Een nieuw onderzoek van Makoto Matsuo (2018) kijkt naar het verband tussen vier interessante concepten binnen de psychologie: work engagement, leerdoelen, job crafting en reflectie.
In deze post noemde ik enkele vragen over bevlogenheid (work engagement). Nu zal ik enkele antwoorden geven over wat bevlogenheid is, wat het veroorzaakt en wat voor voordelen het oplevert.
1. Wat is bevlogenheid?
Bevlogenheid is een gemoedstoestand van voldoening van mensen in hun werk die gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie.
Vitaliteit gaat over energie, inspanning, volharding en veerkracht; toewijding gaat over betrokkenheid, een gevoel van betekenis, enthousiasme, inspiratie, trots en uitdaging.
Absorptie gaat over concentratie, een diepe belangstelling voor het werk, het gevoel dat tijd snel gaat en het moeilijk vinden om je los te maken van het werk.
Bevlogenheid (of work engagement, wat ik eigenlijk een mooiere term vind) is een aantrekkelijke en nuttige gemoedstoestand die mensen kunnen hebben in hun werk (lees meer). Bevlogenheid kenmerkt zich door vitaliteit, toewijding en absorptie en heeft als voordelen dat mensen productiever, creatiever, hulpvaardiger en tevredener zijn in hun werk. Er is al redelijk veel bekend over hoe bevlogenheid tot stand komt. Zowel factoren in de situatie als in de persoon dragen er aan bij. Een persoonlijke factor die samenhangt met bevlogenheid is bijvoorbeeld de groeimindset. Nieuw onderzoek van Franziska Depenbrock (2014) laat zien dat ook mindfulness samenhangt met bevlogenheid. Dit interesseert me natuurlijk wel omdat ik recent enkele berichtjes heb geschreven over de vele voordelen van mindfulness meditatie (Flow en mindfulness, Bewijs voor de voordelen van mindfulness-meditatie en Mindfulness-meditatie en progressiegericht werken). De verwachting dat mindfulness ook een bufferende werking heeft tegen ondermijnende effecten van negatieve gevoelens en gebeurtenissen op work engagement werd niet bevestigd in dit onderzoek. Lees hieronder de samenvatting van het artikel.
Coert Visser, Annabel van der Linden en Roelien van der Woude (2014), TvOO- Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties
Samenvatting
Wanneer medewerkers meer bevlogen zijn, functioneren zij in vele opzichten beter dan hun minder bevlogen collega’s. De bevlogenheid van medewerkers kan op allerlei manieren worden bevorderd, waardoor de prestaties van zowel het individu als de organisatie verbeteren. Peter Heslin (2010) suggereerde dat het stimuleren van een groeimindset een manier kan zijn om bevlogenheid te bevorderen. Uit recent onderzoek binnen een grote financiële organisatie blijkt dat er inderdaad een samenhang bestaat tussen een groeimindset en bevlogenheid.
Natuurlijk is de theorie van mindset heel relevant voor individuen; zowel voor kinderen als voor adolescenten en volwassenen. Geloven dat eigenschappen en capaciteiten ontwikkeld kunnen worden door inspanning heeft vele voorbeelden (zie onder andere dit interview). Maar het zou een misvatting zijn om te denken dat de groeimindset alleen een zaak is die relevant is voor individuen. Ook voor gezinnen, sportteams, afdelingen, organisaties en zelfs landen is de groeimindset relevant. Ik zeg dit om twee redenen.
Om te profiteren van het progressieprincipe is het nodig dat je ervoor zorgt dat je (vrijwel) iedere dag tijd reserveert om geconcentreerd en ongestoord te werken (minimaal een half uur tot een uur) aan werk dat betekenisvol voor je is.
Professional helpers’ growth mindset, work engagement and self-reported performance
Bevlogenheid is de gemoedstoestand van werkers die voordelen heeft voor individuen en voor de organisatie als geheel. Heslin (2010) suggereerde dat de bevlogenheid van mensen kan worden vergroot door een groeimindset op te wekken. Deze studie onderzocht bij een steekproef van professionele hulpverleners of de mate waarin zij een groeimindset hebben over hun cliënten (GMC) en over professionele hulpverleners (GMP) hun bevlogenheid (WE) voorspelde en hun zelfbeoordeelde functioneren (PERF). Structural equation modeling liet zien dat GMC een voorspeller was van WE en dat zowel GMP als WE een voorspeller was van PERF.
