Behoeftenfrustratie en psychopathologie

door | mei 20, 2020 | zelfdeterminatietheorie | 2 reacties

Hoe behoeftenfrustratie een rol kan spelen in het ontstaan van verschillende soorten psychopathologie

Een lezer vroeg of het gebrek aan bevrediging van psychologische basisbehoeften een rol kan spelen in het ontstaan van persoonlijkheidsstoornissen en psychopathologie. Het korte antwoord is ‘ja’. Hieronder beschrijf ik hoe behoeftenfrustratie een rol kan spelen in het ontstaan van verschillende soorten psychopathologie.

Behoeftenondersteuning en -belemmering

De zelfdeterminatietheorie gaat ervan uit dat een gezonde ontwikkeling en goed functioneren van mensen vraagt om de bevrediging van psychologische basisbehoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid. Behoeftenondersteuning is nodig voor het ontwikkelen van autonome zelfregulatie wat een belangrijk kenmerk van psychologische gezondheid en welbevinden is. De onderstaande figuur (gebaseerd op Ryan, Deci, & Vansteenkiste, 2016) toont (aan de rechterkant) manieren waarop ouders behoeften ondersteunen (via autonomieondersteuning, structuur en betrokkenheid) of belemmeren (via dwang, chaos en verwaarlozing). Ook laat de figuur zien (aan de linkerkant) hoe behoeftenondersteuning door ouders niet alleen afhangt van hun eigen eigenschappen maar ook van contextuele factoren van van het gedrag van het kind.

Basisbehoeften en psychopathologie

Wanneer de basisbehoeften niet voortdurend bevredigd worden neemt de kans toe op niet-optimaal functioneren. De belemmering van deze behoeftenbevrediging tijdens de jeugd (of in de huidige levenssituatie) kan, gegeven bepaalde biologische kwetsbaarheden leiden tot of bijdragen aan het ontstaan van psychopathologie. Omgekeerd kan een behoeftenondersteunende sociale context juist een zekere mate van bescherming bieden tegen het ontstaan van psychopathologie (zelfs bij biologische kwetsbaarheden).

De onderstaande figuur (vrij naar Ryan, Deci, & Vansteenkiste, 2016) toont drie categorieën van psychopathologie die kunnen samenhangen met de belemmering van basisbehoeften.

De eerste categorie betreft interne dwang pathologieën. Voorbeelden van dit soort ‘naar binnen gerichte’ stoornissen zijn obsessieve en compulsieve stoornissen, paranoïde stoornissen, zelfkritische depressie en eetstoornissen. Deze treden vaak op bij zeer dwingende opvoedpraktijken bij kwetsbare kinderen. Deze kinderen voelen een sterke interne druk.

De tweede categorie betreft ‘naar buiten gerichte’ stoornissen voortvloeiend uit gebrekkige internalisatie, zoals antisociaal gedrag, impulsiviteit en agressie. De derde categorie betreft stoornissen waarbij het gevoel van zelf niet goed tot ontwikkeling is gekomen zoals borderline persoonlijkheid en dissociatieve identiteit.

Voor een gedetailleerde bespreking van de relaties tussen behoeftenfrustratie en psychopathologie verwijs ik naar Ryan, Deci, & Vansteenkiste, 2016 en Ryan & Deci, 2017.

Discussie

Het onderzoek naar de rol van basisbehoeften bij het ontstaan en voorkomen van psychopathologie staat nog enigszins in de kinderschoenen maar lijkt zeer veelbelovend. Belangrijk is om er genuanceerd over te blijven denken. Enkele gedachten:

