Studiebegeleidingsgesprek met een student (mindsetinterventie)

Hieronder staat een voorbeeldgesprek tussen een studiecoach en een eerstejaarsstudent wiskunde die na enkele maanden een vrij grote studie-achterstand heeft opgelopen. De studiecoach merkt in het gesprek al snel dat de student een statische mindset heeft en gebruikt verschillende interventies om een groeimindset bij de student op te wekken.

Trainingen Progressiegericht Werken

Het eerste jaar in een nieuwe opleiding

In bepaalde situaties komt het verschil tussen een groeimindset en een statische mindset het sterkst naar voren. Dit zijn situaties waarin mensen plotseling meer uitgedaagd worden dan voorheen. Een voorbeeld hiervan is het eerste jaar van een hogere opleiding. Bij studenten in het eerste jaar van een universitaire opleiding is het verschil tussen een statische mindset en een groeimindset bijvoorbeeld vrij groot. Dit komt doordat er opeens andere en zwaardere eisen aan de studenten worden gesteld.

Het verschil tussen een groeimindset en een statische mindset

Studenten in een groeimindset merken dat de uitdaging groter en lastiger is en reageren hier over het algemeen adequaat op door meer inspanning te leveren, door goed uit te proberen welke studiestrategieën het beste werken en door hulp te vragen indien nodig. Studenten in een statische mindset reageren meestal anders. Zij merken dat de uitdaging veel lastiger is en gaan twijfelen aan hun capaciteiten. Ze gaan doorgaans niet harder en anders studeren omdat ze studiesucces vooral toeschrijven aan vastliggende capaciteiten en niet zozeer aan het leveren van extra inspanning.

Ook hebben ze soms ineffectieve copingstrategieën zoals zelfhandicappen. Zelfhandicappen betekent het jezelf belemmeren in de uitvoering van een taak. Dit belemmeren komt meestal neer op het vermijden van inspanning maar het kan ook gaan om het creëren van obstakels. Zelfhandicappen lijkt onlogisch maar er zit wel degelijk een logica achter. In een statische mindset kunnen we bang zijn voor wat falen zou kunnen betekenen voor ons zelfbeeld en voor hoe anderen ons zien. Het zakken voor een tentamen kan ertoe leiden dat onze intelligentie ter discussie komt te staan. Door te zelfhandicappen, door bijvoorbeeld de avond voor het tentamen uit te gaan kunnen we, als we zakken voor het tentamen, dit wijten aan het feit dat we zijn uitgegaan en hoeven we het niet te wijten aan een gebrek aan intelligentie.

Niet alleen bij studenten

Dit soort problemen komt niet alleen voor bij studenten met een statische mindset. Het kan bijvoorbeeld ook gebeuren bij een medewerker die een promotie maakt naar een hogere en uitdagendere functie. Al snel merken mensen in zo’n nieuwe functie dat deze nieuwe en zwaardere eisen stelt. Mensen met een groeimindset vragen hulp, doen een stap extra en zoeken naar nieuwe effectieve strategieën. Bij mensen met een statische mindset slaat de twijfel aan zichzelf toe. Ze gaan niet zozeer harder werken en om hulp vragen kunnen ze al helemaal eng vinden omdat dat zou kunnen worden uitgelegd als falen of een uiting van een gebrek aan capaciteiten.

