Valse groeimindset: oppervlakkig napraten van groeimindset-ideeën

Een groeimindset is het geloof dat bekwaamheid kan veranderen. Het hebben van een groeimindset is gunstig voor motivatie en het zoeken naar uitdagingen. Maar steeds meer onderzoekers maken zich zorgen over het bestaan van een valse groeimindset. Bestaat deze inderdaad? Zo ja, wat zijn hier dan de betekenis, oorzaken en relevantie van?

Trainingen Progressiegericht Werken

De observatie van valse groeimindsets

Grondlegster van de mindsettheorie Carol Dweck deelde in 2015 haar observatie dat leraren zeiden de groeimindset te omarmen zonder dat dit tot uiting kwam in hun handelen. Ze bleven leerlingen bijvoorbeeld complimenteren over hun intelligentie (iets wat niet consistent is met een groeimindset). Dweck noemde dit een ‘valse groeimindset’.

Wat betekent een valse groeimindset?

Michael Barger en enkele collega’s hebben zich verdiept in de valse groeimindset (Barger et al., 2022). Ze speculeren dat er in de praktijk sprake zou kunnen zijn van “oppervlakkig napraten van groeimindset-ideeën”. Barger et al. definiëren een valse groeimindset als een oppervlakkig geloof dat mensen hun capaciteiten kunnen ontwikkelen dat niet gepaard gaat met gedrag dat in overeenstemming is met deze overtuiging.

Een valse groeimindset betekent dat een individu verklaringen onderschrijft dat bekwaamheid kan veranderen, maar niet beschikt over de bijbehorende overtuigingen dat inspanning essentieel is voor groei (versus talent) en dat onze capaciteiten ontwikkelbaar zijn.

Meten we mindsets verkeerd?

Barger et al. vragen zich af of we mindsets verkeerd meten. Mindsets van mensen worden in onderzoeken doorgaans gemeten via eenvoudige vragenlijstjes. In die vragenlijstjes moeten ze zeggen in hoeverre ze het eens zijn met een klein aantal stellingen. Een voorbeeld van zo’n stelling is: “Wie ze ook zijn, mensen kunnen hun intelligentie sterk veranderen.”

Maar het verband tussen zelf-gerapporteerde overtuigingen van individuen en hun gedrag is in het algemeen niet bijzonder sterk. Het zou dus kunnen zijn dat mensen snel geneigd zijn te zeggen het eens te zijn met stellingen als “mensen kunnen hun capaciteiten ontwikkelen” zonder dat ze zich hiernaar gedragen. Het eens zijn met dergelijke stelling zou ook deels een reflectie van sociale wenselijkheid of optimisme kunnen zijn.

Onderzoek Barger et al.

Barger et al. probeerden als eersten empirisch vast te stellen of individuen inderdaad een valse mindset kunnen hebben. Daartoe maten ze mindsets niet alleen op de traditionele manier via korte vragenlijstjes met stellingen. Ze voegden enkele metingen toe. Zo maten ze in hoeverre mensen groei in bekwaamheid toeschreven aan inspanning of talent en in hoeverre mensen geloofden in de ontwikkelbaarheid van capaciteiten.

Vijf mindsetgroepen

In drie studies met Amerikaanse volwassenen (N = 294), studenten (N = 214) en leerkrachten in het basisonderwijs (N = 132) gebruikten de onderzoekers clusteranalyses om individuen met een valse groeimindset te identificeren.  Op grond van de antwoorden die de deelnemers gaven identificeerden de onderzoekers vijf mindsetgroepen:

  1. Statische mindset: mensen die weinig geloofden in de ontwikkelbaarheid van capaciteiten
  2. Gematigde mindset: mensen die ongeveer in het midden scoorden op de gemeten variabelen (en dus tussen een groeimindset en een statische mindset inzaten)
  3. Valse groeimindset: mensen die in de traditionele manier van meten uitkwamen op een groeimindset (het dus eens waren met de stellingen die overeenkomen met een groeimindset) maar die niet hoog scoorden op de overige twee variabelen (belang van inspanning en veranderbaarheid van capaciteiten).
  4. Inspanningsmindset: Mensen die geloofden in de traditionele groeimindset, en bovendien sterk geloofden in het belang van inspanning (in plaats van natuurlijke aanleg) voor groei.
  5. Extreme flexibiliteitsmindset: mensen die geloofden in de traditionele groeimindset en bovendien sterk geloofden dat capaciteiten ontwikkelbaar zijn.

De valse groeimindset bestaat

De onderzoekers toonden dus aan dat een valse groeimindset inderdaad bestaat. In hun onderzoek bleek een aanzienlijk deel van de volwassenen (15%), studenten (12%) en leraren (25%) een valse groeimindset te hebben. Op basis van alleen de traditionele mindset-meting leken deze mensen een groeimindset te hebben. Zij deelden echter overeenkomsten met individuen met een statische mindset op twee alternatieve mindset metingen.

Verder bleek in het  onderzoek dat mindset samenhing met competentie en het zoeken naar uitdaging. De mindset-groepen verschilden in hun waargenomen competentie in wiskunde (studies 1-3), voorkeur voor uitdaging (studie 1), zoeken naar uitdaging op optionele wiskundeproblemen en wiskundewaarde (studie 2) en overtuigingen dat alleen sommige leerlingen wiskunde kunnen leren en wiskunde-angst (studie 3).

Reflectie

Mensen die zeggen een groeimindset te omarmen maar in werkelijkheid een valse groeimindset hebben, gedragen zich meer in overeenstemming met een statische mindset dan met een groeimindset.

Een belangrijke implicatie van dit onderzoek is dat we mindset waarschijnlijk anders moeten gaan meten. Met de traditionele vragenlijsten kunnen we een echte (consistente) groeimindset niet goed onderscheiden van een valse mindset. Door in onderzoeken ook overtuiging over inspanningen en de flexibiliteit van capaciteiten expliciet te meten kunnen we dit onderscheid wel gaan meten.

Hierdoor kunnen we beter zicht krijgen op de relaties tussen mindsets aan de ene kant en prestaties aan de andere kant. In de huidige onderzoeken worden die vermoedelijk gedrukt door het feit dat er onder een deelnemers met groeimindset-scores vermoedelijk deelnemers zitten met een valse groeimindset.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (6)
  • Bruikbaar (4)