  • Behoeftenbevrediging speelt vermoedelijk vaak een rol bij het ontstaan van psychopathologie maar biologische kwetsbaarheid ook, bij de ene stoornis meer dan de ander. Over de precieze relatie tot en bijdrage aan psychische stoornissen lijkt nog veel onbekend. Het is denkbaar dat hetzelfde soort ernstige behoeftenfrustratie bij verschillende kinderen leidt tot verschillende soorten psychopathologie. Het is denkbaar dat combinaties van psychologisch en biologisch gerichte therapieën optimaal zijn (waarbij ‘biologisch’ niet alleen hoeft te verwijzen naar medicatie).
  • Welke rol speelt behoeftebevrediging precies bij het voorkomen en oplossen van psychopathologie? Mijn indruk is dat hier nog veel onderzoek naar nodig is. (Verwijzingen naar dit soort al uitgevoerde onderzoeken zijn welkom).
  • Ouders lijken een belangrijke rol te kunnen spelen in het ontstaan van psychopathologie. Het lijkt me belangrijk om hen niet te zeer als schuldigen aan te merken. Hun eigen neigingen tot dwang, verwaarlozing, etc zijn ook een gevolg van de context waarbinnen zij zich hebben ontwikkeld en hun eigen biologische kwetsbaarheden. Het is belangrijk om kennis te ontwikkelen over hoe ouders effectieve opvoedpraktijken aangeleerd kunnen krijgen.
  • Hoewel het beschrijven en categoriseren van probleemgedrag misschien onvermijdelijk is en wellicht nuttig en nodig kan zijn (bijvoorbeeld in de wetenschap en wellicht in de klinische praktijk), lijkt het me verstandig om terughoudend te zijn in het labelen van mensen, zeker in alledaagse situaties. Het kan stigmatiserend werken en lost vaak weinig op.

Dank aan Prof. Bart Soenens voor leessuggesties.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (10)
  • Bruikbaar (3)

2 Reacties

  1. Coert Visser

    https://tinyurl.com/2p8dp32v

    Deze studie onderzoekt hoe psychologische behoeften aan autonomie, competentie en verwantschap de associatie tussen zelfkritiek en afhankelijkheid met internaliserende en externaliserende problemen bij adolescenten mediëren, gebaseerd op de zelfdeterminatietheorie. De studie vond dat zelfkritiek en afhankelijkheid significant gerelateerd zijn aan hogere niveaus van zowel internaliserende als externaliserende problemen, waarbij psychologische frustratie deze associaties volledig medieert. De studie suggereert dat psychologische behoeftefrustratie een belangrijke rol speelt in persoonlijkheidsgerelateerde kwetsbaarheid voor adolescente psychopathologie, en levert bewijs voor de integratie tussen twee belangrijke theoretische benaderingen op het gebied van adolescente ontwikkeling en psychopathologie.

    Antwoord
  2. Coert Visser

    Open link ► Dit onderzoek van Bosch et al. (2023) onderzoekt waarom school moeilijk is voor kinderen met internaliserende problemen (IP).

    De belangrijkste bevindingen zijn dat kinderen met hoge IP vaker negatieve situaties op school ervaren dan kinderen met lage IP. Het onderzoek toont aan dat kinderen met hoge IP minder vaak positieve ervaringen hebben met leraren en leeftijdsgenoten. Ze voelen zich vaker buitengesloten, onterecht behandeld en niet gesteund door leraren. Deze kinderen noemen hun relaties met leraren en leeftijdsgenoten vaker als oorzaak van negatieve emoties. Het onderzoek werd uitgevoerd door middel van interviews met kinderen met hoge en lage IP. Hun antwoorden werden geanalyseerd op basis van basisbehoeften zoals autonomie (zelfstandigheid), competentie (bekwaamheid) en verbondenheid (relaties).

    De relevantie van het onderzoek is dat het inzicht geeft in hoe belangrijk sociale relaties op school zijn voor kinderen met hoge IP. Het laat zien dat leraren deze kinderen beter kunnen helpen door meer steun te bieden en rechtvaardig te zijn. Het onderzoek benadrukt ook het belang van het begrijpen van de emoties van kinderen en hun persoonlijke redenen daarvoor. Deze inzichten kunnen helpen bij het ontwikkelen van betere lesmethoden en ondersteuning voor kinderen met hoge IP. Het onderzoek pleit voor meer studies naar de specifieke behoeften van deze kinderen om hen beter te kunnen ondersteunen op school.

    Antwoord

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 543 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser
  10. Coert Visser
  11. Coert Visser
  12. Coert Visser