Een nieuw onderzoek laat een interessante link zien tussen de mindsettheorie en de zelfdeterminatietheorie. Dajung Diana Oh en haar collega’s onderzochten hoe wiskundeangst van ouders samenhangt met een controlerende dan wel autonomie-ondersteunende betrokkenheid bij het onderwijs van hun kind.
Wiskundeangst
Nogal wat mensen hebben een zekere angst voor het vak wiskunde. Deze angst voor wiskunde heeft meestal te maken met een statische mindset ten aanzien van wiskunde. Deze statische mindset is de overtuiging wiskunde aanleren vooral een kwestie van aanleg is en dat je die aanleg zelf mist.
Onderzoek Oh et al. (2022)
Oh et al. (2022) deden een onderzoek (N = 562) naar de effecten van angst van ouders op de manier waarop ze betrokken zijn bij het wiskundeonderwijs van hun kinderen. Tevens werden de wiskundeprestaties van de kinderen bijgehouden.
Ouders rapporteerden over hun wiskunde angst en over hun controlerende en autonomie-ondersteunende betrokkenheid bij het wiskundeonderwijs van hun kinderen. Tevens werd hun stijl van begeleiden geobserveerd.
Op hetzelfde moment en een jaar later werden de wiskundeprestaties van de kinderen in kaart gebracht.
Resultaten
De onderzoekers vonden de volgende resultaten:
- Ouders met een grotere wiskundeangst bleken meer controlerend betrokken bij het wiskunde onderwijs en minder autonomie-ondersteunend bij kinderen die slechter presteerden in wiskunde
- Controlerend ouderschap voorspelde lagere wiskundeprestaties een jaar later later bij deze kinderen
Conclusie
De bevindingen suggereren dat wiskunde-angstige ouders geneigd zijn om met kinderen die worstelen met wiskunde praktijken te gebruiken die hun wiskundeprestaties verder ondermijnen. Dit kan een onconstructieve cyclus creëren voor het leren van wiskunde door kinderen.
In dit onderzoek is wiskunde als voorbeeld genomen omdat dit een vak is waarover bij veel mensen angst bestaat. Maar het lijkt me dat de bevindingen net zozeer op kunnen gaan voor andere vakken.
https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/10888691.2023.2177163
Dit artikel bespreekt een onderzoek naar de invloed van de mindset van het gezin op de motivatie, het gedrag en het affect van studenten bij wiskunde. Uit de studie blijkt dat de perceptie van de fixed mindset van hun ouders en oudere broers en zussen negatief samenhangt met hun motivatie, betrokkenheid en hulpzoekgedrag bij wiskunde. De studie wijst op het belang van de mindset-context van het gezin bij het vormgeven van de academische resultaten van studenten, met name de rol van oudere broers en zussen.
Open Link
► Grote taalmodellen, zoals ChatGPT worden steeds meer gebruikt in ons dagelijks leven. Daarom is het belangrijk dat we snappen wat voor vooroordelen (biases) ze kunnen hebben. Dat het waarschijnlijk is dat ze biases hebben, komt omdat die modellen onze eigen denkwijzen en opvattingen weerspiegelen, inclusief de schadelijke stereotypes die we soms hebben.
In dit onderzoek is gekeken hoe deze taalmodellen wiskunde en STEM-vakken zien in vergelijking met andere onderwerpen. Ze vonden dat deze modellen over het algemeen een negatief beeld hebben van wiskunde en STEM-vakken, met wiskunde als meest negatief. Maar er waren grote verschillen tussen de modellen. De nieuwere versies, zoals GPT-4, hadden een rijker en complexer beeld, en waren ook minder negatief dan de oudere versies en de middelbare scholieren die ze als vergelijking gebruikten. Dit suggereert dat betere taalmodellen in de toekomst minder bevooroordeeld kunnen zijn, en misschien zelfs kunnen helpen om schadelijke stereotypes in de samenleving te verminderen.
Open link
► Dit artikel van Kirsten Weir (2023) legt de gevolgen en oorzaken van wiskunde-angst uit en biedt suggesties voor ouders en opvoeders om kinderen te helpen deze angst te overwinnen. Wiskunde-angst is een angst of vrees die optreedt bij het oplossen van wiskundige problemen of zelfs bij het denken aan getallen. Een studie met fMRI toonde aan dat de anticipatie op het doen van wiskunde de hersenactiviteit verhoogt in gebieden geassocieerd met het detecteren van bedreigingen en het ervaren van pijn. Deze angst kan al vroeg in de basisschool beginnen en bij ongeveer 20-25% van de kinderen voorkomen. Interessant is dat wiskunde-angst vaker voorkomt bij vrouwen en meisjes, deels vanwege maatschappelijke stereotypen. Een belangrijke factor in wiskunde-angst is het “wiskundige zelfconcept” (hoe iemand zijn wiskunde-capaciteiten ziet). Mensen met wiskunde-angst vermijden vaak situaties waarin wiskunde nodig is en zijn minder geneigd om STEM-carrières (Science, Technology, Engineering, Mathematics) na te streven. Voor het beheren van wiskunde-angst wordt aanbevolen om te letten op tekenen van angst, mentale gezondheid te bevorderen, positieve taal over wiskunde te gebruiken, kinderen te helpen een “groei-mindset” (geloof dat vaardigheden verbeterd kunnen worden) te ontwikkelen en hen te ondersteunen bij het verbeteren van hun studievaardigheden.