Klassiek onderzoek Amabile & Kramer (2011): het progressieprincipe

door | nov 29, 2024 | boeken, Progressie, Progressiegericht werken | 0 Reacties

Een van de inspiraties voor progressiegericht werken is het boek The progress principle (2011) van Teresa Amabile en Steven Kramer geweest. In dit boek introduceren zij het progressieprincipe en beschrijven zij onderzoek waaruit bleek dat het boeken van betekenisvolle progressie een belangrijke invloed heeft op het innerlijk werkleven en functioneren van mensen. Hieronder kun je lezen wat Amabile en Kramer hebben onderzocht, hoe ze dit hebben gedaan en welke bevindingen ze hebben gedaan.

Onderzoeksdoel en vraagstelling

Amabile en Kramer waren gefascineerd door de vraag welke factoren de motivatie, betrokkenheid en creativiteit van werknemers beïnvloeden. Ze wilden begrijpen hoe dagelijkse gebeurtenissen op het werk het innerlijk werkleven van mensen beïnvloeden en welke rol progressie in betekenisvol werk hierin speelt. Hun centrale onderzoeksvraag was:

Hoe beïnvloeden dagelijkse ervaringen op het werk het innerlijk werkleven van werknemers, en hoe draagt progressie in betekenisvol werk bij aan hun motivatie en prestaties?

Het onderzoek

Om deze vraag te beantwoorden, voerden Amabile en Kramer een grootschalig onderzoek uit, gebruikmakend van een dagboekmethode. Deze aanpak stelde hen in staat om de dagelijkse ervaringen en emoties van werknemers nauwkeurig vast te leggen en te analyseren.

Het onderzoek betrof 238 professionals die werkzaam waren in 26 projectteams binnen zeven verschillende organisaties. Deze organisaties varieerden in grootte en sector, waaronder hightechbedrijven, chemische bedrijven en producenten van consumentengoederen. De deelnemers waren voornamelijk kenniswerkers—hoogopgeleide professionals die complexe problemen oplossen en nieuwe kennis creëren als kern van hun functie.

Gedurende een periode van vier maanden hielden de deelnemers dagelijks een elektronisch dagboek bij. Elke werkdag ontvingen ze een e-mail met een link naar een online dagboekformulier, dat ongeveer 10 tot 15 minuten kostte om in te vullen. Om de openheid en eerlijkheid van de antwoorden te waarborgen, werd anonimiteit gegarandeerd; individuele antwoorden waren niet herleidbaar tot specifieke personen.

Inhoud van de dagboeken

Het dagboek bestond uit zowel kwantitatieve als kwalitatieve elementen:

  • Kwantitatieve Vragen: Deelnemers beoordeelden hun emotionele toestand, motivatie en percepties op schaalvragen. Ze gaven aan in welke mate ze emoties zoals vreugde, frustratie, voldoening en stress ervoeren. Ook werd hun motivatie gemeten, zowel intrinsiek (gedreven door interesse in het werk zelf) als extrinsiek (gedreven door externe beloningen of erkenning).
  • Kwalitatieve Vragen: Deelnemers werd gevraagd om de meest significante werkgerelateerde gebeurtenis van die dag te beschrijven. Ze reflecteerden op waarom deze gebeurtenis belangrijk was en hoe deze hun gedachten en gevoelens beïnvloedde. Dit leverde rijke, gedetailleerde inzichten op in hun dagelijkse werkervaringen.

Data-analyse

In totaal verzamelden Amabile en Kramer meer dan 12.000 dagboekaantekeningen. Deze enorme hoeveelheid data stelde hen in staat om diepgaande analyses uit te voeren en patronen te identificeren.

  • Kwantitatieve Analyse: Met statistische methoden zoals correlatie- en regressieanalyses onderzochten ze relaties tussen variabelen zoals emoties, motivatie, percepties en zelfgerapporteerde prestaties.
  • Kwalitatieve Analyse: De open antwoorden werden gecodeerd om thema’s en terugkerende concepten te identificeren. Ze zochten naar vermeldingen van progressie, tegenslagen, katalysatoren (factoren die het werk ondersteunen), remmers (factoren die het werk belemmeren), voedingsbronnen (positieve interpersoonlijke interacties) en toxines (negatieve interpersoonlijke interacties).

Door zowel kwantitatieve als kwalitatieve data te combineren, konden ze hun bevindingen valideren en een volledig beeld krijgen van hoe dagelijkse gebeurtenissen het innerlijk werkleven beïnvloeden.

Resultaat 1: het progressieprincipe

Een van de meest opvallende ontdekkingen was het progressieprincipe: progressie in betekenisvol werk bleek de sterkste positieve invloed te hebben op het innerlijk werkleven van werknemers. Zelfs kleine stappen vooruit hadden een significant effect op hun emoties, motivatie en percepties. Op dagen dat deelnemers progressie rapporteerden, voelden ze zich gelukkiger, meer betrokken en meer gemotiveerd.

