Klopt het dat bij feedback op ons eigen functioneren geen negativiteitsbias maar een positiviteitsbias hebben?

Klopt het dat we bij feedback op ons eigen functioneren geen negativiteitsbias maar een positiviteitsbias hebben? Er wordt vaak gesproken van een negativiteitsbias die bij de meesten van ons in allerlei situaties optreedt. Deze houdt in dat we negatieve informatie eerder opmerken en er sterker door beïnvloed worden.

Maar hoe verhoudt deze negativiteitsbias zich tot een ander verschijnsel waar we ook vaak over horen, namelijk de self-enhancement bias? Dit laatste verschijnsel houdt in dat we een voorkeur hebben voor positieve informatie over onszelf zodat we een positief zelfbeeld kunnen bewaren.

Klopt het nou dat bij informatie over ons eigen functioneren geen negativiteitsbias maar een positiviteitsbias hebben? Nieuw onderzoek van Müller-Pinzler et al. (2019) geeft antwoord op deze vraag.

Trainingen Progressiegericht Werken

Eerder onderzoek lijkt te wijzen op een positiviteitsbias in het verwerken van feedback

Onze overtuigingen over onze eigen capaciteiten kunnen veel invloed hebben op ons gedrag en daarmee op de resultaten die we boeken. Als we denken niet te beschikken over de capaciteiten die nodig zijn om te volbrengen wat er van ons gevraagd wordt, zijn we eerder geneigd op te geven bij moeilijkheden en tegenslag.

Denken we wel over die capaciteiten te beschikken dan houden we langer vol en is de kans groter op goede resultaten (lees meer over self-efficacy). Als dit soort zelfovertuigingen (self-beliefs) zo’n belangrijke rol spelen dan is het interessant om te begrijpen we deze vormen en ontwikkelen via de feedback die we krijgen op ons functioneren.

Eerder onderzoek heeft laten zien dat we een positiviteitsbias hebben in het verwerken van feedback op ons functioneren. Dit betekent dat we positieve informatie over ons functioneren eerder opmerken dan negatieve en er sterker door beïnvloed worden (1,2,3,4,5). Een verklaring voor deze positiviteitsbias kan liggen in we normaal gesproken proberen een positief zelfbeeld te behouden. Positieve informatie helpt daar beter bij dan negatieve.

Müller-Pinzler et al: komt dit door het type taak?

Maar bij dit eerdere onderzoek is alleen gekeken naar aspecten van onszelf die in het algemeen geacht worden niet gemakkelijk of snel te veranderen te zijn (zoals IQ). Müller-Pinzler et al. vroegen zich af of feedback over aspecten die gemakkelijker en sneller te veranderen zijn ook gepaard zou gaan met een positiviteitsbias.

Zij verwachtten dat bij dergelijke aspecten een negativiteitsbias zou bestaan (met andere woorden meer aandacht voor negatieve informatie). Hun reden voor deze verwachting was dat in dergelijke situaties negatieve feedback beter dan positieve bruikbaar zou zijn voor het bepalen wat je veranderen moet om beter te worden.

Wat is de rol van eerdere zelf-overtuigingen?

In enkele experimenten onderzochten zij of er bij deze snel beïnvloedbare capaciteiten inderdaad een negativiteitsbias optrad. Ook keken ze naar enkele andere factoren die een rol zouden kunnen spelen. Ten eerste keken ze naar de invloed van hoe iemand van te voren als dacht over de eigen capaciteiten (prior self-beliefs).

De onderzoekers verwachtten dat mensen die al negatief dachten over de eigen capaciteiten meer een negativiteitsbias zouden hebben. Ze zouden eerder geneigd zijn om te zoeken naar informatie die de eerdere negatieve beelden die ze over zichzelf al hadden, zou bevestigen. Dit is een voorbeeld van de confirmation bias (we zijn geneigd te zoeken naar informatie die onze eerdere denkbeelden bevestigt).

Welke andere factoren spelen mee?

Verder keken ze naar de invloed van depressie en angst. Hun vermoeden was dat mensen met een negatief zelfbeeld en sociaal angstige mensen ook zou samengaan met een sterkere negativiteitsbias. Ten slotte onderzochten ze de rol van de sociale context. De verwachting van de onderzoekers was dat bij feedback die in aanwezigheid van anderen gegeven wordt eerder sprake is van een negativiteitsbias.

