We kunnen allemaal dagelijks getuige zijn van positieve menselijke gedragingen zoals behulpzaamheid, vriendelijkheid, eerlijkheid, enz. Vrijwel ieder mens heeft de neiging tot dit soort gedrag meegekregen, zowel biologisch als via opvoeding en cultuur in bredere zin. Maar, zoals we weten, zijn mensen soms ook tot negatief en ronduit slecht gedrag in staat. Enkele onderzoekers hebben in kaart gebracht wat voor soorten negatief en slecht gedrag er zijn.
De Dark Triad
Eerder onderzoek naar negatievere kanten van menselijk gedrag had zich vooral gericht op de zogenaamde Dark Triad, ofwel de donkere driehoek. Deze betreft de volgende drie elkaar deels overlappende basistrekken: narcisme, psychopathie en machiavellisme. Onderzoek heeft een samenhang laten zien tussen deze trekken en het veroorzaken van sociale problemen, plegen van misdaden en het veroorzaken van problemen in organisaties (vooral wanneer deze individuen leidinggevende posities bekleden).
De D-factor en 9 donkere eigenschappen
Een aantal onderzoekers uit Duitsland en Denemarken (Moshagen et al., 2018) stelde voor dat er een D-factor, ofwel Dark Factor, bestaat die ten grondslag ligt aan kwaadaardig gedrag.
► Onder deze D-factor verstaan zij de neiging om het eigen nut te maximaliseren ten koste van het nut van anderen.
Moshagen et al. deden vier onderzoeken om deze D-factor te toetsen waarbij ze de volgende 9 eerder in de onderzoeksliteratuur beschreven ‘donkere’ eigenschappen maten (2, 4 en 6 zijn de eerder genoemde Dark Triad):
- Egoïsme: de buitensporige aandacht voor eigen plezier of voordeel ten koste van het welzijn van de gemeenschap.
- Machiavellisme: manipulativiteit, gevoelloosheid en strategisch berekenende oriëntatie.
- Morele onthechting: een kijk op de wereld die onethisch gedrag rechtvaardigt.
- Narcisme: een extreme gerichtheid op ego-versterking.
- Psychologisch voorrecht (entitlement): een stabiel en doordringend gevoel dat men meer verdient en recht heeft op meer dan anderen.
- Psychopathie: tekorten in affect, ongevoeligheid, zelfbeheersing en impulsiviteit.
- Sadisme: het opzettelijk toebrengen van fysieke, seksuele of psychologische pijn of lijden aan anderen om macht en dominantie te doen gelden of voor plezier en genot.
- Eigenbelang: het nastreven van winst in sociaal gewaardeerde domeinen, waaronder materiële goederen, sociale status, erkenning, academische of beroepsmatige prestaties en geluk.
- Hatelijkheid: een voorkeur die een ander zou schaden, maar die ook zichzelf zou schaden. Deze schade kan sociaal, financieel, fysiek of een ongemak zijn.
Het onderzoek bevestigde dat de D-factor ten grondslag lag aan al deze donkere eigenschappen.
Discussie
Hier zijn enkele van mijn gedachten naar aanleiding van dit onderzoek:
- Fascinatie: de donkere kant van menselijk gedrag fascineert ons. Dit kunnen we onder andere zien aan de gretigheid waarmee we kijken naar misdaadseries, waarin we processen tegen criminelen volgen en waarmee we de berichtgeving over mensen als Donald Trump en consorten volgen. Deze fascinatie voor het slechte in mensen hangt vermoedelijk samen met de negativiteitsbias.
- Nut: de aandacht voor de negatieve kanten van menselijk gedrag kan nuttig zijn. Weten hoe negatief, schadelijk gedrag eruit ziet kan wellicht helpen om ons ertegen te beschermen. Bijvoorbeeld: laten we geen liegende individuen die zichzelf voortdurend ophemelen tot leiders kiezen (lees meer).
- Progressiegericht: hoe progressiegericht is het om ook te kijken naar dit soort negatieve beschrijvingen? Progressiegerichtheid gaat toch meer over wat we wel willen dan over wat we niet willen? Mijn idee: progressiegerichtheid gaat bovenal over de betekenisvolle progressie die we nastreven. Maar dit betekent niet dat er een taboe ligt op het bespreken van wat onwenselijk is. Bij het bereiken van progressie richten we ons niet alleen op het versterken van de plus die we zoeken maar soms (wellicht vaak) ook op de de min die we willen beperken of transformeren naar een plus. Het herkennen, inperken en ombuigen van de soorten negatief gedrag die hierboven beschreven zijn kan uiterst belangrijk zijn om schade voor anderen te voorkomen.
- Terughoudend met labels: hoewel het zeker zo kan zijn dat bepaalde individuen nogal diep ingesleten slechte gewoontes en neigingen hebben, is het waarschijnlijk wijs om terughoudend te zijn in plakken van labels op mensen. Het kan verleidelijk zijn om dingen te zeggen als: “Hij is een typische narcist!” maar dit zou een statische mindset kunnen opwekken en daarmee progressie in de weg kunnen staan. Wie weet komen we via technieken als progressiegericht sturen, nee-zeggen en de logische consequentie aanpak een heel eind in het ombuigen en inperken van negatief gedrag.
https://progressiegerichtwerken.com/de-lichte-en-donkere-paden/
“Ervaringen van autonomie en controle hebben een onafhankelijk effect op pro-sociaal en antisociaal gedrag. Interventies die zich richten op het doen afnemen van psychologische controle zullen niet zozeer pro-sociale gedragingen tot gevolg hebben, maar wel een afname van antisociale gedragingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het laten afnemen van controlling taal en gedrag. Interventies die expliciet de autonomie ondersteunen zullen meer pro-sociaal gedrag tot gevolg hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om het geven van rationales en keuzemogelijkheden. Zo is het lichte pad van autonomie en pro-sociaal gedrag grotendeels een onafhankelijk pad van het donkere pad van controle en antisociaal gedrag.”
Open link ► Dit artikel van Scholz et al. stelt dat alle sociaal en/of ethisch aversieve (afkeer oproepende) persoonlijkheidstrekken beschouwd kunnen worden als verschillende manifestaties van de D-factor van persoonlijkheid (D). De auteurs betogen dat het D-kader de gemeenschappelijke basis vormt van alle aversieve trekken, inclusief die uit het DSM-5 Alternatieve Model voor Persoonlijkheidsstoornissen (AMPD). Ze stellen dat de D-factor een grondigere theoretische basis biedt en aspecten omvat die niet direct door de aversieve AMPD-trekken worden gedekt, zoals hebzucht, wat aanwijzingen biedt voor mogelijke uitbreidingen van het AMPD. De auteurs toetsten hun voorspellingen in twee online studies met quota-representatieve steekproeven van de Duitse bevolking wat betreft leeftijd en geslacht, met in totaal 3.787 deelnemers. In deze studies werden twaalf aversieve trekken uit het reguliere persoonlijkheidsonderzoek en acht aversieve AMPD-trekken samen met consequent gedrag in een economisch spel beoordeeld. Analyses met behulp van structurele vergelijkingsmodellering bevestigden over het algemeen de voorspellingen van de auteurs.