Het gezegde “werk slimmer, niet harder” suggereert dat efficiëntie en het minimaliseren van inspanning de sleutel zijn tot succes en welzijn. Maar klopt dat wel altijd? Levert het vermijden van inspanning ons daadwerkelijk een beter gevoel op over ons werk? Recent onderzoek van Campbell et al. (2025) werpt een ander licht op de zaak en suggereert dat duurzame inspanning zelf een bron van betekenis kan zijn.
Het onderzoek naar inspanning en betekenis
Het onderzoek van Campbell et al. (2025), met 2883 deelnemers in zes studies, richtte zich op de inspanning-betekenis relatie: de vraag of het leveren van inspanning het gevoel van betekenis en doelgerichtheid van een taak kan verhogen. Ze manipuleerden systematisch de hoeveelheid inspanning die deelnemers moesten leveren en maten vervolgens hoe betekenisvol de deelnemers die taken vonden.
- Verwachte betekenis: In de eerste studies bleek dat mensen verwachten dat taken die meer inspanning vergen (zowel voor henzelf als voor anderen) ook als betekenisvoller zullen worden ervaren, zelfs als de beloning (zoals een cijfer) gelijk blijft.
- Ervaren betekenis: Deelnemers die willekeurig werden toegewezen aan een moeilijkere versie van een objectief betekenisloze hoofrekentaak (die dus meer inspanning vergde), vonden deze taak significant betekenisvoller dan degenen die een makkelijke versie deden. Dit toont een causaal verband: meer inspanning leidt tot meer ervaren betekenis.
- Inspanning versus gemak (AI): Dit effect werd ook gevonden in een meer toegepaste setting. Deelnemers die een opinieparagraaf moesten schrijven zonder hulp van AI (ChatGPT), wat meer inspanning kostte, vonden de schrijfervaring betekenisvoller dan degenen die wel AI-hulp kregen. Gemak door technologie lijkt dus ten koste te kunnen gaan van betekenis.
- Geen kwestie van rechtvaardiging: De onderzoekers sloten grotendeels uit dat dit effect simpelweg komt door cognitieve dissonantie (het achteraf goedpraten van de geleverde inspanning). Zelfs toen deelnemers extra betaald kregen voor hun moeite (wat de noodzaak tot rechtvaardiging vermindert), bleef de inspannende taak als betekenisvoller worden ervaren.
- Het optimale inspanningsniveau: De laatste studie toonde aan dat meer inspanning niet altijd tot meer betekenis leidt. Op basis van de subjectieve ervaring van de deelnemers bleek de relatie een omgekeerde U-vorm te hebben: betekenis piekte bij gematigde inspanning. Zowel zeer weinig inspanning als extreem veel inspanning werden als minder betekenisvol ervaren.
De precieze psychologische mechanismen zijn nog niet volledig opgehelderd. Zo bleek de rol van gevoelens van competentie complex en contextafhankelijk. Daarnaast opperen de onderzoekers dat een aangeleerde associatie tussen inspanning en betekenisvolle uitkomsten een rol kan spelen. Wat wel consistent bleek, is dat inspanning de betekenis van een taak verhoogt, ook al maakt het de taak niet per se leuker (betekenis en plezier zijn niet altijd hetzelfde).
De relatie met progressiegericht werken
Hoe verhoudt dit onderzoek zich tot ons cyclisch model voor betekenisvolle progressie? (Zie afbeelding hierboven). Dit model beschrijft hoe een groeimindset en autonome motivatie leiden tot duurzame inspanning. Deze resulteert vervolgens in betekenisvolle progressie (zoals groei en resultaten). Dit leidt ten slotte weer tot positieve ervaringen en welzijn.
De bevindingen van Campbell et al. verdiepen ons begrip van de rol van duurzame Inspanning in dit model:
- Inspanning als bron van procesbetekenis: Het model laat zien dat inspanning nodig is voor het resultaat: betekenisvolle progressie. Het onderzoek voegt hieraan toe dat de inspanning zelf waarde toevoegt aan het proces. Het harde werken, het geconcentreerd bezig zijn, het overwinnen van uitdagingen – dit proces wordt door de inspanning zelf als betekenisvoller ervaren. Inspanning is niet slechts een middel of een last, maar heeft intrinsieke waarde als bron van betekenis.
- Versterking van de positieve cyclus: Doordat inspanning zelf betekenis genereert, draagt het direct bij aan de “positieve leer-/werkervaring en emotioneel welzijn” in het model. Dit kan de cyclus versterken: een betekenisvolle werkervaring (mede door de inspanning) kan de “autonome motivatie” voeden om opnieuw duurzame inspanning te leveren.
