Binnen progressiegerichte gespreksvoering is de platformvraag een belangrijke en populaire. Deze vraag houdt in essentie in: Hoe ver ben je al in wat je wilt bereiken? De vraag is gebaseerd op het uitgangspunt binnen progressiegericht werken dat er altijd al een zekere basis van succes is, hoe klein die misschien ook is, waarop verder gewerkt kan worden. Het gaat, met andere woorden, om het idee dat de cliënt altijd al begonnen is met enige progressie te boeken in de gewenste richting. Ik leg de voordelen uit van de platformvraag en beschrijf enkele manieren waarop hij gesteld kan worden.
In het verlengde van mijn bespreking van Steven Pinker’s Enlightenment now, noem ik nu een ander nieuw boek met een vergelijkbare boodschap: It’s better than it looks van Gregg Easterbrook. In 2003 schreef deze econoom het boek The progress paradox, waarin hij de paradox beschreef dat, terwijl het leven steeds beter wordt, mensen zich slechter gaan voelen. In zijn nieuwe boek is zijn boodschap hetzelfde maar geeft hij tevens aan hoe er op allerlei gebieden enorm veel progressie is geboekt. Hij gaat ook in op een angst die veel mensen hebben ondanks al deze progressie: de angst voor instorting (collapse anxiety).
In het nieuwe boek van Steven Pinker, Enlightenment Now, kwam ik een nieuw woord tegen: progressiefobie. Het boek is een vurig pleidooi voor vier centrale ideeën uit de Verlichting: rede, wetenschap, humanisme en progressie. Pinker stelt dat de combinatie van deze ideeën zegt dat de mensheid door een groter begrip van de werkelijkheid, via wetenschap, en door een groeiende cirkel van sympathie, veroorzaakt door kosmopolitisme en rede, intellectuele en morele progressie kan boeken. Het doel van de verlichtingdenkers was niet zozeer om de menselijk natuur te verbeteren maar om instituties te bouwen die ervoor zouden zorgen dat het beste in mensen naar boven zou komen.
Visser, C.F. (2017). Leren van progressie. O&O – Ontwikkeling en Opleiding, jaargang 30. nr. 4.
Fouten laten ons zien wat er beter moet worden. Zorgvuldig kijken naar progressie kan ons laten zien hoe dat wat we belangrijk vinden beter moet worden en hoe we dat kunnen bereiken.
Als professionals op het gebied van ‘leren en ontwikkelen’ zijn we gericht op hoe mensen zichzelf kunnen verbeteren in hun werk en hoe leerprocessen hier ondersteunend bij kunnen zijn. Het is daarom belangrijk dat we kennis hebben over hoe mensen bepaalde leerervaringen kunnen opdoen, die teweeg brengen dat ze progressie boeken in dat wat ze doen en waarin ze zich willen verbeteren. Fouten spelen meestal een belangrijke rol bij leren: ze laten ons zien en ervaren wat er beter moet. Maar de rol van fouten is iets beperkter dan we ons vaak realiseren. Om een proces van voortgaande verbetering tot stand te brengen, is het nodig om zorgvuldig te kijken naar de progressie die we boeken en naar hoe die progressie tot stand komt. In dit artikel leg ik uit hoe dat werkt.
Eén specifieke valkuil als gevolg van de negativiteitsbias is dat we na een gemaakte fout meer willen veranderen dan nodig en verstandig is. Ik zal uitleggen wat ik bedoel. De negativiteitsbias is onze neiging om negatieve informatie en gebeurtenissen sterker op te merken dan positieve en er ook sterker door beïnvloed te worden. De grote meerderheid van de mensen is vatbaar voor deze negativiteitsbias (hoewel niet iedereen en ook niet iedereen in dezelfde mate). Een consequentie van de negativiteitsbias is dus dat we normaal gesproken de wereld iets negatiever en problematischer waarnemen dan terecht is. Er gaat meer iets meer, of misschien veel meer, goed dan we ons realiseren.
Progressie bereiken in iets wat belangrijk voor je is, is één van de meest motiverende dingen voor mensen. Om dit motiverende effect te kunnen beleven, moet ten minste aan twee voorwaarden zijn voldaan. De eerste is dat je je je progressie monitort. Omdat mensen normaal gesproken behept zijn met de negativiteitsbias komt het vaak voor dat ze de progressie die ze wel degelijk boeken niet goed waarnemen. Om gemotiveerd te raken door je bereikte progressie moet je haar wel kunnen zien en dus monitoren en in beeld brengen. De tweede voorwaarde is dat je een helder idee hebt over welke belangrijke progressie je eigenlijk wilt bereiken. We kunnen dit je progressiebehoefte noemen.
Veel leidinggevenden snappen dat vriendelijkheid vaak beter werkt dan onvriendelijkheid in het werken met medewerkers. Daarom doen ze hun best om zich, als het even kan, vriendelijk op te stellen in de omgang met hen. In sommige situaties vinden ze het echter vaak lastig om die vriendelijkheid vast te houden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer medewerkers bij herhaling storend of schadelijk gedrag vertonen, zelfs na erop aangesproken te zijn. Of wanneer ze bij herhaling bepaalde dingen nalaten die bij hun functie horen. Leidinggevenden kunnen in zulke situaties wat geïrriteerd raken en ongeduldig worden en de behoefte krijgen om eens een hartig woordje met de betreffende medewerker te gaan spreken en misschien zelfs eens wat dreigende taal te uiten of met de vuist op tafel te slaan.
Heb je zicht op bereikte progressie en verder te bereiken progressie? In welke mate en hoe we onze aandacht richten op progressie heeft belangrijke consequenties voor hoe we ons voelen en hoe we handelen. We kunnen verschillende soorten fouten maken in hoe we aandacht besteden aan progressie. Ik bespreek hier drie soorten ineffectieve manieren van kijken naar progressie en één effectieve.
De negativiteitsbias (ook wel genoemd het negativiteitseffect) is het verschijnsel dat we negatieve gebeurtenissen en informatie gemakkelijker opmerken dan positieve, dat we er sterker door beïnvloed worden en dat we ze gemakkelijker herinneren. Hoewel niet ieder individu en niet iedere leeftijdsgroep even gevoelig is voor de negativiteitsbias treedt hij wel vaak op. Amabile & Kramer (2011) vonden bijvoorbeeld in hun onderzoek naar werkbeleving dat het effect van negatieve gebeurtenissen twee tot drie keer zo sterk was als het effect van positieve gebeurtenissen.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Aharoni et al. (2024) heeft zich gericht op de vraag of mensen morele evaluaties…