De ontdekking van de groeimindset, 40 jaar geleden

Hier volgt een beknopte beschrijving van die ontstaansgeschiedenis van het onderzoek naar groeimindsets. Het begon 40 jaar geleden.

Trainingen Progressiegericht Werken

Carol Dweck

Carol Dweck is één van de bekendste psychologen van deze tijd. Ze schreef de internationale bestseller Mindset. The New Psychology of Success die in vele talen, waaronder het Nederlands, werd vertaald. Dat is een toegankelijk boek dat door talloze ouders, docenten en andere geïnteresseerden is verslonden. Daarnaast is ze, vooral in Amerika, bekend van tv-optredens, artikelen in de populaire pers en presentaties. Maar dat is niet alles. Zij staat ook wetenschappelijk hoog aangeschreven. Ze is hoogleraar aan de prestigieuze Standford University vlak bij van San Franciso en was daarvoor hoogleraar aan de even prestigieuze Columbia University in New York. Ze is lid van de National Academy of Sciences en in 2013 won ze de Distinguished Scientific Contribution Award van de A.P.A., de American Psychological Association. Deze award heeft ze gewonnen voor haar onderzoek naar mindsets.

Mindset

Mindset is lastig in het Nederlands te vertalen. Wat het in dit verband ongeveer betekent is een manier van denken, een theorie, over de ontwikkelbaarheid van menselijke eigenschappen en capaciteiten. Mensen kunnen zich heel bewust zijn van hun persoonlijke manier van denken hierover maar vaak zijn deze theorieën deels onbewust. Dweck kwam erachter dat sommige mensen een zogenaamde fixed mindset hebben. Deze mensen zien hun eigenschappen en capaciteiten grotendeels als vastliggend en dus niet of nauwelijks ontwikkelbaar. Het hebben van een fixed mindset is niet zonder gevolgen. Mensen met een fixed mindset maken zich vaak angstiger en bezorgder over hun capaciteiten. Ze proberen geen fouten te maken en gaan moeilijke uitdagingen liever uit te weg uit angst dat andere mensen hen misschien als dom zouden kunnen gaan zien. Een fixed mindset belemmert hierdoor leren. Andere mensen hebben een groeimindset. Deze mensen zien eigenschappen en capaciteiten als ontwikkelbaar. Ze gaan graag uitdagingen aan en zien fouten als iets waar je van kunt leren. Zoals verderop zal blijken heeft het hebben van een groeimindset veel voordelen.

Als je denkt dat Carol Dweck zelf altijd een groeimindset heeft gehad dan heb je het mis. Ze groeide op in een uitgesproken fixed mindset cultuur. Ze zat als kind op een zogeheten IQ-klas school. In haar klas werden kinderen door haar lerares, mevrouw Wilson, fysiek gerangordend naar hun IQ score. De kinderen met de hoogste score zaten voor in de klas (Carol zat op stoel 1 in rij 1), de kinderen met de laagste scores achterin. Had je een hoge score dan mocht je bovendien speciale taken uitvoeren zoals het bord uitvegen voor de juf en de vlag ophangen. Had je een lage score dan mocht je dat niet. IQ werd belangrijk gevonden en niet alleen gezien als een indicatie van je potentieel maar impliciet, zo denk je als je deze dingen hoort, ook van je waarde als persoon.

