In de wereld van leiderschap, onderwijs en progressiegericht werken zijn intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie veelgehoorde termen. Ze duiken op in populaire artikelen en in onderlinge gesprekken, maar niet zelden met een uitleg die niet klopt. Als u deze termen kent, is de kans groot dat u de volgende, veelgehoorde interpretatie bent tegengekomen:
Intrinsieke motivatie komt van binnenuit de persoon (gedreven door het zelf), terwijl extrinsieke motivatie van buiten de persoon komt (beloning of straf).
Hoewel deze indeling logisch en intuïtief klinkt, is deze interpretatie fout. In dit artikel hanteer ik het begrippenkader van de zelfdeterminatietheorie, omdat dit kader precies maakt waar het onderscheid werkelijk over gaat: de relatie tot de activiteit. Het voorkomt de hardnekkige verwarring tussen internaliteit en autonomie, en biedt een continuüm waarop extrinsieke motivatie kan variëren van gecontroleerd naar autonoom, met sterke empirische onderbouwing in onderwijs en werk (Ryan & Deci, 2000; Ryan & Deci, 2002).
De werkelijke betekenis: autotelisch en instrumenteel
Binnen de zelfdeterminatietheorie draaien het onderscheid tussen de termen intrinsiek en extrinsiek niet om de bron “in de persoon” of “in de omgeving”, maar om de functie van de motivatie ten opzichte van de activiteit zelf (Ryan & Deci, 2000).
-
Intrinsieke motivatie is autotelisch: de activiteit is op zichzelf aantrekkelijk en vormt de beloning. Voorbeeld: iemand tekent ’s avonds omdat tekenen op zichzelf boeiend is.
-
Extrinsieke motivatie is instrumenteel: de activiteit is een middel om een scheidbaar resultaat te bereiken. Voorbeeld: iemand volgt een statistiekcursus omdat die waardevol is voor het eigen doel om onderzoeker te worden; de activiteit is middel, maar kan wel volledig vrijwillig gekozen zijn.
PLOC: de ervaren plaats van oorzakelijkheid
Om regulatiestijlen goed te begrijpen, is het nuttig het begrip Perceived Locus of Causality (PLOC) kort te introduceren. PLOC gaat over de ervaren plaats van oorzakelijkheid: wordt het gedrag vooral ervaren als 1) “van buitenaf geduwd” (extern), 2) als “van binnenuit” maar controlerend (bijvoorbeeld bij schuld of schaamte), of 3) als vrijwillig onderschreven? Belangrijk: internaliteit ≠ autonomie. Motivatie kan voelen als van binnenuit komend maar toch niet autonoom zijn. Een interne druk is nog steeds gecontroleerd. Autonomie gaat over vrijwillige instemming met het eigen handelen.
Van tweedeling naar motivatiecontinuüm
De zelfdeterminatietheorie specificeert extrinsieke motivatie op een continuüm van meer gecontroleerd naar meer autonoom reguleren (Ryan & Deci, 2002). Daardoor wordt zichtbaar dat extrinsieke motivatie niet per se “van buitenaf” hoeft te zijn, en dat zij zowel gecontroleerd als autonoom kan zijn.
| Regulatiestijl | Ervaren gevoel | Perceived locus of causality (PLOC) | Autonoom/ gecontroleerd | Relatie tot activiteit | Korte illustratie |
| Amotivatie | Onverschilligheid, zinloosheid | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | “Ik zie niet waarom ik dit zou doen.” |
| Externe regulatie | Dwang, moeten | Extern | Gecontroleerd | Extrinsiek (instrumenteel) | Een taak afmaken om straf te vermijden. |
| Geïntrojecteerde regulatie | Interne druk, schuld/schaamte | Intern maar controlerend | Gecontroleerd | Extrinsiek (instrumenteel) | Sporten om schuldgevoel te voorkomen. |
| Geïdentificeerde regulatie | Waarde, nut, keuze | Intern, gewild | Autonoom | Extrinsiek (instrumenteel) | Studeren omdat de leerstof waardevol is voor eigen doelen. |
| Geïntegreerde regulatie | Coherentie met waarden/identiteit | Intern, in lijn met zelf | Autonoom | Extrinsiek (instrumenteel) | Vrijwilligerswerk doen omdat het past bij wie u wilt zijn. |
| Intrinsieke motivatie | Plezier, interesse | Intern | Autonoom | Intrinsiek (autotelisch) | Programmeren omdat het op zichzelf leuk is. |
Afbeelding: Regulatiestijlen op het ZDT motivatiecontinuüm
Waarom “van binnenuit” misleidend is
“Van binnenuit” wordt vaak gelijkgesteld aan “intrinsiek”, maar dat klopt niet. Geïntrojecteerde regulatie laat zien: interne druk is gecontroleerde regulatie: iemand handelt om interne straffen (schuld, schaamte, angst) te vermijden of interne beloningen (trots) te verkrijgen. De motivatie is dan extrinsiek (instrumenteel) én gecontroleerd, ondanks de interne beleving van plaats van oorzakelijkheid. Kort gezegd: autonomie gaat over vrijwillige instemming met het eigen handelen; niet over de (ervaren) plaats van oorzakelijkheid van de motivatie (PLOC).
Praktische implicaties voor progressiegericht werken
Voor progressiegericht werken is het belangrijk om de kwaliteit van motivatie te ondersteunen, met name autonome motivatie (intrinsiek en geïdentificeerd/geïntegreerd), en om gecontroleerde vormen te verminderen waar dat kan (Ryan & Deci, 2000; Stone et al., 2009).
- Autonomie-ondersteuning: bied reële keuzeruimte in hoe en wanneer iemand taken uitvoert; geef een begrijpelijke rationale; nodig uit tot eigen verwoording van doelen en aanpak.
- Competentie-ondersteuning: zorg voor optimale uitdaging, oefenkansen en informatieve feedback die specifieke progressie zichtbaar maakt.
- Verbondenheidsondersteuning: toon welwillendheid en respect; luister zichtbaar en erken perspectieven, zodat mensen zich gezien en gesteund weten.
In gesprekken helpt het om sensitief te zijn voor welke regulatiestijl momenteel dominant is. Klinkt het vooral als druk of moeten (gecontroleerd), of juist als waarde en keuze (autonoom)? Interventies kunnen dan gericht worden op een verschuiving richting autonomie. Bevindingen in de literatuur suggereren namelijk dat meer autonome vormen samengaan met gunstiger uitkomsten voor functioneren en welzijn in onderwijs en werk (Ryan & Deci, 2000; Stone et al., 2009).
Literatuur
- Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, 55(1), 68–78.
- Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2002). An organismic-dialectical perspective on autonomy and motivation. In E. L. Deci & R. M. Ryan (Eds.), Handbook of self-determination research (pp. 3–33). University of Rochester Press.
- Stone, D. N., Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2009). Beyond Talk: Creating Autonomous Motivation through Self-Determination Theory. Journal of General Management, 34(3), 75-91.


0 reacties