Van autoritair en sarcastisch naar progressiegericht: een persoonlijke oefening

Ik had afgelopen week een interessante ervaring tijdens een oefening in onze training. Hierbij paste een deelnemer zijn houding binnen enkele minuten aan van autoritair en sarcastisch naar progressiegericht. Tijdens training progressiegericht leidinggeven begeleidde ik een oefening waarin we progressiegericht sturen oefenden. Tijdens een deel van die oefening wilde een van de aanwezige deelnemers, Peter, een stukje oefenen. Peter had eerder tijdens de training al eens gezegd dat hij wilde oefenen om niet-autoritair te zijn in het gesprek. Hij zag dit namelijk als een valkuil voor zichzelf. Ik stapte in de rol van medewerker en hij in die van leidinggevende. We oefenden dat hij een stuurvraag aan mij stelde en ik daar, via een ja-maar reactie, klagend op zou reageren.

Trainingen Progressiegericht Werken

De eerste twee keren oefenen: autoritair en sarcastisch

De eerste keer dat we dit stukje oefenden onderbrak hij mij terwijl ik begon te klagen. In de time-out gaf ik hem de suggestie om mij als medewerker uit te laten praten en om vervolgens mij perspectief te erkennen. Als ik namelijk als medewerker niet het idee krijg dat ik serieus wordt genomen in mijn perspectief, neemt de kans ook af dat ik jouw perspectief als leidinggevende serieus wil nemen. (Lees ook: Zeg het niet zo! Bewijs dat dwingend praten weerstand opwekt).

De tweede keer liet hij mij inderdaad uitspreken en vervolgens sloot hij op een overdreven manier aan: “Oh, wat ver-schrik-ke-lijk moet dat voor je zijn, zeg!” In de time-out gaf ik hem de feedback dat zijn reactie niet precies aansloot op de mijne omdat hij veel intenser geformuleerd was en daardoor mogelijk als sarcastisch over zou kunnen komen. Peter beaamde dit. Hij zei dat hij ook sarcastisch was en dat hij het zag als een toneelspelletje om zo te reageren. Ik legde uit dat het serieus nemen van het perspectief van de ander niet hetzelfde is als het ermee eens zijn. Ik legde uit dat aansluiten op het perspectief van de ander zeker niet als een toneelspel moet voelen. Je doet het volledig oprecht. Je laat de ander merken dat je zijn perspectief gehoord hebt en serieus neemt. (Lees ook: Eerst aansluiten, dan doorschakelen).

Ik nodigde hem uit om dat te proberen en dat deed hij.

De derde keer: effectief maar kwetsbaar

De derde keer oefenen ging veel beter. Hij sloot erg goed aan op mijn ja-maar reactie. Hij nam deze serieus en er was geen spoor van sarcasme of onoprechtheid te bemerken. De andere deelnemers gaven positieve feedback op deze laatste keer oefenen en dat deed ik zelf ook.

Vervolgens zei Peter zelf, een beetje tot mijn verrassing, dat hij deze laatste manier van reageren moeilijk vond. Hij vertelde dat hij zich erg kwetsbaar voelde als hij op deze manier aansloot op het perspectief van de ander.

We hadden helaas niet zoveel tijd meer om hier verder over te praten. De andere deelnemers en ik stelden vast dat de derde keer oefenen goed was gegaan en dat dit een duidelijke aanwijzing was dat Peter in staat is om dit effectieve gedrag te vertonen.

Ook merkte een van de deelnemers op dat het benoemen van het gevoel van kwetsbaarheid op zich al een voorbeeld is van je kwetsbaar opstellen. Deze deelnemer stelde het erg op prijs dat Peter dat deed.

Mijn eigen reflecties achteraf

Achteraf zat ik nog even na te denken over de situatie. Hierbij vroeg ik me af wat redenen geweest zouden kunnen zijn van het gevoel van kwetsbaarheid van Peter. Ik speculeer wat deze zou kunnen zijn.

Als mensen zich autoritair of sarcastisch opstellen dan zijn we misschien vooral geneigd om te denken dat zij dit doen van uit een gevoel van superioriteit en kracht. Maar deze interpretatie kan de plank misslaan. Een autoritaire houding en het veelvuldig gebruik van sarcasme kan ook voortkomen uit onzekerheden. Een reden voor een autoritaire of sarcastische houding kan zijn dat we ons onzeker voelen over onze eigen vaardigheden of onze positie in een groep. Als we ons onzeker voelt over onze eigen capaciteiten of positie kun we ons genoodzaakt voelen om autoritair op te treden om een gevoel van controle of macht te behouden. Dit kan spelen wanneer we bang zijn om afgewezen of genegeerd te worden door anderen.

Autoritair doen en sarcasme kunnen ook te maken hebben met het willen verbergen van onze emoties of gevoelens omdat we vrezen dat anderen deze tegen ons zouden kunnen gebruiken. Een harde en arrogante buitenkant kan op die manier dienen als een soort schild of masker waarbij de eigenlijke functie ervan is om onze eigen kwetsbaarheid te beschermen.

Ruimte voor kwetsbaarheid als sleutel tot progressie

Ik vermoed dat het voor Peter nuttig is om te experimenteren met de meer oprechte manier van communiceren. Hierbij hoort inderdaad in zekere mate een kwetsbare opstelling. Volharden in een autoritaire en sarcastische houding biedt naar mijn idee minder perspectief. Deze poging om de eigen kwetsbaarheid te voorkomen is namelijk niet duurzaam. De autoritaire en sarcastische houding kan mensen afstoten waardoor het lastiger wordt om iets met hen te bereiken.

Drie redenen voor optimisme

Drie dingen stemmen me optimistisch:

  1. Peter is natuurlijk veel meer dan zijn neiging tot autoritair zijn en tot sarcasme in dit soort situaties. Dat hij zijn gedrag tijdens het oefenen zo snel wist aan te passen suggereert me in andere situaties al ervaring heeft met deze meer aansluitende en minder autoritaire manier van communiceren. Daarbij komt ook nog het feit dat hij een prima baan heeft, wat suggereert dat hij veel in zijn mars heeft.
  2. Tijdens het oefenen liet Peter binnen een minuut of 10 zien in staat te zijn tot een veel effectievere manier van reageren op de medewerker. Dit geeft mij de indruk dat hij zich deze vaardigheid met oefening goed meester moet kunnen maken.
  3. In de reflectie na de oefening stelde Peter zich kwetsbaar op. Als kwetsbaarheid het probleem is, dan denk ik dat wat hij hier deed al een vorm van progressie was.
Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (2)
  • Bruikbaar (1)