De veranderlijkheid en veranderbaarheid van persoonlijkheid

Toen ik opgeleid werd als psycholoog, in de jaren ’80, neigde de dominante manier van denken over intelligentie en persoonlijkheid naar wat we nu een statische mindset zouden noemen. Grofweg werd ons aangeleerd dat zowel intelligentie als persoonlijkheid vanaf een bepaalde leeftijd (zeg, 18) nauwelijks ontwikkelbaar zijn. Persoonlijkheid werd grofweg gedefinieerd als het geheel van stabiele gedragsneigingen van individuen. Er werd gedacht dat individuele verschillen in persoonlijkheid relatief stabiel waren en ook betekenisvol voor hoe we ons leven zouden moeten inrichten (denk bijvoorbeeld aan loopbaankeuzes).

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Persoonlijkheid: stabiel over situaties en over tijd?

Met het woord ‘stabiel’ werd gedoeld op twee dingen. Ten eerste werd gedacht dat persoonlijkheidskenmerken stabiel over situaties waren. Met andere woorden: dat we ons in verschillende soorten situaties ongeveer op een vergelijkbare manier zouden gedragen vanwege onze persoonlijkheidstrekken. Ten tweede werd gedacht dat persoonlijkheidstrekken stabiel over tijd waren. Hiermee werd bedoeld dat persoonlijkheidskenmerken over de loop van een leven niet veel veranderden.

Dat persoonlijkheid stabiel zou zijn over situaties werd al begin jaren ’70 in twijfel getrokken door Walter Mischel die onderzoek deed waaruit bleek dat de context waarin we functioneren een sterke invloed heeft op hoe we ons gedragen. Inmiddels is er binnen de psychologie een naam voor het systematisch (maar onbewust) overschatten van persoonskenmerken en het tegelijk onderschatten van het belang van situaties op ons gedrag: de fundamentele attributiefout.

Dat persoonlijkheidskenmerken stabiel zijn over tijd wordt nu ook twijfelachtiger. Eerder onderzoek suggereerde een matige tot sterke stabiliteit van individuele verschillen in persoonlijkheid (zie ook dit onderzoek). In een nieuw onderzoek van Harris et al. (2016) werden persoonlijkheidsbeoordelingen van kinderen van 14 jaar, uitgevoerd in 1947, vergeleken met persoonlijkheidsbeoordelingen en zelfbeoordelingen van deze zelfde mensen op 77-jarige leeftijd. Er werd wel een matige samenhang gevonden tussen de persoonlijkheidsbeoordelingen en zelfbeoordelingen van de mensen op hoge leeftijd. Maar er werd nauwelijks enige samenhang aangetroffen tussen de persoonlijkheid van de individuen op 14 jarige en op 77 jarige leeftijd.

Persoonlijkheid is veranderlijk en, mogelijk, bewust veranderbaar

De vermeende stabiliteit van persoonlijkheid over tijd werd in de tijd dat ik studeerde door velen aangevoerd als aanwijzing voor de stelling dat persoonlijkheid niet of nauwelijks ontwikkelbaar is. Dat argument heb ik nooit erg overtuigend gevonden. Dat een kenmerk in een grote steekproef niet sterk verandert bewijst niet dat verandering onmogelijk is. Het grootste deel van de mensen in de steekproef heeft wellicht niet geprobeerd de eigen persoonlijkheid te veranderen of zij die dit wel geprobeerd hebben hebben hier wellicht niet een goede aanpak voor gebruikt. Met andere woorden: onveranderlijkheid bewijst niet onveranderbaarheid.

Maar nu kan dus zelfs onveranderlijkheid niet meer als argument voor onveranderbaarheid worden aangevoerd. In deze steekproef bleek persoonlijkheid tamelijk veranderlijk terwijl we geen reden hebben om te denken dat de mensen in de steekproef meer dan andere mensen systematisch hebben geprobeerd hun persoonlijkheid te veranderen. In dit artikel laat ik zien hoe zo’n systematische aanpak van het veranderen van de eigen persoonlijkheid eruit kan zien. Ik vermoed steeds sterker dat persoonlijkheid veel veranderbaarder is dan mij als student werd aangeleerd.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (10)
  • Bruikbaar (4)