Wanneer profiteren leerlingen wel van een groeimindset en wanneer niet? Wanneer werken groeimindsetinterventies goed en wanneer minder goed? Een nieuw onderzoek van Cameron Hecht en collega’s maakt gebruik van enkele geavanceerde inzichten en technieken en komt met relevante antwoorden.
Heterogene effecten van psychologische interventies
Psychologische interventies kunnen krachtig zijn. Ze kunnen helpen bij het oplossen van individuele problemen en zelfs maatschappelijke. Maar de effecten van psychologische (of gedragswetenschappelijke) interventies zijn normaal gesproken heterogeen over contexten. Dit wil zeggen dat de effectiviteit afhangt van de doelgroepen waar ze op gericht zijn en ook van de kenmerken van de situaties waarin ze worden toegepast.
Onderzoek naar de heterogeniteit van groeimindsetinterventies
Een nieuw onderzoek door Cameron Hecht et al. (2022) gebruikt deze inzichten om meer te weten te komen over de effectiviteit van groeimindsetinterventies. Ook voor groeimindsetinterventies geldt dat zij betekenisvol zijn maar heterogeen: soms werken ze beter dan anders. Hecht et al. deden een onderzoek waarbij ze gebruik maakten van enkele geavanceerde methoden en technieken. Ze gebruikten bijvoorbeeld preregistratie en conservatieve Bayesiaanse analyses, replicatie in een nationaal representatieve steekproef, en studies die potentiële effecten van verstorende variabelen uitsloten.
Resultaten
De onderzoekers vonden een positief verband tussen groeimindset-overtuigingen van leerlingen en hun leergerichte keuzes. Dit verband was echter alleen sterk wanneer de docent via zijn boodschappen en mogelijkheden een groeimindset ondersteunde. Het verband was veel zwakker wanneer docenten een statische mindset uitdroegen.
Het onderzoek legt dus een duidelijke oorzaak bloot van de heterogeniteit van groeimindsets en groeimindsetinterventies. Voor de praktijk zijn deze bevindingen nuttig. Om te kunnen profiteren van groeimindsets en groeimindsetinterventies is het nodig dat de boodschappen en structurele mogelijkheden van de leraar afgestemd zijn op een groeimindset. Dit is een voorwaarde voor leerlingen om ten volle te profiteren van hun groeimindset (studie 3).
Ook toonden de onderzoekers aan dat een warme houding van een leraar niet voldoende was om de groeionderdrukkende effecten van statische mindset boodschappen teniet te doen (studie 4).
Betekenis voor de praktijk
Deze bevindingen zijn nuttig voor de praktijk. Het werkt goed als docenten een groeimindset hebben en deze uitdragen. Wat ook nodig is, is dat ze de groeimindset ondersteunen in de structuur en omgeving waarbinnen leerlingen werken, bijvoorbeeld door optimale uitdagingen te bieden.
Wat niet voldoende is, is het uiten van vriendelijkheid en warmte door de docent, of het geven van ambigue boodschappen over de ontwikkelbaarheid van capaciteiten.
Het loont om te investeren in dergelijke groeimindset-ondersteunende praktijken. Groeimindset-ondersteunende omgevingen gaan gepaard met minder psychologische kwetsbaarheid, meer vertrouwen en betere leerlingprestaties.
Open link
► Dit onderzoek (Carroll et al., 2023) richt zich op de verwachtingen van adolescenten over hun succes in wiskunde tijdens de middelbare school en hoe deze verwachtingen samenhangen met hun daadwerkelijke voortgang in de wiskundelessen. Specifiek keek het onderzoek naar de rol van scholen, klassen en genderstereotypen in dit proces. Er is bijzondere aandacht besteed aan de invloed van gender en sociaal-economische status op deze relaties. De studie is gebaseerd op een nieuwe theorie genaamd Mindset × Context, die stelt dat de mindset van een student sterker verbonden is met ontwikkelingsuitkomsten bij studenten die risico lopen op slechte resultaten, maar alleen in een school- of klascontext waar voldoende behoefte en ondersteuning is voor die mindset.
Voor dit onderzoek zijn gegevens geanalyseerd van ongeveer 10.000 Amerikaanse 9e-klassers uit een nationaal representatieve studie uit 2015-2016. Dit omvatte een breed scala aan achtergrondkenmerken zoals gender, ras, armoede en meer. De resultaten toonden aan dat verwachtingen van succes in wiskunde zinvolle voorspellers waren voor hun voortgang in wiskunde. Opvallend is dat jongens uit gezinnen met een lage sociaal-economische status het meest kwetsbaar bleken. Deze jongens profiteerden ook het meest van hun verwachtingen voor succes in wiskunde.
Verder bleek dat verwachtingen minder voorspellend waren voor wiskundige voortgang op hoogpresterende scholen en scholen met academisch georiënteerde normen. In tegenstelling daarmee hadden verwachtingen een sterkere voorspellende waarde in scholen met minder academisch georiënteerde normen, vooral voor jongens uit gezinnen met een lage sociaal-economische status. Het onderzoek wees ook uit dat percepties van genderstereotypen in de klas van invloed waren: hogere percepties van stereotypering voorspelden minder voortgang in wiskunde.
De resultaten van dit onderzoek onderstrepen het belang van zowel psychologische als sociologische perspectieven in het begrijpen van onderwijsuitkomsten. Het toont ook aan hoe verwachtingen en schoolcontext samen de academische uitkomsten van studenten beïnvloeden. Deze inzichten zijn waardevol voor beleidsmakers die streven naar gelijkheid in het onderwijs en voor interventies gericht op het verbeteren van de academische resultaten van studenten.