In mijn bericht Combining practice based learning and theory based learning suggereerde ik dat zelfgestuurd leren het beste kan plaatsvinden voor een combinatie van wat ik praktijkleren en theorieleren noem. Praktijkleren is leren op basis van je eigen reflecties en eigen acties. Theorieleren is leren gebaseerd op de systematische kennisontwikkeling door anderen.
Trainingen Progressiegericht Werken |
Praktijkleren in 7 stappen
Praktijkleren kan onsystematisch verlopen maar dit hoeft niet. Een systematische aanpak van praktijkleren is de testen-en-leren aanpak die gebaseerd is op de aanname dat leren een iteratief en circulair proces is.
De aanpak kan als volgt worden beschreven:
- bepaal wat je wilt bereiken,
- kies een kleine stap vooruit in de goede richting, gebaseerd op je eerdere ervaring,
- zet die stap vooruit,
- reflecteer op wat er gebeurt,
- reageer op de consequenties van je stap,
- bouw wat je leert in in je volgende stap,
- herhaal deze voorgaande stappen totdat er een betekenisvol patroon begint te ontstaan.
De testen-en-leren aanpak is een dynamisch model in de zin dat het doel geen vastliggend plaatje is maar iets dat zich blijft ontwikkelen terwijl het proces verdergaat.
Testen en leren versus plannen en implementeren
Herminia Ibarra past, in haar boek Working Identity: Unconventional Strategies for Reinventing Your Career, de testen-en-leren aanpak toe op loopbaanontwikkeling. Ze legt uit dat de conventionele manier van denken over loopbaanontwikkeling overeenkomt met het zogenaamde plannen-en-implementeren model. Dit model zegt dat je eerst moet analyseren en reflecteren om een helder plaatje te kunnen schetsen van wat je bereiken wilt en dat je pas daarna stappen kunnen beginnen te zetten om dat plaatje te kunnen realiseren.
Ibarra’s onderzoek heeft laten zien dat succesvolle loopbaanontwikkeling niet verloopt volgens de plannen-en-implementeren aanpak maar via de testen-en-leren aanpak. Op pagina 34 legt ze de verschillen tussen beide aanpakken als volgt uit (door mij vertaald):
|
Het plan-en-implementatiemodel |
Het test-en-leermodel |
Trigger |
Pijn, problemen of ontevredenheid in het heden, worden sterker |
Toekomstige mogelijkheden worden duidelijker |
Uitgangspunt |
Van binnenuit, waarbij een verandering in denken nodig is (d.w.z. analyseren, reflecteren) |
Van buitenaf, waarbij een verandering in handelen nodig is (d.w.z. doen) |
Opeenvolging |
Lineair, een proces waarin ontevredenheid met de status quo leidt tot het stellen van een doel, waaruit een implementatieplan voortvloeit |
Circulair, een proces waarin iteratieve rondes van actie en heroverweging leiden tot het bijstellen van doelen en mogelijkheden |
Einddoel |
Vast, met het ideaal om de einddoelen aan het begin zo duidelijk mogelijk te identificeren |
Veranderend, met het ideaal om ons vermogen om hypotheses over toekomstige mogelijkheden te formuleren en te testen onderweg te verbeteren |
Aard van het proces |
Deductief, met vooruitgang in stappen, waarbij elke stap voortbouwt op de voorgaande stap |
Inductief, met vooruitgang door iteratie met sprongen van inzicht (“aha’s”) |
Vereiste kennis |
Expliciet, een input voor het proces (bijv. welke banen er zijn, welke vaardigheden we graag gebruiken, welke gebieden ons interesseren, wat onze persoonlijkheid is) |
Impliciet, voortdurend gecreëerd tijdens het proces (bijv. wat haalbaar is, wat aantrekkelijk is) |
0 reacties
Trackbacks/Pingbacks