Het geluk dat je in een situatie ervaart wijkt vaak sterk af van hoe positief je achteraf over die situatie nadenkt. Op dezelfde manier is er een belangrijk verschil tussen het ervaren van emotioneel geluk in je leven en hoe tevreden je bent over je leven. Psycholoog Daniel Kahneman en econoom Angus Deaton hebben over deze onderwerpen belangrijke inzichten geformuleerd die ik hieronder samenvat.
Eerder geplaatste kanttekeningen bij geluk
In eerdere artikelen heb ik al kanttekeningen geplaatst bij het begrip geluk. In dit artikel zeg ik de volgende dingen:
- optimaal geluk is beter dan maximaal geluk
- het is lastig je eigen geluk goed te beoordelen
- of je gelukkig bent en hoe gelukkig je bent hangt samen met andere factoren en van de context waarbinnen je leeft
- zelfgerapporteerd geluk correspondeert maar matig met hoe gelukkig iemand zich gedraagt
In dit artikel haal ik onderzoek aan dat laat zien dat zelfgerapporteerde geluksscores van mensen sterk afweken van wat deze zelfde mensen over hun leven hadden verteld in interviews. In de interviews waren ze over het algemeen veel kritischer over hun leven dan hun score zou doen vermoeden. In dit artikel beschrijf ik onderzoek dat laat zien dat er binnen de psychologie erg weinig consensus bestaat over wat geluk inhoudt en hoe je het meten moet.
Het verschil tussen ervaren geluk en herinnerd geluk
Om verwarring rondom het begrip geluk misschien nog iets groter te maken, wil ik iets vertellen over wat Daniel Kahneman en zijn collega’s hebben ontdekt over geluk. Kahneman zegt dat er een belangrijk verschil bestaat tussen gelukkig zijn in je leven en gelukkig zijn over je leven. Het eerste noemt hij ervaren geluk, het tweede noemt hij geëvalueerd geluk.
Het eerst geluk wordt genoten door het ervarende zelf, het tweede door het herinnerende zelf. Het geluk van het ervarende zelf bestaat uit de positieve emoties die je beleeft in een situatie. Het geluk van het herinnerende zelf bestaat uit het verhaal dat je jezelf achteraf vertelt over de ervaring. Dat deze twee dingen heel verschillend zijn, lijkt op het eerste gezicht misschien verrassend maar onderzoek toont aan dat het wel zo is.
De peak-end rule en duration neglect
Fredrickson & Kahneman (1993) kwamen erachter dat mensen die een plezierige of onplezierige ervaring ondergaan achteraf een vertekend beeld hebben van hoe positief of negatief die ervaring was. Hoe ze die ervaring zich achteraf herinneren wordt in belangrijke mate beïnvloed door wat tegenwoordig de peak-end rule genoemd wordt. Het plaatje hieronder laat de pijnniveaus en pijnduur zien van patiënt A en B.
Het is overduidelijk dat patiënt B langer en meer heeft geleden. Maar achteraf blijkt patiënt A een veel negatievere herinnering te hebben aan de gebeurtenis. De duur heeft weinig invloed op de herinnering (dit heet duration neglect). De piek en het eind hebben dat wel. Daarom is patiënt A negatiever. Het idiote aan deze situatie is dat indien de behandeling van patiënt iets zou zijn verlengd door wat milde pijn te blijven veroorzaken, zijn herinnering minder negatief zou zijn.
Tip: maak plannen voor positieve geanticipeerde herinneringen
In ons alledaagse leven is het niet anders. Ook dan is er steeds een belangrijk verschil tussen gelukservaring en geluksherinnering. Een korte vakantie met een prettige piekervaring en een fijn einde wordt even prettig herinnerd als een lange vakantie met een prettige piekervaring en een fijn einde. Je kunt dus net zo goed de korte vakantie plannen. Bij het maken van toekomstplannen is het dus misschien verstandig om bewust te mikken niet zozeer op ervaringen maar op geanticipeerde positieve herinneringen.
De Easterlin paradox: is economische groei irrelevant voor meer geluk?
Dit onderscheid is belangrijk voor de bekende vraag of geld gelukkig maakt. De econoom Easterlin (1974) formuleerde de volgende paradox: binnen een land zeggen mensen die meer geld hebben gelukkiger te zijn maar het is niet zo dat mensen in een rijker land zeggen gelukkiger te zijn dan mensen in minder rijke ontwikkelde landen. Op grond hiervan zou je kunnen concluderen dat verdere economische groei van ontwikkelde landen dus weinig zin heeft, althans in de zin dat de bewoners van het land er niet gelukkiger door worden.
Inkomensgroei verbetert tevredenheid over je leven, niet emotioneel geluk
Maar Kahneman & Deaton (2010) lieten zien dat het subtieler ligt. Zij constateerden dat verdere inkomensgroei vanaf een bepaald niveau niet verder bijdraagt aan emotioneel welbevinden (zoals beleefd door het ervarende zelf) maar wel aan geëvalueerd geluk (zoals het herinnerende zelf het beleeft). Dit geldt zowel op individueel als op nationaal niveau. Ook bij landen geldt dat verdere inkomensgroei (BNP) boven een bepaald niveau niet verder bijdraagt aan emotioneel welbevinden maar wel aan geëvalueerd welbevinden (Stevenson & Wolfers, 2008). De Easterlin paradox is hiermee opgelost.
Tevredenheid over je leven is een nuttigere indicator dan emotioneel welbevinden
Rijkdom beschermt niet tegen negatieve gevoelens en is ook niet een vereiste voor het ervaren van positieve gevoelens. Zelfs in de meest ellendige omstandigheden weten mensen, door adaptatie, nog momenten van emotioneel welbevinden te ervaren. Maar ondanks dat mensen in barre omstandigheden nog wel degelijk emotioneel welbevinden kunnen hebben, zullen ze minder tevreden zijn met hun leven. Materieel welbevinden is wel belangrijk voor hoe tevreden mensen zijn over hun leven. Deaton (2015) stelt dan ook dat tevredenheid met het eigen leven (life satisfaction) een veel nuttigere indicator van algeheel welbevinden is dan emotioneel welbevinden.
0 reacties