Overmoed bij leiders: waar komt het vandaan en wat doen we ertegen?

Een artikel van Don Moore & Max Bazerman (2022) behandelt overmoed bij leiders. Een zelfverzekerde houding is belangrijk voor leiders maar zelfverzekerdheid kan bij leiders ook finaal uit de bocht vliegen met desastreuze gevolgen. Hieronder beschrijf ik waar het artikel over gaat en voeg ik enkele eigen commentaren en voorbeelden toe.

Trainingen Progressiegericht Werken

Zelfvertrouwen van leiders

Zelfvertrouwen komt inspirerend over en wekt vertrouwen. We willen leiders die weten waar ze het over hebben en die competent zijn voor leiderschap. We kiezen eerder iemand als leider die zeker overkomt dan iemand die onzeker overkomt. Zelfverzekerdheid geeft geloofwaardigheid en is nodig voor het verkrijgen van steun. Zelfvertrouwen van leiders kan zich onder andere uiten op de volgende manieren:

  • een stellige manier van praten (“zo zit het!”)
  • veel praten
  • als eerste het woord nemen
  • anderen onderbreken
  • op luide toon praten
  • een expansieve lichaamshouding aannemen
  • het benoemen van de eigen kwaliteiten en prestaties
  • het bekritiseren of denigreren van anderen.

Overmoed bij leiders

Steun voor leiders is begrijpelijk en terecht als hun zelfverzekerdheid een teken is van competentie en dus gebaseerd is op realisme en eerlijkheid. Er is sprake van overmoed bij leiders als hun zelfverzekerdheid niet gebaseerd is op competentie, realisme en eerlijkheid. Deze overmoed zou je ook kunnen aanduiden met termen als: overmatig zelfvertrouwen, ongefundeerd zelfvertrouwen, en bluf.

Wapenwedloop van zelfverzekerd gedrag

Moore en Bazerman leggen uit dat er een wapenwedloop van zelfverzekerdheid kan ontstaan tussen (aspirant-)leiders. Het doel wordt: overtroef je tegenstanders door meer zelfvertrouwen dan de anderen uit te stralen.

Terwijl deze wapenwedloop op stoom komt kan het aantrekkelijk worden voor politici om zelfverzekerdheid te veinzen. Het doel wordt: zelfverzekerd overkomen ongeacht hoe zeker je bent en hoe zeker je je voelt. Als dit gebeurt kan zelfverzekerdheid los komen te staan van competentie, de realiteit en eerlijkheid.

Mogelijk desastreuze gevolgen

Een voorbeeld van dit soort uit de bocht gevlogen zelfvertrouwen was te zien bij Boris Johnson die, in weerwil van feiten en goede argumenten tegen de afscheiding van de EU, aanstuurde op een Brexit en het voor elkaar kreeg. Hij hield de Britten voor dat de Brexit tot een fantastische voorspoed en welvaart zou leiden. Het tegendeel is het geval. Brexit heeft bijgedragen aan een van de zwaarste economische crises waar het VK ooit mee te maken heeft gehad en geleid tot situatie waarin Het VK een van de weinige landen ter wereld is waar sprake is van structurele sociale regressie.

Ook bij andere leiders en aspirant-leiders is te zien dat het zelfvertrouwen groot was maar dat de link met de werkelijkheid ver te zoeken is. Donald Trump gedraagt zich dominant, schept voortdurend op en belooft gouden bergen. In januari 2020 zei hij zelfverzekerd dat hij de COVID-19 helemaal onder controle had. Zijn mismanagement van de pandemie heeft tot talloze onnodige doden geleid. Dit is natuurlijk maar een van de voorbeelden van de rampzaligheid van zijn presidentschap. Belangrijk is om vast te stellen dat zijn zelfvertrouwen een lege huls is. De link tot de werkelijkheid is totaal zoek. Tijdens zijn presidentschap heeft hij voortdurend glashard gelogen over kleine en grote dingen. Helaas is zijn invloed nog steeds groot.

Ook in Nederland dienen zich aspirant-leiders aan die een groot zelfvertrouwen uitstralen. Thierry Baudet doet herhaaldelijk op stellige toon de meest bizarre uitspraken en voegt er dan ook vaak iets aan toe in de trant van: “Ik ben de enige die dit ziet en benoemt.” Ook buiten de politiek zie je dit soort overmoed: bij personen als Sywert van Lienden en Willem Engel. Hun zelfvertrouwen correspondeert niet met hun kundigheid en betrouwbaarheid.

