In de turbulente tijd waarin we leven, vinden velen het moeilijk om in progressie te geloven. Dit geldt niet alleen voor leken. Diverse progressiesceptici, zoals de historicus Ronald Wright en de filosoof Tim Fransen, kwamen met scherpe en uitgebreid beargumenteerde kritiek op vooruitgangsdenken. Hoewel beide auteurs in mijn ogen met belangrijke observaties en inzichten komen, deel ik niet hun kritiek op vooruitgangdenken an sich. Lees hieronder waarom mijn antwoord is niet om het gelof in het streven naar progressie op te geven, maar om haar scherper te definiëren en bewuster te bewaken. In dit artikel pleit ik voor betekenisvolle, duurzame progressie (BDP) als een waardevol doel voor individuen, organisaties én samenlevingen.
Ronald Wright: de progressieval
Ronald Wright introduceert in zijn boek A Short History of Progress (Wright, 2004) het concept ‘progressieval‘. Hiermee bedoelt hij dat technologische en sociale innovaties, die aanvankelijk succesvol zijn, onbedoeld problemen creëren die een samenleving uiteindelijk ten gronde richten. Hij gebruikt voorbeelden zoals de ondergang van de Maya’s en de bewoners van Paaseiland, die ten val kwamen door de uitputting van hun natuurlijke bronnen. Wright waarschuwt dat de moderne mens dezelfde fouten maakt, maar dan op wereldschaal, en dat we moeten leren van het verleden om de onvermijdelijke ineenstorting te voorkomen.
Tim Fransen: blind vooruitgangsgeloof
De Nederlandse filosoof en cabaretier Tim Fransen richt in zijn boek In onze tijd: Leven in het Calamiteitperk zijn pijlen op wat hij ziet als blind progressie-optimisme. Zijn kernstelling is dat de gedachte dat “het vanzelf wel goed komt” de mens passief en onverschillig maakt. Dit automatisme in het denken over vooruitgang, waarbij groei en technologie als vanzelfsprekend leiden tot een betere wereld, is volgens hem de wortel van maatschappelijke inertie. Hij betoogt dat dit geloof een comfortabel verhaal creëert waarin de noodzaak tot morele afweging en actief handelen verdwijnt.
Mijn kritiek op de progressiesceptici
Hoewel de analyses van Wright en Fransen waardevolle kritische inzichten bieden, is de manier waarop zij hun boodschap overbrengen in enkele opzichten problematisch.
- Ronald Wrights focus op rampscenario’s en de val van historische beschavingen is te eenzijdig en pessimistisch. Hij wekt tezeer de indruk dat progressie louer een illusie is, gekenmerkt door tijdelijke winst gevolgd door onvermijdelijke ondergang. Hiermee doet hij geen recht aan de vele onmiskenbare voorbeelden van macro-progressie die de geschiedenis wel degelijk laat zien, zoals op het gebied van gezondheid, individuele rechten en welvaart. Hij erkent de mogelijkheid van progressie wel, maar blijft daar te vaag over, wat zijn betoog te gemakkelijk maakt. De ware uitdaging ligt niet in de vraag of progressie mogelijk is, maar in hoe we die duurzaam en betekenisvol maken.
- Tim Fransen heeft terechte kritiek op het neoliberalisme en de risico’s van een economie die alleen draait om groei, consumentisme en individuele vrijheid en keuzes. Maar hij koppelt deze terechte kritiek in mijn ogen onterecht aan het ‘vooruitgangsgeloof’ zelf. Door zijn uitspraak dat we ‘iets minder in vooruitgang moeten geloven’ (zie Bohlmeijer, 2024) slaat hij de plank in mijn ogen mis. Hij had beter kunnen zeggen dat we de inhoud van dat geloof moeten veranderen: vooruitgang niet gelijkstellen aan economische groei. Door geloof in progressie zelf als het probleem te bestempelen, ondermijnt hij de psychologische basis voor verandering en opent hij de deur naar cynisme, fatalisme en nihilisme.
Het verdachtmaken, ridiculiseren of bekritiseren van het geloof in progressie als zodanig ondermijnt de hoopvolle overtuiging dat positieve verandering mogelijk is. Dit is riskant, omdat de ervaring van progressie — zelfs in kleine stappen — een krachtige bron van welzijn is. Door de notie van vooruitgang te problematiseren, wordt onze universele behoefte aan progressie genegeerd, wat de motivatie voor individuele en maatschappelijke verandering ondermijnt. In plaats van te inspireren tot actie, leidt een dergelijke benadering tot onverschilligheid en een gevoel van machteloosheid. Het kan de lezer achterlaten met het idee dat strijd voor een betere toekomst zinloos is.De opgave is niet om progressie te wantrouwen, maar om haar goed te definiëren en actief te bewaken.
