Exacte studies worden nogal eens gezien als studies die minder ruimte bieden voor het werken met mensen en het kunnen helpen van andere mensen. Voor een deel van de jonge mensen kan dit het kiezen van een exacte studie minder interessant maken. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de mindset van docenten deze indruk beïnvloedt. Lees hieronder hoe een statische mindset van docenten de interesse van studenten in de exacte studie kan verminderen en een groeimindset van docenten deze juist kan vergroten.
Waar letten studenten op bij het kiezen van een exacte studie?
Als studenten overwegen of ze een exacte studie zullen volgen letten ze op twee dingen. Ten eerste letten ze op wat de studie van hen vraagt, bijvoorbeeld in termen van kennis, capaciteiten en inzet. Ten tweede letten ze op wat de studie hen zou kunnen bieden. Concreet betekent dit laatste: in hoeverre het volgen van de studie hen zou kunnen helpen om hun doelen te realiseren? Het eerste aandachtspunt gebruiken ze voor het beantwoorden van de vraag: zou ik het kunnen? Het tweede aandachtspunt om de vraag: zou ik het willen?
Hoe beïnvloeden mindsets van docenten de keuze van studenten?
Hoe docenten in exacte vakken praten over hun vak heeft een invloed op hoe studenten deze twee vragen voor zichzelf beantwoorden en daarmee op de kans dat ze de studie gaan volgen. Eerder onderzoek (Canning et al., 2019) heeft al getoond dat de mindset van docenten in exacte vakken invloed kan hebben op de kans dat jonge mensen uit gestereotypeerde groepen een exacte studie zullen volgen. Het ligt voor de hand dat een statische mindset van docenten studenten het gevoel kan geven dat zij misschien niet voldoende intelligent zijn voor de studie en daarom besluiten deze niet te gaan volgen. Nieuw onderzoek van Fuesting et al. (2019) laat zien dat de mindset van docenten ook beïnvloedt of studenten exacte studies willen volgen.
Twee soorten doelen van studenten: agentic en communal
De auteurs leggen uit dat studenten twee soorten doelen kunnen hebben met het volgen van een studie. Het eerste soort doel is zelf-georiënteerd (agentic goals). Het tweede soort doel is ander-georiënteerd (communal goals). Bij zelfgeoriënteerde doelen kun je bijvoorbeeld denken aan het leveren van prestaties, het bereiken van onafhankelijkheid, financieel succes, status of macht. Bij ander-georiënteerde doelen kun je denken aan werken met en voor andere mensen, mensen helpen en iets voor anderen kunnen betekenen.
Statische mindset van docenten: alleen ruimte voor agentic goals?
De onderzoekers verwachtten dat docenten met een statische mindset zouden communiceren op een manier die bij studenten de indruk zou wekken dat de betreffende exacte studie weinig mogelijkheden zou bieden voor het realiseren van communal goals. De reden hiervoor is dat een statische mindset de nadruk legt op jezelf bewijzen door goede prestaties zodat je getalenteerd en vaardig overkomt (lees meer). In zulke statische mindsetcontexten is minder ruimte voor samenwerking en elkaar helpen en ligt de nadruk meer op vergelijking van mensen en concurrentie.
Groeimindset: ruimte voor agentic en communal goals?
De onderzoekers verwachtten dat docenten met een groeimindset bij studenten de indruk zouden wekken dat zij in en via de studie zowel zelfgeoriënteerde doelen als andergeoriënteerde doelen zouden kunnen realiseren. Ze verwachtten verder dat docenten met een statische mindset bij studenten de indruk zouden wekken dat ze in de studie alleen zelfgeoriënteerde doelen en niet andergeoriënteerde doelen zou kunnen gaan realiseren.
Resultaten bevestigen verwachtingen
In 8 studies vonden de onderzoekers bevestiging voor deze verwachtingen. De mindset van docenten bleek inderdaad te voorspellen wat studenten dachten dat de studie hen zou kunnen bieden. In de eerste studie vonden ze dit resultaat in een veldstudie op een universiteit. Vervolgens deden zij enkele experimentele studies waarin ze aantoonden dat de mindset van docenten beïnvloedde hoe studenten dachten over wat de studie hen te bieden had (wat betreft communal goals) en dat dit vervolgens hun interesse in de studie beïnvloedde.
Verder deden ze enkele studies waarin ze de relaties tussen deze variabelen terugvonden door herinnerde onderwijservaringen te analyseren. Ten slotte lieten ze in twee onderzoeken zien hoe onderwijsmethoden gebaseerd op een groeimindset de interesse in het vak vergrootten door meer mogelijkheden te bieden voor communal goals.
Discussie
Het lijkt me voor onze samenleving nuttig dat meer studenten interesse krijgen voor het volgen van exacte studies. Een sleutel om dit te bereiken is om hen te laten zien dat het volgen van exacte studies heel goed gepaard kan gaan met het werken met en voor andere mensen. Dat veel jonge mensen communal goals belangrijk vinden, hoeft ons niet te verbazen omdat ieder mens een behoefte aan verbondenheid heeft (lees meer).
Deze communal goals kunnen ze niet alleen realiseren door talen of sociale studies te kiezen maar ook door een exacte studie te kiezen. Maar om dit te kunnen inzien is het wel nodig dat docenten die zelf inzien en uitstralen. Door het ontwikkelen van een groeimindsetcultuur in onderwijsinstellingen wordt het gemakkelijker voor studenten om te kunnen zien dat een exact vak ook allerlei kansen kan bieden om sociaal bezig te zijn.
Professors Who Signal a Fixed Mindset About Ability Undermine Women’s Performance in STEM
https://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.1177/19485506211030398
Link naar artikel
► Dit onderzoek (Harackiewicz et al., 2023) richt zich op het bevorderen van motivatie, prestaties en gelijkheid in STEM-vakken (wetenschap, technologie, techniek en wiskunde) voor universiteitsstudenten, met name voor degenen die als eerste in hun familie naar de universiteit gaan en studenten uit ondervertegenwoordigde groepen. De onderzoekers ontwikkelden een opdracht waarin studenten moesten nadenken over de positieve maatschappelijke waarde van de lesstof in inleidende biologie- en scheikundecursussen. In verschillende studies testten de onderzoekers deze opdracht met studenten die inleidende biologie- en scheikundecursussen volgden. Uit de resultaten bleek dat de opdracht vooral effectief was in het vergroten van de motivatie en prestaties van studenten die als eerste in hun familie naar de universiteit gaan. De opdracht werkte doordat het de interesse in scheikunde bevorderde. De bevindingen suggereren dat het benadrukken van de positieve maatschappelijke relevantie van STEM-vakken kan helpen om de motivatie en prestaties van studenten te verhogen, vooral voor diegenen die als eerste in hun familie naar de universiteit gaan.