CPW trainingen progressiegericht werken worden door cursisten over het algemeen beoordeeld als leerzaam en prettig. We merken dit ook doordat cursisten onze trainingen aanbevelen aan collega’s en kennissen en ook regelmatig zelf terugkomen in een vervolgtraining. Als ik probeer te analyseren wat de belangrijkste reden is waarom onze trainingen goed werken dan komt ik tot het volgende antwoord: progressiegericht oefenen. In de trainingen van CPW bieden wij deelnemers veel gelegenheid om situaties te oefenen die voor hen relevant zijn en die ze uitdagend vinden. Ze oefenen veel met elkaar en met ons als trainers en soms met een live-cliënt.
Het woord ‘talent’ wordt veel gebruikt maar ik gebruik het liever niet zo vaak. Eén van de twee redenen dat ik niet zo gek ben op die term is dat het vaak tamelijk onduidelijk is wat ermee bedoeld wordt. Wanneer het woord gebruikt wordt denk ik dat mensen er doorgaans één van de volgende twee dingen mee bedoelen: ofwel hoog presteren (bijvoorbeeld prachtig gitaar spelen) of natuurlijke aanleg. Woordenboeken definiëren talent meestal als ‘natuurlijke aanleg’. De conventionele manier van denken van psychologen, opleider, ouders en managers is lang geweest (en is nog steeds, denk ik) dat talenten, in de zin van natuurlijke gaven, bestaan, dat individuen veel verschillen in deze natuurlijke gaven en dat deze talenten uitstekende voorspellers van toekomstig functioneren zijn. Daarom wordt vaak geadviseerd om je talenten te identificeren en om die activiteiten te kiezen waarvoor je talent hebt. Maar onderzoek dat in de afgelopen decennia is uitgevoerd heeft twijfel doen ontstaan over de mate waarin talent (in de zin van natuurlijke aanleg) inderdaad bestaat en nog meer twijfel over de mate waarin vroege verschillen in functioneren goede voorspellers van toekomstig topfunctioneren zijn. Ik zal kort enkele relevante publicaties noemen:
Deliberate practice, wat je zou kunnen vertalen als doelbewust oefenen, komt erop neer dat je geconcentreerd werkt aan (deel)taken waar jij nu nog niet betrouwbaar competent op kunt functioneren. Je zoekt hierbij dus de grens van je eigen competentie op, het punt waar het moeilijk begint te worden voor jou. Dat is wat je gaat oefenen. Je oefent kleine stukjes en je oefent ze steeds opnieuw. Daarbij is het belangrijk dat je één of andere vorm van betrouwbare feedback hebt om te beoordelen of je progressie boekt.
Visser, C.F. (2017). Leren van progressie. O&O – Ontwikkeling en Opleiding, jaargang 30. nr. 4.
Fouten laten ons zien wat er beter moet worden. Zorgvuldig kijken naar progressie kan ons laten zien hoe dat wat we belangrijk vinden beter moet worden en hoe we dat kunnen bereiken.
Als professionals op het gebied van ‘leren en ontwikkelen’ zijn we gericht op hoe mensen zichzelf kunnen verbeteren in hun werk en hoe leerprocessen hier ondersteunend bij kunnen zijn. Het is daarom belangrijk dat we kennis hebben over hoe mensen bepaalde leerervaringen kunnen opdoen, die teweeg brengen dat ze progressie boeken in dat wat ze doen en waarin ze zich willen verbeteren. Fouten spelen meestal een belangrijke rol bij leren: ze laten ons zien en ervaren wat er beter moet. Maar de rol van fouten is iets beperkter dan we ons vaak realiseren. Om een proces van voortgaande verbetering tot stand te brengen, is het nodig om zorgvuldig te kijken naar de progressie die we boeken en naar hoe die progressie tot stand komt. In dit artikel leg ik uit hoe dat werkt.
We krijgen regelmatig vragen over wat de termen intrinsiek en extrinsiek nu precies betekenen. Hieronder leg ik deze termen, centrale begrippen in de zelfdeterminatietheorie (ZDT), nader uit. Hierbij leg ik eerst het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie uit en vervolgens het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke doelen.
Welke rol speelt ervaring in onze professionele ontwikkeling? Vaak gaan we er vanuit dat hoe lang mensen iets al doen, bepaalt hoe goed ze er in zijn. Die gedachte is niet helemaal onzinnig natuurlijk. Het is namelijk niet zo dat er helemaal geen relatie is tussen hoe lang je iets al doet en hoe goed je er in bent. Iemand die nog maar een paar weken piano speelt, kan er bijvoorbeeld nog niet heel goed in zijn. Het onder de knie krijgen van bepaalde basisvaardigheden vergt altijd een zekere tijd. Maar de relatie tussen hoe lang je iets doet en hoe goed je er in bent, is anders dan we vaak veronderstellen.