De LOOP taak

De onderzoekers ontwikkelden speciaal voor dit onderzoek een taak die zij de LOOP taak noemden (LOOP staat voor Learning of own performance, zie meer info). Tijdens het onderzoek moesten mensen taken verrichten zoals het schatten van het gewicht van dieren. Eerst moesten ze zeggen hoe goed ze verwachtten deze taak te kunnen doen in vergelijking met anderen. Daarna gaven ze hun schatting van het gewicht.

Vervolgens kregen zij gemanipuleerde feedback op hoe zij het hadden gedaan in vergelijking met anderen. Daarna werd gekeken hoe zij hun verwachtingen aanpasten op basis van de feedback. Ook waren zij er tijdens het onderzoek getuige van hoe andere deelnemers feedback kregen op hun functioneren.

Bevindingen: negativiteitsbias bij feedback inderdaad gevonden

Als eerste belangrijke resultaat kwam uit het onderzoek dat de deelnemers volgens verwachting een negativiteitsbias toonden met betrekking tot feedback over hun eigen functioneren. Bij het kijken naar feedback die anderen tijdens het onderzoek kregen was er geen negativiteitsbias (een ook geen positiviteitsbias).

Als tweede belangrijke resultaat kwam uit het onderzoek dat er individuele verschillen waren in de mate waarin de negativiteitsbias optrad. Deelnemers die van tevoren al meer negatieve verwachtingen hadden over hun eigen capaciteiten voor de taak toonden (volgens verwachting) een sterkere negativiteitsbias.

Ook deelnemers met een negatiever zelfbeeld en met sociale angst toonden een sterkere negativiteitsbias. Ook was de negativiteitsbias sterker wanneer feedback werd gegeven bij aanwezigheid van oordelende anderen.

Twee motieven: self-enhancement en self-improvement

Zelf-overtuigingen zijn belangrijk. Daarom is het ook interessant en nuttig om te begrijpen hoe feedback onze zelf-overtuigingen beïnvloedt. Dit nieuwe onderzoek geeft meer inzicht in hoe we kijken naar feedback in verschillende omstandigheden. Bij het kijken naar feedback op ons functioneren kunnen we twee soorten motieven hebben.

Het ene motief wordt self-enhancement genoemd. Hierbij proberen we een positief beeld van onszelf te krijgen of houden. Dit motief wekt een positiviteitsbias in feedbackverwerking op. Door te zoeken naar positieve feedback kunnen we ons goed blijven voelen over onszelf.

Het tweede motief wordt self-improvement genoemd. Hierbij proberen we beter te worden in iets. Dit motief wekt een negativiteitsbias in feedbackverwerking op. Door oog te hebben voor negatieve informatie weten we waar meer inspanning in moeten stoppen om beter te worden.

Nu we het onderzoek van Müller-Pinzler et al. naast eerdere onderzoeken kunnen leggen lijkt het volgende duidelijk te worden. Bij het krijgen van feedback over capaciteiten die we zien als lastig of niet ontwikkelbaar zullen we eerder een self-enhancement motief hebben en dus eerder een positiviteitsbias in feedbackverwerking tonen. Bij het krijgen van feedback over capaciteiten die we zien als snel ontwikkelbaar zullen we eerder een self-improvement motief hebben en dus eerder een negativiteitsbias in feedbackverwerking tonen.

Reflectie

Eén factor blijft in het onderzoek van Müller-Pinzler et al. onbenoemd en dat is mindset. Nu blijkt dat de mate waarin we capaciteiten zien als ontwikkelbaar of onontwikkelbaar zo duidelijk invloed heeft op hoe we reageren op feedback, is het ook belangrijk om te beseffen dat onze overtuigingen over de ontwikkelbaarheid van capaciteiten ook een variabele en beïnvloedbare factor is.

Het onderzoek van Carol Dweck en haar collega’s heeft immers laten zien dat of we capaciteiten als intelligentie zien als ontwikkelbaar veel invloed heeft op de manier waarop we doelen stellen, uitdagingen zoeken en volhouden bij tegenslag.

We hoeven ons niet neer te leggen bij de veronderstelling dat bepaalde capaciteiten (zoals intelligentie) nu eenmaal onontwikkelbaar zijn. We zijn daarom niet veroordeeld tot een self-enhancement bias. En dat is goed want deze self-enhancement bias kan gepaard gaan met defensiviteit en een geflatteerd zelfbeeld.

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (1)
  • Bruikbaar (0)