Eerder onderzoek liet al zien dat het ego depletion model van wilskracht te simpel is. Nu is er onderzoek dat het hele bestaan van ego depletion in twijfel trekt.
Een populair begrip in de moderne psychologie is het begrip ego depletion ofwel ego-uitputting (zie onder andere Baumeister & Tierney, 2012). Kort gezegd gaat het ego-depletion model er van uit dat zelfbeheersing of wilskracht afhangt van een beperkte voorraad mentale energie. Wanneer je je lang probeert te concentreren of beheersen dan verbruik je, volgens Baumeister, die energie en begint de voorraad langzaam maar zeker op te raken. Hoe meer die energie opraakt hoe moeilijker het dan wordt om je te blijven beheersen. Dit ego depletion effect zou ook algemeen zijn. Elke taak die zelfbeheersing vergt put je energievoorraad uit en wanneer je energievoorraad uitgeput raakt wordt het moeilijker om je te concentreren of beheersen voor welke taak dan ook. Volgens de ego-depletie onderzoekers moet je zorgen dat je energie-voorraad weer wordt aangevuld, bijvoorbeeld door te rusten en te eten.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Eerder onderzoek: ego depletion model is te simpel
Zoals ik eerder al schreef (hier) zijn er twee lijnen van onderzoek die laten zien dat dit model van ego depletion een te simpele voorstelling van zaken geeft. Ten eerste, Moller et al (2006) hebben laten zien dat het effect van ego depletion niet optreedt voor alle soorten activiteiten. Het treedt volgens deze onderzoekers wel op voor activiteiten waarin sprake is van gecontroleerde motivatie maar niet voor activiteiten waarin sprake is van autonome motivatie. Ten tweede, Job et al (2015) hebben laten zien dat mindset relevant is. Ego depletion treedt volgens deze onderzoekers wel op voor mensen die geloven in de uitputtelijkheid van wilskracht maar niet voor mensen die geloven dat wilskracht in overvloed aanwezig kan zijn.
Nieuwe publicatie: ego depletion lijkt helemaal niet te bestaan
Carter et al (2015) deden meerdere meta-analyse om eerdere bevindingen over ego depletion te onderzoeken. Zij deden de volgende drie dingen anders dan bij een eerdere meta-analyse (Hagger et al, 2010) is gedaan: 1) ze hebben data uit zowel gepubliceerd als ongepubliceerd onderzoek gebruikt, 2) ze hebben betere inclusiecriteria gebruikt en 3) ze hebben baanbrekende statistische technieken gebruikt. Op basis van hun analyses stellen zij dat er heel weinig bewijs is dat ego depletion een echt verschijnsel is. Voor meer details verwijs ik je naar dit document.
Ik kwam een site tegen waarin Roy Baumeister, de persoon die het ego depletie concept heeft geïntroduceerd, als volgt wordt geciteerd:
“We did run multiple studies, some of which did not work, and some of which worked better than others. You may think that not reporting the less successful studies is wrong, but that is how the field works.”
Hmm… dat klinkt inderdaad verkeerd.
Hier is die website: https://replicationindex.wordpress.com/2014/12/01/roy-baumeisters-r-index/
Large-scale preregisttered replication study on ego depletion:
“Those doubtful of the theory may see the findings as damning for the egodepletion hypothesis. Those inclined toward the theory may retortt hat some exploratory results suggest that there may be an effect, especially under certain conditions, although this conclusion must remain tentative”:
https://www.researchgate.net/publication/346303522_A_multi-site_preregistered_paradigmatic_test_of_the_ego_depletion_effect