Norman Doidge publiceerde in 2007 de beststeller The Brain that changes itself. Met dit boek maakte hij bij het grote publiek het onderwerp neuroplasticiteit bekend. Neuroplasticiteit is het vermogen van de hersenen om zich te blijven ontwikkelen en reorganiseren. We hebben dat vermogen van wieg tot graf. In dat interessante boek beschreef Doidge het werk van verschillende pioniers in het vakgebied zoals Michael Merzenich, Paul Bach-y-Rita en Barbara Arrowsmith Young. Nu is er de opvolger van dat boek met de titel: The brain’s way of healing.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Negatieve recensie
Het boek is nog maar een paar dagen uit maar nog voor ik het boek te pakken had las ik al een vrij negatieve recensie in een Engelse krant. Doidge zou geen last hebben van valse bescheidenheid door zijn eerste boek het keerpunt in de geschiedenis van de breinwetenschap te noemen. Verder zou hij overdreven beweringen hebben gedaan over wat neuroplasticiteit vermag. Verder zou zijn uitleg niet feitelijk genoeg zijn en zou zijn boek een bijdrage leveren aan de moralisering van de geneeskunde die met zich meebrengt dat mensen zich zelf schuldig gaan voelen over hun eigen klachten.
Ik deel de kritiek niet
Nu ik het boek gelezen heb, ben ik wel verbaasd over het cynisme van deze recensent. Nergens vind ik de toon van Doidge onbescheiden. En ja, zijn boek heeft neuroplasticiteit inderdaad bekend gemaakt en was daarmee een belangrijk boek. Maar nergens schuift hij, naar mijn beleving, zichzelf als held naar voren. In plaats daarvan voert hij anderen op, de pioniers op het gebied van de neuroplasticiteit. Zij zijn zijn helden. Of de claims van Doidge overdreven zijn? Het is mij niet duidelijk over welke claims dat dan gaat. De dingen in beide boeken, ook in het nieuwe boek zijn soms ronduit onvoorstelbaar. Maar de beschrijvingen zijn feitelijk en vrijwel steeds heel precies. Waar mechanismes nog niet begrepen worden, wordt dat er duidelijk bij gezegd. En telkens zorgt hij ervoor om geen valse hoop te bieden en niet te veel te generaliseren. Ook haalt hij door het hele boek wetenschappelijk onderzoeken aan die zijn verhaal funderen.
Scepsis moet niet doorslaan in cynisme
Ik moet zeggen dat ik na lezing van Doidges eerste boek hier en daar wel enkele aarzelingen had over of wat er in stond wel echt zo had plaatsgevonden. Zo onvoorstelbaar leken de genezingen die erin beschreven waren soms (hoe kun je een blinde persoon nou leren zien via zijn tong?). Maar inmiddels heb ik er veel meer over gelezen en documentaires bekeken en mijn lichte argwaan is weg. Dat niet iedereen dit soort boeken met open armen ontvangt, kan ik mij best voorstellen. En ik ben een groot voorstander van scepsis. Maar scepsis betekent niet dat je het nieuwe en verrassende bij voorbaat afdoet als kwakzalverij of new-age-onzin. In plaats daarvan betekent het dat je serieuze claims open en kritisch onderzoekt. En er zijn genoeg redenen om de claims in Doidges boeken serieus te nemen. Die redenen zijn niet alleen gebaseerd op anekdotische voorbeelden maar ook op veel onderzoek. Ik heb de indruk dat weerstand vanuit de medische wereld soms mede ingegeven is door eigenbelang. Als je leest dat goedkope behandelwijzen van uiteenlopende breinziektes soms snel zeer effectief kunnen zijn dan kunnen gevestigde partijen (zoals de farmaceutische industrie) zich hierdoor bedreigd voelen.
Veel interessante voorbeelden
Enkele hoogtepunten uit het nieuwe boek vond ik een hoofdstuk over hoe chronische pijn soms kan worden afgeleerd, een hoofdstuk over hoe een man met de ziekte van Parkinson veel baat heeft gehad bij lopen, een hoofdstuk over de genezende werking van laserstralen en een hoofdstuk over het helende effect van het vergroten van je bewustzijn van je micro-bewegingen. Al met al is dit boek wat mij betreft een waardige opvolger van The brain that changes itself. Het is goed geschreven en bevat veel interessante nieuwe informatie.
Lees ook: Neuroplasticiteit bij ouderen
0 reacties