Drie manieren van ik-ben-denken die schadelijk kunnen zijn

door | dec 11, 2015 | mindset | 7 reacties

Hoe we denken en praten over onszelf en anderen kan veel invloed hebben op de emoties, het gedrag, de resultaten en de ontwikkeling van onszelf en anderen. Onderzoek van Mueller & Dweck (1998) heeft bijvoorbeeld laten zien dat het geven van verschillende soort complimenten heel verschillende effecten kan hebben. Het geven van een compliment over een eigenschap als intelligentie kan bij kinderen een statische mindset opwekken terwijl het geven van een compliment over de inspanning die een kind geleverd heeft een groeimindset kan opwekken.

Een manier van denken over onszelf waar we volgens mij voorzichtig mee moeten zijn is de “Ik ben …” manier van denken. Als ik dat zeg heb ik het niet over formuleringen als “ik ben blij” of “ik ben bezig”, met andere woorden formuleringen die een gemoedstoestand of een activiteit beschrijven. In het bijzonder heb ik het over drie vormen van ik-ben-denken die schadelijk kunnen zijn:

1. Ik ben (eigenschap)

Mensen kunnen zichzelf beschrijven in termen van negatieve of positieve eigenschappen. Dat jezelf beschrijven in termen van negatieve eigenschappen (Ik ben lui/dom/slecht e.d.) onverstandig is, spreekt misschien vanzelf. Door jezelf in termen van een negatieve eigenschap te beschrijven, schep je een statische mindset. Je zet jezelf in zekere mate vast in die eigenschap. Maar jezelf beschrijven in termen van positieve eigenschappen (ik ben intelligent, eerlijk, lief) kan hetzelfde probleem veroorzaken. Ook dit soort positieve labels kunnen immers een statische mindset opwekken. Als ik mijzelf het etiket ‘intelligent’ opplak, loop ik de kans dat ik gedrag ga vertonen dat erop gericht is om toch vooral intelligent te blijven overkomen. Zo kan ik bijvoorbeeld mijn eigen prestaties proberen zo gunstig mogelijk over te laten komen (en wellicht zelf daarover liegen). Ook kan ik uitdagingen uit de weg gaan uit angst dat ik het predicaat ‘intelligent’ anders verlies. En verder kan ik hard werken en doorzetten vermijden (intelligente mensen hoeven dat toch immers niet?).

2. Ik ben (type mens)

Mensen kunnen zich ook beschrijven als een bepaald type mensen (ik ben een echte binnenvetter, doener, ochtendmens, neuroot, etc.). Door dit te doen roep je opnieuw een statische mindset op. Door jezelf te vertellen dat je nu eenmaal een bepaald soort mens bent, belemmer je mogelijk je ontwikkeling. Door te verklaren dat je nu eenmaal zo bent, zet je jezelf vast en reduceer je jezelf onnodig. Jezelf op een dergelijk wijze typeren doet vaak geen recht aan hoe je als individu precies bent (het label is waarschijnlijk maar matige beschrijving van hoe je precies bent) en doet geen recht aan de ontwikkelbaarheid van mensen (hoe je bent is niet hoe je hoeft te blijven).

3. Ik ben (lid van een groep)

Mensen kunnen zich ten slotte beschrijven als lid van een bepaalde categorie mensen (Ik ben zwart, wit, jood, christen, moslim, etc.). Door dit te doen loop je ook weer het risico jezelf vast te zetten en je eigen ontwikkeling te belemmeren. Natuurlijk kunnen mensen zich verbonden voelen met een godsdienst of een etnische groep. Maar het jezelf labelen naar die godsdienst of etnische groep kan onvoorziene nadelige effecten hebben. In de eerste plaats kan het afleiden van de realiteit dat je nog zoveel meer bent dat alleen lid van die groep. In de tweede plaats zijn we zelden volledig lid van een groep. De werkelijkheid is vrijwel altijd fuzzy.