Het gesprek

Coach:Welkom Ed. Je bent een half jaar geleden begonnen met deze studie en het leek me goed om je uit te nodigen voor een gesprek omdat ik zag dat je wat studieachterstand hebt opgelopen. Ik zou graag met je willen bespreken hoe je zo effectief mogelijk kunt studeren zodat je studieresultaten weer de goede kant op gaan.
Student:Oh? Ik had eigenlijk al verwacht dat ik te horen zou krijgen dat ik misschien beter zou kunnen stoppen met de studie.
Coach:Echt? Oh, nee hoor. Ik heb je gegevens voor het gesprek er nog even bij gepakt. Mijn beeld is dat je een goede achtergrond en motivatie voor deze studie hebt. Ik heb wel het idee dat je hier op je plaats bent.
Student:Ja, dat dacht ik eerst ook. Maar waarom zijn mijn resultaten dan zo slecht? Van de vijf tentamens heb ik er maar twee gehaald.
Coach:Ik kan me voorstellen dat je dat vraagt. Kijk, ik heb dit soort gesprekken best vaak met eerstejaarsstudenten. Je bent echt de enige niet die wat stroef op gang komt in deze studie.
Student:Ja?
Coach:Ja. Er komt ook best veel op je af in zo’n eerste jaar. Veel dingen zijn anders en nieuw, niet alleen in je leef- en woonsituatie maar ook in je studie.
Student:Dat is op zich wel waar.
Coach:Ja. En dit is een uitdagende studie. De stof is een stuk uitdagender dan op de middelbare school, het tempo is hoger en er wordt veel meer zelfstandigheid verwacht van de student.
Student:Ja, dat is zeker zo. Ik begon al te twijfelen of ik de goede studiekeuze had gemaakt. Ik vroeg me al af of dit voor mij toch niet te hoog gegrepen was.
Coach:Ik vermoed dat dat niet zo is. Wat ik vaak zie, is dat studenten een trage start hebben omdat ze hun draai nog moeten vinden. Ze moeten nog leren hoe ze effectief kunnen studeren en hoe lang en hard ze moeten studeren om goede resultaten te krijgen. Als ze hun draai eenmaal hebben gevonden, zie ik meestal dat de resultaten ook beter worden.
Student:Oh, ja, nou, misschien is dat bij mij ook zo, dan?
Coach:Dat zou kunnen. Mag ik eens vragen: hoe pak jij het studeren nu aan?
Student:Eh.. hoe bedoelt u? Hoe pak ik het studeren aan?
Coach:Nou, hoeveel tijd stop je er van dag tot dag in, waar studeer je, met wie studeer je? Hoe bereid je je tentamens voor? Wat doe je als je vastloopt? Dat soort dingen.
Student:Oh, oké. Nou, ik studeer meestal op mijn kamer en soms in de UB.
Coach:Ah, oké. En hoeveel tijd stop je dagelijks ongeveer in je studie?
Student:Nou, ik ga meestal naar mijn colleges. En dan studeer ik de meeste dagen ook nog wel wat achter mijn bureau.
Coach:Ah.. en hoe bereid je je tentamens voor?
Student:Meestal studeer ik in de week voor mijn tentamens iedere dag zo lang mogelijk. En de dag voor het tentamen kan het wel nachtwerk worden.
Coach:Ah, ik begrijp het. En wat voor studiestrategieën gebruik je?
Student:Ik lees alle stof goed door en onderstreep alles wat belangrijk is. Daarna maak ik opgaven uit het boek of de klapper. Als ik daar niet uitkom, kijk in de antwoorden.
Coach:Wat doe je als je ergens niet uitkomt?
Student:Dan zoek ik het meestal op internet op. Soms vind je daar wel een goede uitleg. Soms chat ik ook met een studiegenoot over lastige opgaven.
Coach:Oké. Wij hebben op de website van ons instituut een speciaal gedeelte over studievaardigheden. Ken je dat en maak je daar gebruik van?
Student:Nee. Dat wist ik niet. Wat staat daar dan op?
Coach:Ik zal je zo de link geven. Er staat nuttige informatie op over hoe je effectief kunt plannen, hoe veel tijd je in je studie zou moeten steken en welke studiestrategieën goed werken.
Student:Oh, dat moet ik dan maar eens lezen. Misschien komt het dan toch nog goed met mij… (Lacht).
Coach:Dat zou zo maar kunnen! (Lacht).
Student:Al blijf ik toch wel een beetje bezorgd…
Coach:Waarover ben je vooral bezorgd?
Student:Nou, ik heb bijvoorbeeld Lineaire algebra niet gehaald terwijl ik daar op school best goed in was. Het is zo veel stof en is het ook zo moeilijk. Tijdens de colleges gaat het allemaal zo snel. Heb ik echt wel genoeg wiskundige aanleg om dat allemaal aan te kunnen?
Coach:Ah, ik begrijp wat je bedoelt. Ja, het verschil met de middelbare school is best groot! Maar jij hebt het over wiskundige aanleg, hè? Wist je dat wiskundige aanleg iets is dat ontwikkeld kan worden? Door er veel mee bezig te zijn op een effectieve manier kunnen we onze wiskundige capaciteiten versterken. Dat geldt trouwens niet alleen voor wiskunde maar ook voor veel andere dingen. Heb je misschien zelf wel eens meegemaakt dat je iets moest leren en je afvroeg: “Hoe moet ik dit in godsnaam ooit gaan kunnen?”, terwijl je het uiteindelijk toch voor elkaar gekregen hebt om het te leren?
Student:Eh… of ik dat ooit heb meegemaakt? Ik weet niet. Hm.. even denken… Eh… oh ja, toch. Dat heb ik wel eens meegemaakt.
Coach:Oh ja? Waarin heb je dat al eens meegemaakt?
Student:Toen ik voor het eerst klassieke pianostukken ging spelen van bijvoorbeeld Chopin. Toen ik daar mee begon, dacht ik dat ik die snelle loopjes nooit van mijn leven zou kunnen gaan spelen.
Coach:En?
Student:Ja, het is me toch aardig gelukt… (lacht). Ik ben geen concertpianist natuurlijk maar ik kan het toch wel redelijk. Mensen zijn er soms aardig van onder de indruk als ik zo’n stuk laat horen.
Coach:Oh, wat goed… Hoe is het je uiteindelijk gelukt?
Student:Mijn pianolerares zei dat ik eraan toe was en dat ik zou merken dat ik na een periode van heel gericht oefenen steeds sneller zou worden. Ik geloofde dat eerst niet echt maar dat gebeurde inderdaad tot mijn verbazing. Op een gegeven moment zaten die loopjes gewoon in mijn vingers. En het ging steeds sneller en gemakkelijker.
Coach:Mooi voorbeeld, zeg. Bij wiskunde is het eigenlijk niet anders. Ik heb vaak studenten gesproken die dingen leerden die ze eerst niet voor mogelijk hadden gehouden. De sleutel is er intensief mee bezig zijn en inderdaad veel oefenen. Je brein ontwikkelt zich dan langzaam maar zeker zo, dat je het steeds beter en sneller kunt.
Student:Nou, oké. Dat geeft de burger moed.
Coach:Fijn om te horen. Ik zie dat mijn tijd er bijna op zit. Ik stel voor dat we het gesprek gaan afronden. Hier is de link naar de pagina over studievaardigheden. Het lijkt me inderdaad goed als je dat eens goed gaat bekijken. Heb je het gesprek nuttig gevonden?
Student:Ja, zeker! Ik zie het nu wel weer een beetje zitten. Ik hoef de moed nog niet op te geven.
Coach:Fijn! Is het misschien een idee om over een tijdje even verder praten? Misschien over een paar maanden? Dan kun je misschien vertellen hoe het je gelukt is om je draai te vinden en hoe je effectiever hebt leren studeren?
Student:Nou, prima. Heel erg bedankt.

 

Bron: Handboek Progressiegericht Coachen

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (1)