Hoe de motivatie en mindset van leraren voorspelt hoe zij lesgeven

door | sep 22, 2020 | mindset, zelfdeterminatietheorie | 5 reacties

Hoe de motivatie en mindset van leraren voorspelt hoe zij lesgeven

Een onderzoek (Vermote et al., 2020) bekijkt de hoe de motivatie en mindset van leraren in het hoger onderwijs (N=357) samenhangt met hun stijlen van lesgeven. Dit onderzoek is onder andere interessant om de volgende redenen: (1) Het onderzoekt het circumplexmodel van motivatiestijlen. Aelterman et al. (2019) onderzochten en bevestigden de circulaire structuur al eerder op middelbare scholen. Het huidige onderzoek doet dat in het hoger onderwijs, (2) Het bekijkt de afzonderlijke relatie tussen motivatie en mindset aan de ene kant en manier van lesgeven aan de andere kant. Voorspelt de motivatie van leraren hun stijl van lesgeven? Voorspelt de mindset van leraren hun stijl van lesgeven? Lees antwoorden op deze vragen hieronder.

Variabelen

De belangrijkste variabelen in het onderzoek waren:

  1. De motivatie van de leraren werd gemeten via de WTMST-schaal op basis waarvan per leraren een score werd berekend voor Autonome motivatie, Gecontroleerde motivatie en Amotivatie.
  2. De lesstijl werd gemeten via de SISQ-HE-schaal, een situationele vragenlijst op basis waarvan scores voor 4 lesstijlen (en 8 substijlen) werden berekend per leraar. In de SISQ-HE worden tien lessituaties beschreven. Bij iedere situatie worden enkele manieren van reageren beschreven. Respondenten wordt gevraagd aan te geven in hoeverre deze manieren van reageren overkomen met hoe zij dit schooljaar zelf hebben gehandeld.
  3. De mindsets van leraren werd gemeten via een licht aangepaste versie van de Implicit Theory of Intelligence-schaal (Dweck et al., 1995) op basis van scores voor een statische mindset en een groeimindset werden berekend per leraar.

Daarnaast werden drie andere schalen meegenomen in het onderzoek om de constructvaliditeit van de SIS-HE te meten. Dit waren de PCT, de TASCQ en de SEQ.

Overall resultaten

De belangrijkste resultaten waren:

  1. Via multidimensionele schaalanalyse werd de circulaire structuur bevestigd van de lesstijlen.
  2. Via hiërarchische regressieanalyses werd gevonden dat de motivatie en mindset van leraren op verschillende wijzen de lesstijl van leraren voorspelde.

Constructvaliditeit SISQ-HE

De onderstaande tabel geeft informatie over de constructvaliditeit van de SISQ-HE schaal. Door de tabel te bestuderen kun je een indruk krijgen van wat de verschillende motivatie(sub)stijlen inhouden.

Samenhang motivatie en mindset met lesstijlen

In het artikel kun je de gedetailleerde resultaten nalezen. In de onderstaande tabel heb ik een samenvatting en vereenvoudiging van de meest interessante resultaten weergegeven. De kolommen geven (sub)stijlen van lesgeven weer, de rijen gaan over respectievelijk de mindset en de motivatie van de leraren. Voor het overzicht heb ik gunstige correlaties blauw gemaakt en ongunstige rood (om verwarring te voorkomen: een negatieve correlatie met iets negatiefs is gunstig).

In woorden samengevat:

  1. Zowel de mindset als de motivatie van leraren hangen samen met hoe zij lesgeven. Grofweg kun je zeggen dat autonome motivatie en een groeimindset positief samenhangen met meer motiverende stijlen van lesgeven.
  2. Autonome motivatie bij leraren hangt positief samen met alle vier de motiverende stijlen van lesgeven: participatief, afstemmend, begeleidend en verduidelijkend.
  3. Een groeimindset bij leraren hangt samen met 2 motiverende stijlen van lesgeven: begeleidend en verduidelijkend. Voor mij verrassend is dat een groeimindset negatief samenhing met participatief.
  4. Tegelijk is het zo dat gecontroleerde motivatie, amotivatie en een statische mindset positief samenhingen met meer demotiverende stijlen van lesgeven. 

