Eerder onderzoek liet al zien dat het ego depletion model van wilskracht te simpel is. Nu is er onderzoek dat het hele bestaan van ego depletion in twijfel trekt.
Een populair begrip in de moderne psychologie is het begrip ego depletion ofwel ego-uitputting (zie onder andere Baumeister & Tierney, 2012). Kort gezegd gaat het ego-depletion model er van uit dat zelfbeheersing of wilskracht afhangt van een beperkte voorraad mentale energie. Wanneer je je lang probeert te concentreren of beheersen dan verbruik je, volgens Baumeister, die energie en begint de voorraad langzaam maar zeker op te raken. Hoe meer die energie opraakt hoe moeilijker het dan wordt om je te blijven beheersen. Dit ego depletion effect zou ook algemeen zijn. Elke taak die zelfbeheersing vergt put je energievoorraad uit en wanneer je energievoorraad uitgeput raakt wordt het moeilijker om je te concentreren of beheersen voor welke taak dan ook. Volgens de ego-depletie onderzoekers moet je zorgen dat je energie-voorraad weer wordt aangevuld, bijvoorbeeld door te rusten en te eten.
Over mindfulness-meditatie wordt beweert dat het kan bijdragen aan beter en prettiger functioneren. Wat voor bewijs is er dat het inderdaad werkt?
In dit artikel schreef ik over mindfulness en mindfulness-meditatie. Mindfulness-meditatie helpt om een toestand van mindfulness te ervaren. Mindfulness, wat zoiets is als het bewust en oordeelloos ervaren van het huidige moment, helpt, zo schreef ik dat artikel, om automatische gedachtestromen te onderbreken. Ook schreef ik dat er in de afgelopen jaren vrij veel onderzoek gedaan is naar effecten van mindfulness meditatie
en dat het zou leiden tot voordelen zoals een betere weerbaarheid tegen stress, een betere immuunfunctie, een betere mentale gezondheid, minder depressieve klachten en beter sociaal functioneren. Hier wil ik graag iets dieper ingaan op het bewijs voor de positieve effecten van mindfulness.
Recent verscheen er een meta-analyse van Macnamara et al. (2014) op basis waarvan door de auteurs geconcludeerd werd dat deliberate practice weliswaar belangrijk is voor de ontwikkeling van toppresteren maar minder belangrijk dan eerder gesuggereerd werd door Anders Ericsson en zijn collega’s (onder andere in Ericsson et al., 1993). Eerder heb ik al eens geschreven over publicaties waarin het werk van Ericsson werd bekritiseerd (lees dat artikel hier). Toen vond ik dat die auteurs op verschillende wijzen geen recht deden aan het werk van Ericsson en zijn beweringen bovendien verkeerd weergaven. Een van de auteurs van die eerdere publicaties (Hambrick) is ook betrokken bij deze nieuwe publicatie, de meta-analyse. Ik was benieuwd of dit nieuwe onderzoek wel recht deed aan het werk van Ericsson en aan het deliberate practice concept. Helaas denk ik dat dat ook nu niet het geval is.
Samenvatting [vertaling CV]: Kunnen interventies intelligentie betekenisvol doen toenemen? Zo ja, hoe? De Database of Raising Intelligence is een voortdurend bijgewerkt compendium van gerandomiseerde gecontroleerde proeven die werden opgezet om intelligentie te verhogen. In dit artikel onderzoeken de auteurs bijna iedere beschikbare interventie bij kinderen van de geboorte tot aan de kleuterschool met behulp van meta-analytische procedures indien meer dan 3 studies gelijke interventies toetsten en door interventies te analyseren indien er te weinig beschikbaar waren voor een meta-analyse. Dit leverde 4 meta-analyse op met betrekking tot de effecten van voedings-supplementen aan zwangere moeders en jonggeborenen, vroege onderwijs-interventies, interactie lezen en het sturen van een kind naar de peuterschool. Alle 4 de meta-analyses leverden significante resultaten op: Het geven van supplementen aan baby’s van lange-keten meervoudig onverzadigde vetzuren, het laten deelnemen van kinderen aan vroege educatieve interventies, het lezen voor kinderen op een interactieve manier en het sturen van kinderen naar een peuterschool verhogen alle de intelligentie van jonge kinderen.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Open link ► Dit onderzoek van Aharoni et al. (2024) heeft zich gericht op de vraag of mensen morele evaluaties…