Hoe kunnen we effectief studeren? Hieronder beschrijf ik 3 dimensies van effectief studeren. Deze zijn niet alleen bedoeld voor jonge mensen die een opleiding doen. Tegenwoordig is levenslang leren immers steeds normaler. En het is ook goed voor ons. Jezelf verstandelijk blijven uitdagen op iedere leeftijd draagt bij aan een gezond leven. Weten hoe je effectief studeert is goed voor iedereen op iedere leeftijd. De tips die hieronder vermeld staan kun je gebruiken als je bijvoorbeeld kennis uit boeken moet bestuderen maar ook als je bijvoorbeeld een muziekinstrument wilt leren bespelen.
Ik ga goed letten op plusjes vangen, zei een deelnemer aan onze training progressiegericht leidinggeven. Ik oefende met een groepje hoe je op een progressiegerichte manier kunt begeleiden bij een conflict toen hij de term ‘plusjes vangen’ gebruikte.
This book introduces the progress-focused approach. This approach is a set of principles and techniques which help individuals and teams make achieved and desired meaningful progress visible and to get ideas about next steps forward. The progress-focused approach, originally inspired by some practical techniques from solution-focused brief therapy, now heavily relies on findings from scientific psychology. It is used by many coaches, trainers, managers, teachers and employees.Lees verder »
Coert Visser, 2016, Gastcolumn in O&O, Tijdschrift voor Human Resource Development (pdf)
Hierbij nodig ik u uit om na te denken over persoonlijke en professionele ontwikkeling in termen van spiralen en er een experimentje mee te doen. Een spiraal is een positieve feedbacklus, een lus van oorzaak en gevolg die zichzelf versterkt. Een voorbeeld hiervan is een microfoon die dicht bij een luidspreker wordt gehouden. De microfoon pikt dan het geluid van de luidspreker op en stuurt dat steeds opnieuw naar de versterker. Het resultaat is een snerpende hoge toon waarvan het volume uitsluitend begrenst wordt door het vermogen van de versterker.
Veel coaches kennen de paradox: cliënten komen in coaching maar stellen zich vervolgens passief op en negeren je adviezen. Ook ik heb dit vaak zien gebeuren. Aan het begin van mijn loopbaan heb ik vele jaren als coach gewerkt op een wat je zou kunnen noemen traditionele manier. Deze manier van werken komt neer op 1) het analyseren van het probleem van de coachee, 2) het komen tot een diagnose, 3) het geven van adviezen en 4) het bespreken van de voortgang in het proces. Jarenlang heb ik vastgehouden aan deze manier van werken hoewel ik vaak ontevreden was over de effectiviteit van mijn coaching. Ik was vaak hard aan het werk in gesprek en cliënten leken nogal eens ongemotiveerd en passief. Eén van de meest onbegrijpelijke dingen vond ik dat cliënten adviezen vaak niet opvolgden.
Wanneer je cruciale gesprekken moet voeren, doe je er verstandig aan om die goed voor te bereiden. Het voorbereiden van het gesprek kan eraan bijdragen dat je met meer zelfvertrouwen het gesprek in gaat. Ook is de kans groot dat je tijdens het gesprek beter weet hoe je rustig kunt reageren op uitdagende uitingen van je gesprekspartner. Hieronder kun je drie tips lezen over het voorbereiden van cruciale gesprekken.
Filosofen hebben zich al eeuwenlang bezig gehouden met de vraag wat een goed leven is. Nauw verwant aan deze vraag is de vraag hoe we onze tijd goed kunnen besteden. Welke tijdsbestedingen beschouwen we tijdens de activiteit of achteraf als goed besteed en welke juist als verloren tijd of erger? Nadenkend over deze vragen kwam ik tot een denkkadertje, een 3×3 model van plezier en nut, dat wellicht behulpzaam kan zijn om hier wat (beginnen van) antwoorden op te formuleren. Lees verder »
Veel leidinggevenden snappen dat vriendelijkheid vaak beter werkt dan onvriendelijkheid in het werken met medewerkers. Daarom doen ze hun best om zich, als het even kan, vriendelijk op te stellen in de omgang met hen. In sommige situaties vinden ze het echter vaak lastig om die vriendelijkheid vast te houden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer medewerkers bij herhaling storend of schadelijk gedrag vertonen, zelfs na erop aangesproken te zijn. Of wanneer ze bij herhaling bepaalde dingen nalaten die bij hun functie horen. Leidinggevenden kunnen in zulke situaties wat geïrriteerd raken en ongeduldig worden en de behoefte krijgen om eens een hartig woordje met de betreffende medewerker te gaan spreken en misschien zelfs eens wat dreigende taal te uiten of met de vuist op tafel te slaan.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Aharoni et al. (2024) heeft zich gericht op de vraag of mensen morele evaluaties…