Een geïntegreerd model van motiverende en demotiverende docentstijlen

Voor goed onderwijs is het nodig dat leerlingen betrokken en gemotiveerd bezig zijn met leren. Of dit het geval is, hangt tenminste gedeeltelijk af van hoe docenten lesgeven. Onderzoek heeft laten zien dat bepaalde docentstijlen in het algemeen demotiverend werken (zoals autoritair taalgebruik) en dat andere docentstijlen de motivatie van leerlingen juist ten goede komen (zoals het bieden van keuzemogelijkheden). Wat tot nu toe heeft ontbroken is een geïntegreerd model dat laat zien hoe motiverende en demotiverende docentstijlen eruit zien. Een nieuw artikel van Aelterman et al. (2019) presenteert een dergelijk model in de vorm van een circumflex, een circulaire grafische weergave.

Trainingen Progressiegericht Werken

Het circumplexmodel

De auteurs ontwikkelden op basis van de zelfdeterminatietheorie een tweedimensionaal model. De horizontale dimensie beschrijft de mate van ondersteuning van de psychologische basisbehoeften aan autonomie en structuur. De verticale dimensie beschrijft de mate van sturing door de docent. Door deze twee dimensies als een assenstelsel weer te geven ontstaan vier stijlen: 1) autonomie-ondersteuning, 2) structuur, 3) controle, en 4) chaos. Binnen elk van deze vier stijlen zijn twee subgebieden te onderscheiden. De onderstaande figuur toont het circumplex-model (voor een nadere uitleg over de termen in het model klik hier)

Toetsing van het model via de SIS-vragenlijst

Dit model werd vervolgens onderzocht via een speciaal ontwikkeld instrument, de Situation-in-School (SIS) vragenlijst. Deze situationele vragenlijst bevatte 12 realistische situaties die zich voordoen in de les. Per situatie werden vier manieren van reageren geschetst die correspondeerden met de vier stijlen en subgebieden in het model. Een voorbeeld van een item van de SIS is hieronder weergegeven:

Empirische steun voor het model

De vragenlijst werd afgenomen in zes onafhankelijke steekproeven bij docenten (N=1332) en hun leerlingen (N=1735). Multidimensionele schaalanalyses lieten zien, zowel bij docenten als bij leerlingen, dat motiverende en demotiverende docentstijlen het beste konden weergegeven door de tweedimensionale configuratie van het circumplexmodel. Ook voor de acht schubgebieden en voor de circulaire structuur werd steun gevonden. Met dit laatste wordt bedoeld dat correlaties van subgebieden met naastgelegen subgebieden het sterkst waren en afnamen en zelfs negatief werden naarmate de subgebieden verder uit elkaar lagen.

Overige analyses

De test-hertestbetrouwbaarheid van de docentstijlen was goed maar de overeenstemming tussen docent- en leerlingoordelen was vrij matig. Wat opviel was dat docenten zichzelf in het algemeen als wat meer behoeftenondersteunend beoordeelden dan hoe zij door leerlingen werden beleefd. Ten slotte werd de predictieve validiteit van het model getoetst wat sinusoide patronen van correlaten opleverde zoals in de onderstaande figuur waarbij de subgebieden gecorreleerd werden aan docentkwaliteit.

Conform de theoretische verwachting bleken de attuning en guiding stijl het sterkst positief te correleren met diverse positieve criteria (zoals docentkwaliteit) en het meest negatief met negatieve criteria (zoals burnout). Omgekeerd bleken domineering en abandoning juist positief te correleren met negatieve uitkomsten en negatief met positieve uitkomsten.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (4)