Relevantie

Dit onderzoek vormt weer een klein stukje in de complexe puzzel van het scheppen van een motiverend lesklimaat. Eerder onderzoek liet al zien hoe de motivatiestijlen samenhangen met effectiviteit van de leraar. Grofweg ziet dat er als volgt uit:

Het onderzoek van Vermote et al. biedt een aanwijzing dat zowel de motivatie en de mindset van leraren relevant zijn voor hoe zij lesgeven. Autonome motivatie en een groeimindset van de leraar kan bijdragen aan effectieve stijlen van lesgeven en daarmee aan gemotiveerde en goed presterende leerlingen. Gecontroleerde motivatie, amotivatie en een statische mindset van leraren kunnen hun effectiviteit ondermijnen en daarmee de kwaliteit van onderwijs.

Bruikbaarheid

Het lijkt raadzaam om te blijven investeren in de volgende dingen:

  1. het stimuleren van autonome motivatie en een groeimindset bij leraren
  2. het voorkomen en/of ombuigen van amotivatie, gecontroleerde motivatie en een statische mindset bij leraren
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (2)
  • Bruikbaar (0)

5 Reacties

  1. Coert Visser

    Open link

    ► In deze studie (Spypré et al., 2023), gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie en literatuur over leerkracht-overtuigingen, werd onderzocht hoe docenten hun motivatiestijl aanpassen aan de cognitieve vaardigheden van leerlingen. 122 docenten in het voortgezet onderwijs namen deel.
    De resultaten toonden aan dat docenten meer autonomie-ondersteunende en chaotische stijlen gebruikten, en minder controlerende en structurerende praktijken voor hoogbegaafde studenten dan voor gemiddelde studenten. De variatie in de perceptie van de effectiviteit van onderwijsstijlen legde deze verschillen uit.
    Ongeacht de begaafdheidsstatus van de leerlingen hing een statische mindset van de docent positief samen met het gebruik van een controlerende en chaotische stijl, terwijl ervaring in hoogbegaafdheidsonderwijs positief gerelateerd was aan het gebruik van autonomieondersteuning. Misvattingen over begaafdheid hadden geen invloed op de motivatiestijl van docenten.

    Antwoord
  2. Coert Visser

    Open link

    ► Dit onderzoek van Ma et al. (2023) bestudeerde de relatie tussen autonomie-ondersteuning door docenten en verschillende emotioneel-gedragsmatige profielen bij adolescenten. Hiervoor vulden 1741 adolescenten vragenlijsten in. Er werden vier profielen vastgesteld:

    1. Primarily externalizing (6.2%): Adolescenten met vooral agressief gedrag, maar weinig symptomen van angst en depressie en laag prosociaal gedrag.

    2. Comorbid (32.9%): Adolescenten met milde symptomen van zowel agressie als angst en depressie, en laag in prosociaal gedrag.

    3. Well-adjusted (53.7%): Adolescenten met weinig problemen en hoog in prosociaal gedrag, duidend op een goede aanpassing aan hun omgeving.

    4. High-risk (7.2%): Adolescenten met hoge niveaus van zowel agressie als angst en depressie, wijzend op een hoog risico voor hun welzijn.

    Adolescenten met docenten die veel autonomie-ondersteuning boden, vielen vaker in de ‘goed aangepast’ categorie. Ook werd geconstateerd dat meisjes meer dan jongens profiteerden wanneer zowel autonomie-ondersteuning als de groeimindset hoog waren.

    Het onderzoek suggereert dat docenten bekwaam moeten zijn in het creëren van een autonoom-ondersteunende omgeving en pleit voor het integreren van groeimindset-interventies in het schoolcurriculum, waarbij rekening moet worden gehouden met geslachtsverschillen.