Resultaat 2: innerlijk werkleven en prestaties

Het innerlijk werkleven—de combinatie van emoties, percepties en motivatie—bleek direct van invloed te zijn op de prestaties van werknemers. Positieve emoties leidden tot hogere creativiteit, betere probleemoplossing en meer betrokkenheid. Werknemers waren geneigd om extra inspanningen te leveren en effectiever samen te werken. Negatieve emoties hadden het tegenovergestelde effect, met verminderde motivatie en lagere prestaties als gevolg.

Samenvatting van de kernconcepten uit The Progress Principle

Resultaat 3: katalysatoren en remmers

Amabile en Kramer identificeerden 2 soorten factoren die progressie bevorderen of belemmeren werden geïdentificeerd: 1) Katalysatoren zijn essentieel voor het ondersteunen van het werk en omvatten duidelijke doelen, autonomie, voldoende middelen, en open communicatie. Wanneer deze aanwezig waren, voelden werknemers zich gesteund en in staat om effectief te werken; 2) Remmers zijn obstakels die progressie vertragen, zoals onduidelijke doelen, micromanagement, gebrek aan middelen en slechte communicatie. Deze factoren veroorzaakten frustratie en verminderden de motivatie.

Resultaat 4: voedingsbronnen en toxines

Het onderzoek liet zien dat interpersoonlijke interacties een cruciale rol speelden in het innerlijk werkleven: 1) Voedingsbronnen: positieve interacties zoals respect, aanmoediging, emotionele steun en verbondenheid verbeterden het innerlijk werkleven en versterkten de motivatie; 2) Toxines: ngatieve interacties zoals respectloosheid, destructieve kritiek en sociale uitsluiting hadden een schadelijk effect op emoties en motivatie.

Resultaat 5: negatieve asymmetrie

Een opvallende bevinding was het verschijnsel van negatieve asymmetrie. Dit houdt in dat negatieve gebeurtenissen een sterkere impact hadden dan positieve. Een negatieve gebeurtenis had ongeveer drie keer zoveel invloed op het innerlijk werkleven als een positieve gebeurtenis. Dit benadrukt het belang voor managers om remmers en toxines te minimaliseren.

Resultaat 6: de progressielus

Amabile en Kramer introduceerden het concept van de progressielus: een zelfversterkend proces waarbij progressie leidt tot een positiever innerlijk werkleven, wat op zijn beurt leidt tot betere prestaties en meer progressie. Omgekeerd kunnen tegenslagen leiden tot een negatief innerlijk werkleven en verminderde prestaties, waardoor verdere progressie wordt belemmerd.

Progressielus

Resultaat 7: misvattingen onder managers

Uit een aanvullende studie onder 669 managers bleek dat slechts 5% progressie in betekenisvol werk als de belangrijkste motivator voor werknemers noemde. De meeste managers dachten dat externe factoren zoals financiële beloningen en erkenning de grootste motivatoren waren. Deze misvatting kan leiden tot een gebrek aan focus op het faciliteren van progressie, wat de motivatie en prestaties van werknemers negatief beïnvloedt.

Implicaties van het progressieprincipe voor organisaties en managers

De bevindingen van Amabile en Kramer hebben belangrijke implicaties:

  • Faciliteren van dagelijkse progressie: Organisaties moeten omstandigheden creëren waarin werknemers dagelijks progressie kunnen ervaren. Dit omvat het stellen van duidelijke doelen, het bieden van autonomie en het beschikbaar stellen van middelen.
  • Ondersteunende cultuur bevorderen: Een cultuur die voedingsbronnen aanmoedigt en toxines vermijdt, versterkt het innerlijk werkleven en de prestaties.
  • Bewustwording verhogen: Managers moeten worden opgeleid in het begrijpen en toepassen van het progressieprincipe. Dit kan via trainingen en workshops.
  • Minimaliseren van remmers en toxines: Actieve inspanningen om obstakels en negatieve interacties te identificeren en te elimineren zijn essentieel.

Conclusie: het progressieprincipe in praktijk

Het onderzoek van Teresa Amabile en Steven Kramer benadrukt het grote belang van kleine dagelijkse progressies in betekenisvol werk. Door aandacht te besteden aan het innerlijk werkleven van werknemers en het faciliteren van progressie, kunnen organisaties de motivatie, betrokkenheid en prestaties van hun medewerkers aanzienlijk verbeteren. Voor iedereen die geïnteresseerd is in progressiegericht werken, biedt dit onderzoek waardevolle inzichten en praktische handvatten om een positieve en productieve werkomgeving te creëren.

 

Referenties

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (0)
  • Bruikbaar (0)

0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 531 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Coert Visser
  4. Coert Visser
  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Eigenlijk past Trump precies dezelfde tactieken toe als Hitler. Van die laatste weten we tot wat dat geleid heeft. (en…

  8. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Landry et al. (2024) laat zien dat vegetarische en veganistische eetpatronen kunnen helpen om…

  9. Coert Visser
  10. Coert Visser