Aangeleerde hulpeloosheid

Carol ontdekte de groeimindset toen ze onderzoek ging doen naar hoe mensen met tegenslag en fouten omgingen. De reden om dit onderzoek te gaan doen was dat in die tijd aangeleerde hulpeloosheid (learned helplessness) bij dieren een populair onderzoeksonderwerp was. Voor we verder gaan met de groeimindset zal ik eerst kort uitleggen wat aangeleerde hulpeloosheid inhoudt. Martin Seligman deed experimenten waarbij hij twee dieren in aparte hokken herhaaldelijk elektrische schokken toediende. Het ene dier stelde hij in staat om de duur van de schok te bekorten door op een knop te drukken. Als dat dier dat deed stopte niet alleen zijn eigen schok maar ook de schok het andere dier in het andere hok. Dat andere dier had geen invloed op de duur van de schok. Dat andere dier had na verloop van tijd een slechtere gezondheid en verloor ook zijn vermogen om te leren. Het kreeg een aangeleerde hulpeloosheid. In een ander experiment kregen beide dieren nu een mogelijkheid om een schok te beëindigen door over een afscheidinkje te springen. Het dier dat in het eerste experiment de duur van schokken had kunnen beïnvloeden leerde snel hoe dat moest; het andere dier was echter passief en probeerde niet eens aan de schok te ontkomen. Dweck wilde graag onderzoek hoe mensen reageren in situaties waarin zij zich hulpeloos voelen. Hoe zouden zij hun fouten en falen interpreteren en hoe gemotiveerd zouden zij zijn om vol te houden.

Attributie

Haar eerste publicatie in een toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift deed zij in 1975 (zie hier). Het werd een veel geciteerd artikel. In dit artikel beschreef zij onderzoek dat zij had gedaan met jonge kinderen die door hun scholen waren aangemerkt als kinderen die extreem reageerden op falen. Zij gaf deze kinderen een training die hun attributie beïnvloedde. Ik zal kort uitleggen wat attributie inhoudt. In de psychologie hebben we ontdekt dat mensen voortdurend zoeken naar verklaringen en oorzaken voor gebeurtenissen in hun leven. Dit proces, dat attributie heet, vindt vaak onbewust plaats. Hoe mensen gebeurtenissen attribueren heeft niet alleen invloed op hoe ze zichzelf zien maar ook op de keuzes die ze maken en daarmee op hoe zij zich ontwikkelen.

Carol Dweck leerde de kinderen in haar onderzoek verantwoordelijkheid te nemen voor falen en om falen te attribueren als een gebrek aan inspanning. Een andere groep kinderen werd in een programma geplaatst waarin zij veel succeservaringen konden hebben. Velen in die tijd dachten dat dit namelijk hielp om het zelfvertrouwen van kinderen te vergroten wat zou leiden tot betere resultaten. Dit onderzoek liet zien dat de succeservaringenprocedure niet goed werkte. Deze leidde tot verdere verslechtering na faalsituaties. De eerstgenoemde procedure, waarbij kinderen leerden om falen te interpreteren als een gebrek aan inspanning, werkte echter wel. De mindsettheorie was geboren.

Andere aspecten van mindset

In de jaren die volgden ontdekte Dweck andere aspecten van de mindsettheorie. Zo begon zij te ontdekken dat hoe kinderen reageren op situatie van falen mede bepaald worden door de feedback die zij krijgen van hun omgeving. Ze ontdekte dat soms subtiele feedback al een sterke invloed kan hebben op hoe kinderen situaties van falen interpreteren. Ook begon ze te ontdekken dat er een verschil bestond tussen de soorten feedback die jongens en meisjes kregen. Meisjes bleken bij falen vaker dan jongens feedback te krijgen die suggereerde dat het falen te maken had met een gebrek aan capaciteiten.

Verder ontdekte ze verschillende mensen verschillende soorten doelen stellen. Sommige mensen stellen vooral leerdoelen, andere vooral prestatiedoelen. Wat voor soort doelen mensen stelden bleek invloed te hebben op de mate waarin zij uitdagingen aangingen en volhielden bij tegenslag. In het begin van de jaren negentig begon zij onderzoek te doen naar impliciete persoonlijkheidstheorieën. Ze noemde kinderen die geloofden dat persoonlijkheid een vastliggende kwaliteit is entiteitstheoretici (entity theorists). Dit is wat ze later een fixed mindset is gaan noemen. Kinderen die geloofden dat persoonlijkheid een ontwikkelbaar is noemde ze incrementele theoretici (incremental theorists). Dit is wat ze later de groeimindset is gaan noemen. In 1998 deed zij een onderzoek dat zeer bekend is geworden en dat ik hier wat uitgebreider beschrijf.

