Leidinggevende uit waardering maar het lijkt niet te werken (2)

Zie hier voor deel 1.

Maarten werkt iets langer dan een jaar in een team van ongeveer 10 mensen in een zorgorganisatie. Zijn leidinggevende is Vera. Dit is zijn tweede baan nadat hij zijn opleiding heeft afgerond. Het werk is hem wel goed bevallen. Hij voelt een soort kameraadschappelijkheid met zijn collega’s. Het werken met de patiënten geeft hem over het algemeen veel voldoening. De laatste paar maanden heeft hij het helaas steeds minder naar zijn zin. Dit heeft vooral te maken met zijn relatie met Vera.

Trainingen Progressiegericht Werken

Vervelende gesprekken met Vera

Diverse dingen zitten Maarten dwars en die hebben vooral te maken met hoe Vera communiceert. Hoewel Vera degene is die Maarten heeft aangenomen, krijgt hij steeds meer het gevoel dat zij hem niet vertrouwt in zijn functioneren. Het is hem opgevallen dat Vera in gesprekken met hem meestal begint met een paar complimentjes. Daarna komt er echter steeds een lijst met punten waar ze ontevreden over is. Diverse dingen die Vera tegen hem gezegd heeft in de laatste paar gesprekjes zitten hem behoorlijk dwars.

Onterecht verwijt

Ten eerste heeft Vera hem aangesproken op zijn houding, die ze te negatief zou vinden. Maarten vindt dit een zeer onterecht verwijt. Maarten heeft een paar keer in de teamvergadering naar voren gebracht dat zijn taaklast te hoog is en dat graag zou willen dat de taken iets anders verdeeld worden. Maar hij doet dit naar zijn oprechte overtuiging echt niet om negatief te doen. Hij wil een reëel probleem dat hij ziet op de agenda zetten.

Je zegt ‘ja’ maar je voelt weerstand

Ten tweede heeft Vera hem in hun laatste gesprek op dwingende toon een lijstje met doelen meegegeven, met bij ieder doel een datum waarop het doel behaald moest zijn. Bovendien moest hij hij dit lijstje ondertekenen. ‘s Avonds thuis praatte Maarten erover met zijn vriendin. Hij legde uit dat hij behoorlijk pissig was over de gang van zaken. Hij zei: “Je zegt ‘ja’ maar je voelt weerstand.” Het feit dat hij het lijstje met taken kreeg en vooral dat hij dit moest ondertekenen ziet hij eigenlijk als een motie van wantrouwen. “Denkt ze dat ik anders niet gemotiveerd ben om mijn werk goed te doen, of zo?”

Stel je niet zo aan!

Ten derde zei Vera hem laatst, toen hij zei dat hij geen tijd had voor een bepaalde taak: “Stel je niet zo aan! Je moet het gewoon doen. Punt uit.” Maarten moest moeite doen om zijn woede niet ter plekke te laten blijken.

Ik word gek van die complimentjes

Met diverse collega’s heeft Maarten in de pauze gesprekjes gehad en hierin zijn ergernis geuit. Onderling hebben de teamleden gemerkt dat Vera af en toe ‘poeslief’ doet en veel met complimentjes strooit. Een collega van Maarten, Frederiek, zegt: “Ik word gek van die complimentjes. Het komt zo manipulatief en ongemeend over. Ik hoef echt niet iedere keer een complimentje als ik een mailtje stuur. Heeft ze zulke lage verwachtingen van me? Dat ze zelfs het sturen van een mailtje al “heel goed” vindt? Ze doet het in die gesprekken ook. Eerst even slijmen en vervolgens krijg je een bak verwijten over je heen.” Ze steekt haar tong uit haar mond en maakt een gebaar alsof ze moet overgeven.

Overleven

Maarten weet niet goed wat hij met de situatie aan moet. Ontslag nemen ziet hij, vanwege zijn persoonlijke omstandigheden, niet als een goede optie. Hij is blij dat hij Vera vanwege hun roosters twee dagen van de week niet tegenkomt. De overige drie dagen probeert hij haar maar zoveel mogelijk uit de buurt te blijven. Ook heeft hij al cynisch opgemerkt tegen zijn collega: “Als het me al te gortig wordt ga ik me gewoon af en toe ziek melden. Anyway, ik moet het maar proberen te overleven.”

 

Binnenkort volgt deel 3

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (1)