    Antwoord
  3. Coert Visser

    Open link

    ► Dit onderzoek van Ma et al. (2022) richtte zich op het verkennen van de invloed van omgevingsfactoren (ondersteuning van de autonomie door de leraar) en persoonskenmerken (groeimindset ten opzichte van de persoonlijkheid) op externaliserende problemen bij adolescenten. Het onderzoek betrok 704 Han- en 642 Hui-adolescenten uit China en maakte gebruik van hiërarchische lineaire regressieanalyse.

    Uit de resultaten bleek dat ondersteuning van de autonomie door de leraar een directe en negatieve relatie had met externaliserende problemen. Deze relatie werd gemodereerd door zowel de groeimindset als etniciteit. Met name bij Hui-adolescenten zorgde een hoge groeimindset voor een buffer tegen de negatieve effecten van lage autonomie-ondersteuning door de leraar.

    De relevantie van dit onderzoek ligt in het benadrukken van het universele belang van autonomie-ondersteuning door leraren voor de mentale gezondheid van jongeren. Het toont ook het belang van een groeimindset aan als beschermende factor, wat praktische implicaties heeft voor het ontwerpen van schoolprogramma’s gericht op het bevorderen van adaptief gedrag bij jongeren.

    Antwoord
  4. Coert Visser

    Open link

    ► Deze studie van Vermote et al. (2023) laat zien dat middelbare school en universitaire leraren die zeker zijn over hun rol als leraar, zich beter voelen in hun werk en motiverender lesgeven. Leraren met een duidelijke onderwijsidentiteit zijn tevredener, minder snel uitgeput en minder geneigd om te stoppen met lesgeven.

    Ze geven les op een manier die leerlingen meer vrijheid en structuur biedt, en minder controleert. Leraren die twijfelen over hun rol als leraar, ervaren vaak het tegenovergestelde. De motivatie van leraren om les te geven speelt hierbij een belangrijke rol. Dit geldt voor zowel leraren in het middelbaar onderwijs als aan de universiteit. De studie benadrukt het belang van een sterke onderwijsidentiteit en motivatie voor het welzijn en de lesstijl van leraren.

    Antwoord
  5. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Harrison et al. (2024) laat zien dat het schoolklimaat een belangrijke rol speelt in het welzijn van leraren, met een indirect effect via de vervulling van hun psychologische basisbehoeften (autonomie, competentie en verbondenheid). Het onderzoek is gebaseerd op een sequentiële mixed-methods opzet, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens zijn verzameld.
    In het eerste deel van de studie werden 199 leraren uit Hongkong ondervraagd om een algemeen beeld te krijgen van de invloed van schoolklimaat op lerarenwelzijn. Dit liet zien dat een positief schoolklimaat samengaat met een hogere tevredenheid van psychologische basisbehoeften, wat bijdraagt aan een betere emotionele, psychologische en sociale welzijnservaring bij leraren.
    In het tweede deel van het onderzoek werden 15 leraren geïnterviewd om de kwantitatieve bevindingen te verdiepen. De kwalitatieve data toonden aan dat vooral de relaties met studenten en het gevoel van autonomie in het klaslokaal belangrijke factoren zijn in het welzijn van leraren.
    De auteurs benadrukken lerarenwelzijn vooral beïnvloed wordt door de vervulling van psychologische basisbehoeften die te maken hebben met hun interacties met studenten, zoals het opbouwen van positieve relaties en het gevoel van competentie en autonomie in de klas. De vervulling van deze behoeften in student-gerelateerde gebieden heeft een grotere impact op het welzijn van leraren dan de vervulling van behoeften in andere schoolcontexten die niet direct met studenten te maken hebben, zoals administratieve taken of de relatie met collega’s.

    Antwoord

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 524 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Kim, Setiawan, Wilkens, Le Marchand en Park (2023) laat zien dat een dieet dat…

  8. Coert Visser
  9. Coert Visser
  10. Coert Visser
  11. Coert Visser