Met andere woorden: we zijn vaak in bepaalde mate lid van meerdere groepen tegelijk, zelfs als lijken die groepen geheel verschillend te zijn en op gespannen voet te staan met elkaar. Een Engels onderzoek liet bijvoorbeeld zien dat veel mensen die zichzelf beschreven als christen veel aspecten van deze godsdienst niet onderschreven. Het je labelen naar de godsdienst die je aanhangt kan wij-zij denken oproepen wat kan leiden tot grote spanningen tussen bevolkingsgroepen. In Noord-Ierland bijvoorbeeld is jarenlang een enorme strijd geweest tussen mensen die zich labelden als respectievelijk katholieken en protestanten. Deze enorme spanning is wel apart als je bedenkt dat alle individuen in de twee groepen ook veel met elkaar gemeen hadden (ze waren allen christen, Noord-Iers, en wereldburger, om er maar enkele te noemen). Het geweld in Noord-Ierland is grotendeels voorbij en ook de strikte associatie van mensen met ofwel het katholicisme of het protestantisme is snel aan het voorbij gaan (er is in Noord-Ierland, net als in veel andere landen een snelle stijging van het aantal niet-religieuze mensen).

Ras of etniciteit is ook zo’n onderwerp waar zuiver groepslidmaatschap nauwelijks bestaat. We kunnen over iemand met bepaalde uiterlijke kenmerken bijvoorbeeld denken als: ‘dat is een Turk’. Maar in hoeverre is zo’n beschrijving nu juist als we ook weten dat die persoon in Nederland is geboren en woont? Denken in termen van zwarte en witte mensen (en zelfs in termen van zwarte en witte scholen) is nog zo’n voorbeeld. Raszuiverheid bestaat nauwelijks of niet en je kunt serieuze vraagtekens plaatsen bij het bestaan van menselijke rassen.

Wat is dus de zin van het hanteren van dit soort discrete categorieën als we over individuen praten? Huidskleuren en allerlei andere menselijke kenmerken liggen op continua. Categorisch denken over mensen is dus veelal onrealistisch. En het is niet nodig. En het vergroot de kans op wij-zij denken. Dus wat schieten we ermee op? We hebben de optie om het niet te doen.

Wat kunnen we doen?

We kunnen een manier van praten aanleren die meer recht doet aan de individualiteit, de complexiteit en de ontwikkelbaarheid van mensen en die ook recht doet aan het feit dat de werkelijkheid vaak fuzzy is in plaats van georganiseerd in keurige hokjes. In plaats van te zeggen ‘Ik ben X’ kun je ook zeggen: ‘ik voel me wel verwant met X’, of ‘ik heb wel wat met X’,  of ‘X interesseert me wel’, of ‘X is één van de dingen waar ik me wel mee associeer’.

 

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (16)
  • Bruikbaar (8)

7 Reacties

  1. Gerrit van Bergeijk

    Mooie uitleg Coert. Bedankt, erg bruikbaar.
    In de zorg en mn de GGZ hoor je vaak: Ik ben depressief, ik ben manisch, ik ben schizofreen etc. Ook helpverleners en omstanders gebruiken soms deze diagnoses als persoonskenmerken, eigenlijk ook labels.
    Mensen ervaren dat vaak als stigmatiserend. Sommigen spreken ook over een zelf-stigma. Ik denk dat het vertrouwd worden met de groei mindset meer kan opleveren dan veel zg “kracht programma’s “ die ingezet worden tegen stigmatisering. Heb jij daar ideeën over?

    Hartelijke groet
    Gerrit

    Antwoord
  2. Jozef

    “Ik ben ENTJ” is ook niet goed. Met dit artikel toon je nog eens een mooi aan dat praktijken als MBTI niet alleen tijdverlies zijn, maar bovendien nog schadelijk kunnen zijn ook wegens het aansmeren van een statische mindset.