Complimenten beïnvloeden mindsets

Dat het type IQ-klas als waar Carol Dweck zelf in zat een fixed mindset opwekt is niet verbazend. Als je kinderen behandelt alsof ze allemaal vastliggende capaciteiten hebben en hen continu de boodschap geeft dat die capaciteiten heel belangrijk zijn dan kan het bijna niet anders op je wekt een fixed mindset op. Maar door onderzoek dat Carol samen met Claudia Mueller deed in 1998 ontdekte ze dat ook veel subtielere boodschappen een fixed mindset op kunnen wekken. Mueller en Dweck gaven jonge kinderen een aantal eenvoudige puzzels om op te lossen. Nadat de kinderen dit succesvol hadden gedaan kregen zij een compliment. De ene helft van de kinderen kreeg het compliment: “Wow, goed gedaan. Jij moet hier wel heel slim in zijn.” De andere helft kreeg het compliment: “Wow, goed gedaan. Jij moet hier wel heel goed je best voor hebben gedaan.” Het eerste type compliment kun je een eigenschapscompliment noemen. Het is gericht op de veronderstelde eigenschap (slimheid). Het tweede type compliment kun je een inspanninsgscompliment of een procescompliment noemen. Het is gericht op het je best doen.

Nadat de kinderen hun complimentje hadden ontvangen kregen zij een tweede serie puzzels voorgelegd die veel moeilijker waren. Toen de kinderen hiermee klaar waren en zij hadden gemerkt dat de tweede puzzel veel moeizamer ging werd hen gevraagd door de onderzoek wat hun verklaring daar voor was. Kinderen die een eigenschapscompliment hadden gekregen waren meer geneigd om te antwoorden dat ze blijkbaar niet zo goed waren in dit soort puzzels. Kinderen die een inspanningscompliment hadden gekregen waren meer geneigd om te antwoorden dat deze puzzels moeilijker waren en dat ze meer hun best moesten doen. Ook werd aan de kinderen gevraagd wat voor volgende puzzels te wilden doen, de eenvoudigere zoals aan het begin of de moeilijkere puzzels zoals in de tweede ronde. De meerderheid van de kinderen die geprezen waren voor hun intelligentie koos ervoor om een gemakkelijkere puzzel te doen. De meerderheid van de kinderen die geprezen waren voor hun inspanning koos voor de moeilijke puzzel.

Gunnen we kinderen een groeimindset?

Dit onderzoek laat zien dat erg kleine en goed bedoelde dingen zoals een complimentje over een eigenschap een fixed mindset kan opwekken. Dit onderzoek is in verschillende vormen en door verschillende mensen herhaald en de resultaten waren steeds vergelijkbaar. De resultaten van deze onderzoeken zetten aan het denken. Hoe vaak hebben we kinderen niet persoonsgerichte complimenten gegeven met de beste bedoelingen? Hoe vaak hebben we niet gezegd dat ze een goede tekenaar zijn of dat ze echt een talent voor wiskunde hebben? We dachten dat dit hun zelfvertrouwen en motivatie zou versterken maar het tegendeel is waar. Het ondermijnt hun zelfvertrouwen. Dit moet ons als opvoeders, leraren en leidinggevenden aan het denken zetten. Hoe willen wij mensen opvoeden lesgeven en aansturen? Willen we hen continu valideren via (persoons)complimenten, cijfers, prijzen en dergelijke? Willen we het risico lopen dat ze hierdoor afhankelijk worden van dit soort continue bevestiging en dat ze een fixed mindset ontwikkelen? Of gunnen we hen een groeimindset?

Wil je meer over mindset weten? Zie dan:

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (3)
  • Bruikbaar (1)