methodische en statistische kwaliteit van onderzoeken en een te geringe aandacht voor replicatiestudies en negatieve resultaten. De oplossing kan niet zijn om het hele idee van wetenschappelijkheid in de psychologie los te laten. Niet wetenschappelijke beweringen over psychologie zijn nog veel zwakker in methodische zin en daarmee nog minder betrouwbaar. Nee, de oplossingsrichting ligt in het methodisch versterken van wetenschappelijk psychologisch onderzoek (lees hier een voorbeeld van hoe Carol Dweck deze handschoen zeer serieus oppakt). De huidige situatie brengt met zich mee dat er, als het ware, een nieuwe inventaris moet worden opgebouwd van psychologische kennis. We kunnen er niet meer vanuit gaan dat onderzoeksresultaten uit het verleden automatische vertrouwd kunnen worden. Ieder onderwerp binnen de psychologie moet kritisch onder de loep genomen worden.
Stel je bent een tekst aan het lezen en je merkt dat je hem behoorlijk moeilijk vindt. Je moet behoorlijk veel moeite doen om de tekst te begrijpen. Hoe interpreteer je het feit dat je veel moeite moet doen? Denk je dat deze moeite een aanwijzing is dat je de grenzen van je capaciteiten bijna bereikt hebt? Zorgt het feit dat je de stof erg moeilijk vindt ervoor dat je de neiging krijgt om te stoppen met doorlezen?
In vroegere tijden werd de vraag hoe mensen hun hun leven betekenisvol konden invullen eenvoudigweg beantwoord door te verwijzen naar de bijbel (of een ander religieus boek, afhankelijk van de tijd en plek in de wereld waar men geboren was). Religieus dogma is voor een groeiend aantal mensen geen bevredigend antwoord meer op de vraag wat een betekenisvol leven inhoudt. Tegenwoordig hoor je steeds vaker zeggen dat er geen vastliggende zin van het leven is maar dat je zelf de zin (/betekenis) in je leven moet ontdekken of scheppen. Dit roep twee vragen op: hoe belangrijk is het überhaupt om het gevoel hebben dat je leven zin/betekenis heeft, en – als het belangrijk is – hoe kun je dan betekenis vinden of scheppen in je leven?
Het CPW-7-stappenmodel is een progressiegerichte structuur die veel gebruikt wordt in coaching. Via deze vragenstructuur is het mogelijk om cliënten te helpen om ideeën op te doen om stappen vooruit te zetten in de gewenste richting. Eén van de grote krachten van de aanpak is dat er gebruik wordt gemaakt van vragen naar eerdere successen. Een voorbeeld van zo’n vraag is: “Is het je al eens gelukt om …?” Een eerder succes is een situatie waarin het al eens gelukt is om iets beter te laten verlopen of op te lossen. Wanneer cliënten zich een eerder succes weten te herinneren, doen ze vaak ideeën op over hoe ze verder kunnen met hun huidige situatie en worden ze optimistischer over hun situatie.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Porter et al. (2024) verkent de effecten van gedeeld leiderschap en collectieve doeltreffendheid (het…