    Maar aan de andere kant, als je bepaalde zaken wil bestuderen, moet je wel categorieën maken, anders kan je het niet benoemen. (ik heb het dan niet over individueel labelen). Ik kan me bv.. niet inbeelden hoe je psychologische aandoeningen kan onderzoeken zonder categorieën zoals “schizofrenie”, “autisme” etc. te maken. Ook zie ik niet in hoe je sociale problemen kan onderzoeken als je geen categorieën mag maken zoals “armenwijken”, “moslimwijken”, etc. Het blijft natuurlijk belangrijk om te blijven beseffen dat dit kunstmatige categorieën zijn in een continuüm en dat bewoners van een “armenwijk” meer zijn dan dat etc…

    Antwoord
  3. Coert Visser

    Hallo Jozef, helemaal eens wat betreft ‘ENTJ’ etc.. Wat betreft categorieën: Ik denk dat we ook met diagnostische categorieën voorzichtiger moeten worden. Er is de afgelopen jaren veel gedoe geweest rondom het bekende DSM systeem. Zonder dat ik natuurlijk de wijsheid in pacht heb, wil ik zeggen dat ik vrij skeptisch ben over de validiteit van veel diagnostische categorieën en ook over het nut van diagnostische categorieën.

    Ook wat betreft het aanduiden van wijken en bevolkingsgroepen zou ik ervoor pleiten om veel voorzichtiger te zijn. Deze wijken en groepen zijn minder homogeen dan we denken volgens mij en de labels die we plakken zijn vaak minder passend en terecht dan we denken.

    Carol Dweck had het een tijdje geleden in een presentatie over gelijkheid (https://progressiegerichtwerken.nl/carol-dweck-geloven-dat-je-kunt-verbeteren/). Zij had het niet over ‘black kids’ o.i.d maar bijvoorbeeld over kinderen in inner cities.

    Mijn punt is: het zogenaamde gemak van het label weegt volgens mij niet op tegen de schade van het label. Er zijn denk ik vaak betere manieren om over mensen en wijken te maken. (Het woord moslimwijk bijvoorbeeld, of moslimland, spreekt me ook helemaal niet aan).

    Antwoord
  4. Jozef

    Bedankt voor je uitleg. Dat we zeer voorzichtig moeten zijn daar staan we zeker op een lijn. En dat we het niet mogen gebruiken om mensen te labelen.
    Het alternatief van Carol Dweck (inner city) is, denk ik, geen alternatief voor categorisering, maar eerder het gebruik van een eufemisme, maar ze moet toch ook duiden waar ze over spreekt. Ik moet daar nog verder over nadenken, misschien is het inderdaad mogelijk om over iets te redeneren zonder categorieën te maken, maar ik ben er nog niet uit.

    Antwoord
  5. Coert Visser

    Vooropgesteld dat ik er ook nog niet uit ben… ik denk dat Dweck geen eufemisme gebruikt (ze verbloemt namelijk helemaal niet dat er een prestatiekloof is) en dat de aanduiding die ze gebruikt juist heel goed is. Ze zegt namelijk meer dan (inner city). Heb je de video al bekeken? Ik zou geen betere aanduiding weten. Jij wel? Een aanduiding als ‘zwarte kinderen’ of ‘zwarte scholen’ is bijvoorbeeld m.i. niet een betere maar een veel slechtere aanduiding. Dit hangt samen met mij scepsis over het bestaan van menselijke rassen.

    Antwoord
  6. Jean

    Zeer mee eens!
    Maar ik smacht daarbij naar meer voorbeelden van formuleringen als alternatief voor de drie ik-vormen. En dan liefst formuleringen die niet te omslachtig zijn zoals ‘… één van de dingen waar ik me wel mee associeer’.
    Ook in geweldloze communicatie worstelen we geregeld met omslachtige formuleringen.
    idem dito voor de items in het stukje ‘complimenteren’ van Gwenda

    Antwoord

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 531 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Eigenlijk past Trump precies dezelfde tactieken toe als Hitler. Van die laatste weten we tot wat dat geleid heeft. (en…

  8. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Landry et al. (2024) laat zien dat vegetarische en veganistische eetpatronen kunnen helpen om…

  9. Coert Visser
  10. Coert Visser