Automatische negatieve gedachten over jezelf kunnen je functioneren en welbevinden in de weg staan. Ik beschrijf hier kort twee manieren om je hiertegen te wapenen: flow en mindfulness-meditatie.
Onderzoekers Michael Robinson en Maya Tamir (2011) hebben twee soorten hersenactiviteit met elkaar vergeleken: taakgericht en zelfgericht. Deze twee toestanden van het brein remmen elkaar. Met andere woorden: als de ene actiever wordt, wordt de ander minder actief. De auteurs betogen op basis van onderzoek en theorieën dat een taakgerichte focus meer samenhangt met allerlei positieve uitkomsten zoals geluk, mentale gezondheid en productiviteit, terwijl een zelfgerichte focus meer samenhangt met depressie, psychopathologie en minder taaksucces.
In een dit interview stelt Teresa Amabile dat binnen veel organisaties creatief werk bemoeilijkt wordt doordat medewerkers onafgebroken bezig moeten blijven om te voldoen aan alle eisen die steeds maar weer op hen af blijven komen. Ze heeft het over emails, onderbrekingen, deadlines en de onophoudelijke druk om productiever en creatiever te zijn. Ze vergelijkt het werken in veel organisaties met het lopen op een loopband en stelt dat in veel organisaties de loopband op een steeds snellere stand is komen te staan.Lees verder »
In 2011 publiceerden Teresa Amabile, een hoogleraar aan Harvard Business School, en Steven Kramer, een ontwikkelingspsycholoog, het boek The Progress Principle: Using Small Wins to Ignite Joy, Engagement, and Creativity at Work. Het boek vormt één van de meest overtuigende bewijsstukken voor het belang van focussen op progressie in werksituaties. In het boek doen zij verslag van een grootschalig onderzoek naar het presteren en de motivatie van medewerkers.
Progressiegericht sturen is een techniek die vooral van toepassing is voor leidinggevenden, docenten, ouders en opdrachtgevers. Bij sturen gaat om intrinsieke oplossingen en om extrinsieke doelen. Met andere woorden: het gaat om situaties waarin de leidinggevende de medewerker activeert om zelf oplossingen te vinden voor een extern doel waar deze aan moet voldoen.
Sturen vervult twee soorten functies: (1) verwachtingen duidelijk maken en (2) grenzen stellen. Het duidelijk maken van verwachtingen is een belangrijk onderdeel van leidinggeven, opvoeden en lesgeven. Iedereen die deel uitmaakt van een sociaal systeem (een maatschappij, een organisatie, een school, een gezin) moet aan bepaalde eisen voldoen om goed te functioneren en een bijdrage te leveren. Als burger in een maatschappij moeten we bijvoorbeeld belasting betalen. Het kan zijn dat we het niet leuk vinden, maar, leuk of niet, we moeten er aan voldoen.
In zijn nieuwe boek Social Physics introduceert MIT hoogleraar Alex Pentland de discipline sociale fysica, een big-data-benadering van sociale wetenschap. Deze discipline richt zich met name op hoe ideeën door groepen en gemeenschappen stromen (idea flow) en hoe sociaal leren plaatsvindt waardoor productiviteit en creativiteit mogelijk gemaakt worden. Het boek beschrijft veel grootschalige onderzoeken en veel kernconcepten uit de sociale fysica en het introduceert ideeën om groepen, organisatie, steden en maatschappijen effectiever te maken.
Het dual process model geeft inzicht in hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen ondersteunen. De zelfdeterminatietheorie biedt belangrijke aanknopingspunten voor hoe docenten de motivatie van leerlingen kunnen verbeteren. Dit artikel bevat een samenvatting van dit soort interventies. Wanneer docenten deze interventies toepassen neemt de kans toe dat leerlingen zich beter gaan voelen, meer aangehaakt raken bij de lessen en beter gaan leren en presteren. Jang, Kim & Reeve (2016) laten zien dat een tweesporenaanpak, of, zoals zij het noemen een ‘dual process model’, nodig is om dit te bereiken.
Vorig jaar schreef ik al dat het bestaan van het ego-depletie twijfelachtig is (hier) en dat concept gebaseerd is op een simplistische manier van denken over psychologie (hier). Nu lijkt het doek voor het concept ego-depletie definitief te vallen. Daniel Enger beschrijft in een artikel in Slate hoe het concept stap voor stap van zijn voetstuk is gevallen.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Hier wat ik zou doen: Mats heeft het besproken en Frank geeft aan dat zijn gedrag niet betekent dat hij…