Wat betekenisvolle, duurzame progressie is
Betekenisvolle, duurzame progressie (BDP) is vooruitkomen in iets intrinsiek waardevols, op manieren die standhouden en die anderen niet schaden. Individueel gaat het om groei in bekwaamheid, sociale relaties, persoonlijke groei, een bijdrage aan de gemeenschap van waaruit je deel uitmaakt en zelfexpressie. Maatschappelijk gaat het om het verbeteren van structuren, afspraken en voorzieningen, zodat meer mensen duurzaam toegang hebben tot de fundamenten van een goed leven: veiligheid, gezondheid, leren, rechtvaardigheid en verbondenheid.
De transitie naar zonne-energie is BDP als deze niet alleen technologisch is, maar ook eerlijk wordt uitgevoerd (rechtvaardigheid), de ecologische voetafdruk van productie meeweegt (duurzaamheid) en burgers laat meeprofiteren (verbondenheid). Dit is een voorbeeld van BDP versus schijnprogressie.
BDP is waardevol maar niet vanzelfsprekend
Ervaren progressie — ook in kleine stapjes — is een krachtige bron van energie en welzijn (Amabile & Kramer, 2011). BDP voedt de psychologische basisbehoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid en stimuleert daarmee autonome motivatie. BDP biedt richting doordat het een gedeelde morele leidraad schetst die keuzes en gedrag stuurt. Bovendien vergroot BDP de veerkracht: kleine, toetsbare stappen leveren continue feedback op, waardoor leren en bijsturen mogelijk worden.
Alles is complex. Wat nu voortuigang lijkt, kan later problematisch blijken te zijn of worden. Voordelen voor de één kunnen nadelen voor de ander zijn; externe kosten worden te vaak afgewenteld; en zolang we met een te smalle meetlat kijken — bijvoorbeeld uitsluitend naar economische groei — missen we sociale, ecologische en institutionele kwaliteit. Juist daarom vraagt BDP om zorgvuldige definiëring en bewaking. Dit vereist een bredere meetlat. Instrumenten zoals de Social Progress Index (SPI) proberen hieraan tegemoet te komen door sociale progressie onafhankelijk van economische indicatoren te meten (zie bijvoorbeeld hier).
BDP is geen vanzelfsprekendheid. Het is het resultaat van bewust handelen, gebaseerd op het geloof dat vooruitgang mogelijk is en op een helder begrip van wat die vooruitgang inhoudt. De weg naar BDP is een iteratief proces van stap voor stap werken, monitoren en leren. Dit is van toepassing op zowel individuele als maatschappelijke verandering.
Geloof in de mogelijkheid van progressie
De eerste stap naar BDP is de overtuiging dat progressie haalbaar is. Dit geloof is de psychologische basis die energie en doorzettingsvermogen levert. Het tegenovergestelde, een statische mindset, leidt tot passiviteit en de neiging om uitdagingen te vermijden. Het geloof in de mogelijkheid van progressie, ook wel een ‘groeimindset’ genoemd, stelt individuen en collectieven in staat om tegenslagen te zien als leermomenten, en niet als een teken van falen. Dit creëert een opwaartse spiraal van inspanning, progressie en versterkte motivatie.
Het iteratieve proces van BDP
De weg naar BDP is een dynamisch en cyclisch proces van vallen en opstaan. We kunnen het ons voorstellen als een proces bestaande uit drie kernfasen:
- Progressiedoelen stellen: De eerste stap is het formuleren van heldere, betekenisvolle doelen die aansluiten bij de waarden van individuen of de gemeenschap. Dit voorkomt dat je energie steekt in ‘schijnprogressie’ die uiteindelijk tot ongewenste resultaten leidt.
- Actie en monitoring: Nadat de doelen zijn bepaald, wordt er stap voor stap aan gewerkt. Het is essentieel om de voortgang continu te monitoren en feedback te verzamelen. Dit stelt je in staat om te zien wat werkt en wat niet, en om te voorkomen dat je vastloopt in ineffectieve strategieën.
- Leren en bijstellen: Op basis van de verzamelde feedback worden de aanpak en de doelen indien nodig bijgesteld. Dit proces van ‘testen en leren‘ zorgt ervoor dat de ingezette inspanningen zo effectief en efficiënt mogelijk zijn, en voorkomt dat je vasthoudt aan achterhaalde ideeën of werkwijzen. Dit is een proces dat zich keer op keer herhaalt, waardoor progressie een voortdurende praktijk wordt.
Dit actiegerichte model van BDP biedt een alternatief voor zowel blind optimisme als verlammend pessimisme. Het erkent de complexiteit van de werkelijkheid, maar biedt tegelijkertijd een haalbare en concrete methode om actief te werken aan een betere toekomst.
Referentielijst
- 2025 AlTi Global Social Progress Index
- Amabile, T. M., & Kramer, S. J. (2011). The progress principle: Using small wins to ignite joy, engagement, and creativity at work. Harvard Business Review Press.
- Bohlmeijer, L. (2024, 2 augustus). Wat vooruitgang zou zijn? Minder geloven in vooruitgang, zegt cabaretier Tim Fransen. De Correspondent.
- Fransen, T. (2024). In onze tijd: Leven in het Calamiteitperk. De Bezige Bij.
- Wright, R. (2004). A Short History of Progress. House of Anansi Press.
0 reacties