Zelfovertuiging of directe communicatie: wat werkt beter?

Wanneer we informatie willen overdragen of een boodschap willen overbrengen kunnen we natuurlijk eenvoudigweg zeggen wat we willen zeggen en uitleggen wat we willen uitleggen. We zouden deze strategie directe communicatie kunnen noemen. Een andere strategie is het gebruik wat in de sociale psychologie zelfovertuigingstechnieken wordt genoemd. Zelfovertuigingstechnieken zijn werkvormen waarin de persoon via vragen en actieve participatie zelf het belang van de informatie of boodschap ontdekken. Directe communicatie kan soms weerstand oproepen (dit wordt wel het reactance effect genoemd). Het idee achter zelfovertuigingstechnieken is dat ze motiverender zijn. Als je zelf tot een bepaalde conclusie komt en deze zelf kunt verwoorden, zul je hem eerder aanvaarden en internaliseren (dit wordt wel het zeggen-is-geloven-effect genoemd).

 Trainingen Progressiegericht Werken 

Directe communicatie en zelfvertrouwen

In een vrij recent onderzoek van Canning & Harackiewicz (2015) werden deze twee strategieën (directe communicatie en zelfovertuiging) in drie studies met elkaar vergeleken wat betreft hun effectiviteit. In de eerste studie was het de bedoeling studenten het nut te laten zien van een nieuwe wiskundige techniek. De studenten werden, na de techniek aangeleerd te krijgen, random toegewezen aan een groep waarin hen dit nut werd uitgelegd (directe communicatie) of aan een groep waarin hen werd gevraagd zelf voorbeelden te bedenken van het nut van de techniek (zelfovertuiging).

Volgens de verwachting van de onderzoekers bleek dat beide interventies goed werkten van studenten met veel zelfvertrouwen. Maar studenten met weinig zelfvertrouwen (met betrekking tot wiskunde) gingen de wiskundige techniek noch bij directe communicatie, noch bij zelfovertuiging nuttig vinden. Wel bleek dat studenten in zelfovertuigingsgroep meer interesse hadden en beter presteerden op de wiskundetaak.

Synergie tussen directe communicatie en zelfovertuiging

In studie 2 werden de studenten random verdeeld over vier groepen: 1) een controle groep waarin geen directe communicatie en geen zelfovertuiging werd toegepast, 2) een groep waarin zelfovertuiging werd toegepast, 3) een groep waarin directe communicatie werd toegepast en 4) een groep waarin zowel directe communicatie als zelfovertuiging werd toegepast. Opnieuw bleek de kwetsbaarheid van studenten met weinig wiskunde-zelfvertrouwen voor de directe communicatie strategie.

Maar verder bleek dat de combinatie van directe communicatie en zelfovertuiging goed werkte voor zowel studenten met veel als met weinig zelfvertrouwen (zie figuur rechts). In deze groep waren de resultaten het beste voor beleefd nut, interesse en presteren en waren de verschillende tussen de studenten met veel en met weinig zelfvertrouwen het kleinst.

Alledaags nut

In studie 3 werd gekeken of de nadelen van directe communicatie voor studenten met weinig zelfvertrouwen nog op een andere wijze konden worden beperkt. In deze studie werd alleen gebruik gemaakt van directe communicatie. Studenten werden random verdeeld over 3 groepen. In de controlegroep kregen studenten geen uitleg over het nut van de wiskundige techniek.

In groep twee kregen ze standaarduitleg over het nut van de groep. Hierbij werd zowel verteld over het nut van de techniek voor alledaagse situaties als voor de opleiding en voor verschillende loopbaanpaden die de studenten laten mogelijk zouden bewandelen. In de derde groep kregen de studenten alleen uitleg over het nut van de techniek voor alledaagse situaties. Zoals in de figuur rechts te zien is, werkte het goed om bij onzekere studenten alleen het nut in het alledaagse leven te belichten en niet het nut in de opleiding en de latere loopbaan.

 

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (5)
  • Bruikbaar (4)