Het begeleiden van cliënten die met zware problemen kampen of veel klagen kan uitdagend zijn. Deze cliënten kunnen vastzitten in een negatieve spiraal. Hierdoor is het lastig om oplossingen te zien of kleine positieve veranderingen op te merken. Progressiegerichte vraagtechnieken en principes bieden coaches praktische hulpmiddelen om cliënten te ondersteunen, hun perspectief te verbreden, en hun autonome motivatie te versterken. In dit artikel bespreek ik enkele van deze technieken, met specifieke voorbeelden en voordelen.
1. Continueringsvraag
De continueringsvraag draait om de vraag: “Wat hoeft er niet te veranderen omdat het al goed genoeg gaat?” Dit lijkt paradoxaal in een coachingscontext, maar deze vraag kan heel krachtig zijn. Dat is vooral zo bij cliënten die overweldigd zijn door wat er allemaal mis is. Door te focussen op wat al goed genoeg gaat, helpt deze vraag om het gevoel van competentie en optimisme te vergroten. Het biedt rust en geeft cliënten een duidelijker beeld van hun prioriteiten, waardoor de situatie behapbaarder en minder overweldigend voelt.
2. Eerste-teken-van-verbetering vraag
De eerste-teken-van-verbetering vraag richt de aandacht op kleine positieve veranderingen, ook wel microprogressie genoemd. Door te vragen: “Wat zal het eerste kleine teken zijn dat je vertelt dat de dingen de goede kant op beginnen te gaan?” worden cliënten gemotiveerd om subtiele verbeteringen op te merken. Deze vraag helpt om een realistisch perspectief te behouden en voorkomt ontmoediging door een grote kloof tussen de huidige en gewenste situatie.
3. Toekomstprojectievraag
De toekomstprojectievraag stimuleert cliënten om zich een beter toekomstbeeld voor te stellen. Een voorbeeldvraag is: “Stel, we zijn drie maanden verder en het gaat beter met je… waaraan zou je dat dan merken?” Deze vraag is nuttig wanneer cliënten moeite hebben om in de haalbaarheid van progressie te geloven. Door te werken met een termijn die zowel realistisch als inspirerend is, ontwikkelen cliënten een helder beeld van hun doelen en raken ze gemotiveerd.
4. Copingvraag
De copingvraag helpt cliënten om in moeilijke omstandigheden te focussen op hoe ze erin slagen vol te houden. Door te vragen: “Hoe lukt het je om vol te houden in zulke moeilijke omstandigheden?” kunnen cliënten hun eigen veerkracht beter erkennen. Positieve formuleringen zijn essentieel om te voorkomen dat cliënten hun situatie nog somberder gaan zien.
5. Observatiesuggestie
De observatiesuggestie is een techniek die cliënten uitnodigt om te letten op momenten waarop het al iets beter gaat. Deze techniek werkt als een tegenwicht voor de negativiteitsbias, waarbij cliënten vooral focussen op wat misgaat. Door de vraag: “Zou je tussen nu en ons volgende gesprek eens willen opletten wanneer het al iets beter gaat?”, worden cliënten gestimuleerd om positieve ontwikkelingen op te merken, wat hun vertrouwen in verdere progressie versterkt.
6. Normaliseren
Normaliseren is een krachtige techniek die de coach in staat stelt om cliënten gerust te stellen door hun reacties als normaal te beschouwen, gegeven de omstandigheden. Normaliseren verlicht wat bekend staat als het ‘surplusprobleem‘—de extra stress of zelftwijfel die cliënten kunnen ervaren door hun reacties te zien als abnormaal. Door uitspraken als: “Ik denk dat veel andere mensen ook zo zouden hebben gereageerd,” versterkt normaliseren de rust, het optimisme en de doelgerichtheid van cliënten.
7. Houding van niet-weten
De houding van niet-weten betekent dat de coach zonder oordeel het perspectief van de cliënt onderzoekt. Dit geeft hen de ruimte geeft om hun eigen oplossingen te vinden. Door geen adviezen of oordelen te delen, maar goed door te vragen en samen te vatten, voelen cliënten zich autonoom en serieus genomen. Dit verhoogt hun motivatie en versterkt de band met de coach.
8. Eerst aansluiten, dan doorschakelen
Eerst aansluiten, dan doorschakelen is een gesprekstechniek die gesprekken soepeler en productiever maakt door eerst het perspectief van de cliënt te erkennen. Dit kan non-verbaal of door te bevestigen met reacties zoals “Dat begrijp ik.” Daarna schakelt de coach pas door naar eigen vragen of opmerkingen. Deze techniek bevordert openheid en ontvankelijkheid, wat vooral waardevol is in conflicten of als er meningsverschillen zijn.
Conclusie
Progressiegerichte vraagtechnieken en principes bieden coaches praktische hulpmiddelen om cliënten op een positieve en constructieve manier te ondersteunen. Deze progressiegerichte vraagtechnieken helpen cliënten een optimistischer perspectief te ontwikkelen, veerkracht te versterken, en kleine stappen richting verbetering te zetten.
0 reacties