Wat kunnen we doen aan overmoed bij leiders?

Hoe kun je geveinsde zelfverzekerdheid herkennen? Het is niet gemakkelijk het onderscheid tussen authentieke zelfverzekerdheid en overmoed te herkennen. Dit heeft onder andere te maken met de illusie van transparantie: we zijn niet goed in het lezen van de werkelijke gedachten van andere mensen.

Ook heeft het te maken met de mogelijkheid van zelfbedrog. Het is goed mogelijk dat zelfverzekerde (aspirant-)leiders zelf gaan geloven in de zelfverzekerd gebrachte onwaarheden die ze verkondigen. Een bluffer kan zijn eigen bluf gaan geloven.

Suggesties van Moore & Bazerman

De auteurs komen met enkele suggesties voor publiek en pers:

Wat kunnen publiek en pers doen?

  • Nadenken over manieren waarop vol vertrouwen gemaakte beweringen fout kunnen zijn. Anticiperen op mogelijke kosten van overmoed
  • Geef de voorkeur aan leiders die de onzekerheid met betrekking tot hun beleidsvoorstellen, prognoses en campagnebeloften eerlijk beschrijven
  • Zoek naar verslagen van eerdere nauwkeurigheid
  • Nodig leiders uit om in te zetten op hun beweringen, dat wil zeggen zich te verbinden tot specifieke, toetsbare, falsifieerbare voorspellingen
  • Voorwaardelijke contracten opnemen in plannen of beleid, d.w.z. plannen vastleggen om beleid dat niet aan de prestatiecriteria voldoet te beëindigen of te wijzigen

Ook hebben ze de volgende suggesties voor eerlijke leiders die zich afvragen hoe ze zelfverzekerdheid en eerlijkheid kunnen combineren:

  • Zoek adviseurs die moedig genoeg zijn om eerlijke kritiek te geven op uw oordelen
  • Druk onzekerheid uit met goed gekalibreerd vertrouwen. Dat wil zeggen, eerlijk zijn over onzekerheden, maar vertrouwen hebben in een correcte beoordeling van een situatie.
  • Uw eigen nauwkeurigheid en die van anderen documenteren
  • Accepteer kostbare weddenschappen op wat je goede redenen hebt om te geloven dat waar is
  • Oordelen en beslissingen baseren op de beste logica en het beste bewijs, zelfs wanneer die afkomstig zijn van rivalen of critici

Enkele aanvullende gedachten

Het is belangrijk om te beseffen dat zelfverzekerdheid is geen betrouwbare indicatie van competentie en succes. Hitler en Poetin waren/zijn ook toonbeelden van zelfverzekerdheid maar we zijn als wereld niet bepaald beter van geworden van hun ‘bijdragen’. Zelfverzekerdheid kan weliswaar een teken van echte competentie zijn maar ook gemakkelijk verkeerd geïnterpreteerd worden. Het kan ook gebaseerd zijn op bluf en slechte bedoelingen.

Persoonlijk vermoed ik dat authentieke zelfverzekerdheid en valse zelfverzekerdheid (overmoed) te herkennen zijn door goed te letten op het bredere gedrag van de aspirant-leider. Twee vragen kunnen daarbij behulpzaam zijn:

  1. Heeft de persoon naast uitingen van zelfverzekerdheid ook uitingen gedaan die wijzen op realisme en nederigheid? Indien je je afvraagt of iemand die zoiets doet ooit enige macht kan verwerven is hier een uitspraak van voormalig Amerikaans president Barack Obama in zijn boek The Audacity of Hope: “Misschien vind ik de wegen van het menselijk hart te verschillend en mijn eigen leven gewoon te onvolmaakt, om te geloven dat ik gekwalificeerd ben om als iemands morele scheidsrechter te dienen.”
  2. Erkent de persoon ruiterlijk zijn ongelijk als dit onomstotelijk wordt vastgesteld? Een van de meest verbazende dingen van de Baudets en Trumps van deze wereld is dat ze nooit toegeven fout te hebben gezeten. Hiermee geven ze inzicht in waar ze mee bezig zijn: macht verwerven ten koste van alles.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (5)
  • Bruikbaar (1)