- Belang van het juiste inspanningsniveau: De omgekeerde U-vorm uit het onderzoek benadrukt dat duurzame inspanning in het model niet simpelweg “zo veel mogelijk moeite doen” betekent. Het gaat om het vinden van de juiste balans. Taken moeten voldoende uitdagend zijn om inspanning te vereisen en betekenis te genereren, maar niet te moeilijk. Extreem moeilijke taken kunnen namelijk leiden tot frustratie, falen en een afname van betekenis en welzijn. Dit sluit aan bij het belang van het faciliteren van haalbare, uitdagende doelen binnen progressiegericht werken.
Samengevat vullen het onderzoek en het model elkaar perfect aan. Het model toont de weg via inspanning naar wat we uitkomstbetekenis kunnen noemen: de waarde die voortkomt uit het resultaat (de geboekte progressie). Het onderzoek belicht juist de procesbetekenis: de waarde die ervaren wordt in het proces van de inspanning zelf. Beide vormen van betekenis zijn waarschijnlijk belangrijk voor een duurzaam positieve en productieve werkervaring.
Conclusie
Inspanning is meer dan alleen een noodzakelijk kwaad op weg naar een doel. Het onderzoek van Campbell et al. (2025) levert hiervoor experimenteel bewijs. Het laat zien dat inspanning leveren de werkervaring betekenisvoller maakt. Dit geldt vooral voor inspanning op een gematigd, uitdagend niveau. Dit inzicht is belangrijk voor progressiegericht werken. Het onderstreept het belang van het aangaan van uitdagingen en het leveren van doelgerichte inspanning, niet alleen om progressie te boeken, maar ook om het werkproces zelf als waardevol en zinvol te ervaren. “Harder werken” is dus niet per definitie slecht; duurzame inspanning is een sleutel tot betekenisvolle progressie, autonome motivatie en welzijn.
Lees ook:
- Campbell, A. V., Wang, Y., & Inzlicht, M. (2025). Experimental evidence that exerting effort increases meaning. Cognition, 257, 106065. https://doi.org/10.1016/j.cognition.2025.106065
- Geloven dat inspanning leuk is: De kracht van effort enjoyment beliefs
- 4 Progressiegerichte aannames over duurzame inspanning
- Diep werk: sneller en dieper leren, beter presteren
Interessant artikel! Ik snap helemaal dat inspanning een taak betekenisvoller kan maken, maar ik denk dat het ook andersom kan werken. Soms, als iets te makkelijk is, voelt het juist minder waardevol.
Stel, je doet een opleiding en het gaat je zonder moeite af. Dan kun je gaan denken: “Als ik er nauwelijks voor hoef te werken, is het dan eigenlijk wel iets waard?” We zijn vaak geneigd om dingen die moeite kosten als belangrijker te zien.
Maar aan de andere kant: niet alles hoeft moeilijk te zijn om waardevol te voelen. Soms betekent moeiteloosheid gewoon dat je ergens goed in bent, of dat je slimmer werkt in plaats van harder. Misschien zit de kern niet zozeer in inspanning, maar meer in uitdaging en groei. Als iets té makkelijk is en je er niks van leert, voelt het inderdaad betekenisloos. Maar als je blijft ontwikkelen, kan iets ook zonder veel moeite waardevol zijn.
Kortom, het lijkt me best een interessant vraagstuk: wanneer maakt inspanning iets betekenisvoller, en wanneer is het juist de moeiteloosheid die iets waardevol maakt?
Beste Marcel, Bedankt voor je reactie. Ik denk dat je gelijk hebt: iets wat te makkelijk is, kan juist minder waardevol voelen. Dat sluit ook aan bij het onderzoek dat laat zien dat niet alleen te veel, maar ook te weinig inspanning tot minder betekenis leidt (de onderkant van de omgekeerde U-vorm). Jouw voorbeeld van de te makkelijke opleiding is een goed voorbeeld.
Wat betreft het tweede punt (niet alles hoeft moeilijk te zijn om waardevol te voelen): daar zit een interessante complexiteit. Hoewel moeiteloosheid inderdaad kan duiden op hoge competentie of efficiëntie, twijfel ik of ‘meesters’ veel betekenis halen uit taken die ze werkelijk zonder enige moeite kunnen doen. Experts zoeken vaak juist nieuwe, hogere uitdagingen op waarbinnen ze wél weer significante inspanning moeten leveren om verder te komen. Een taak die volledig moeiteloos is geworden omdat de uitdaging mist, biedt waarschijnlijk weinig voldoening meer en kan inderdaad tot verveling en ontevredenheid leiden.
Je pleidooi voor zoeken naar ‘uitdaging en groei’ onderschrijf ik dan ook. Mijn idee: het is waarschijnlijk de inspanning die nodig is om een passende uitdaging aan te gaan (op welk niveau dan ook) en ontwikkeling door te maken, die het meest bijdraagt aan betekenis.
Beste Coert,
Bedankt voor je uitgebreide en verhelderende antwoord.