De optimismevraag schept optimisme als je het het hardst nodig hebt

door | mrt 6, 2018 | Progressiegericht werken | 5 reacties

De optimismevraag schept optimisme als je het het hardst nodig hebt

Wat is de optimismevraag? Met het woord optimisme werd vroeger iets anders bedoeld dan wat er tegenwoordig meestal mee wordt bedoeld. Oorspronkelijk betekende optimisme dat je geloofde in de best mogelijke wereld te leven. Tegenwoordig betekent optimisme iets als het geloof dat een betere toekomst mogelijk is. Optimisme is ook belangrijk in progressiegericht werken. Als we het binnen progressiegericht werken over optimisme hebben, dan bedoelen we hier niet een vaag soort positivisme of een miskenning van problemen mee en ook niet een geloof dat de toekomst vanzelf beter zal worden. Ons uitgangspunt is dat progressie mogelijk is maar niet vanzelf gaat en dus inspanning vergt (lees meer hierover in dit artikel). Optimisme kun je zien als een voorwaarde voor het aan de slag gaan om je situatie te verbeteren. Als je immers niet gelooft dat een betere toekomst mogelijk is, waarom zou je je best dan doen om deze te bereiken? Maar wanneer we geconfronteerd worden met heftige tegenslag is het vaak moeilijk om optimistisch te zijn.

 

De afwezigheid van optimisme als je het het hardste nodig hebt

Situaties die het meest vragen om optimisme maken het soms het moeilijkst om optimistisch te zijn. Juist in die situaties waarin alles tegen lijkt te zitten, blijkt het voor mensen vaak moeilijk om optimistisch te zijn. Ze zien vooral de problemen, spanningen, dreigingen en tegenslagen en niet zozeer de aanwijzingen dat het beter kan worden. Maar juist dit soort situaties vraagt om optimisme. Want optimisme is, zoals hierboven uitgelegd, nodig om met energie en overtuiging aan de slag te gaan om verbetering te bereiken. De vraag is dus: hoe roep je optimisme op in situaties waarin het het belangrijkst maar tevens het moeilijkst is om te vinden?

Voorbeeldformuleringen van de optimismevraag

Een antwoord is: door het stellen van de optimismevraag. De optimismevraag is een vraag die optimisme kan versterken. Hij kan op verschillende manieren gesteld worden:

  1. Wat stemt je optimistisch?
  2. Welke aanwijzingen heb je dat je situatie beter kan worden?
  3. Welke redenen heb je om te geloven dat progressie mogelijk is?
  4. Welke signalen heb je dat je het je kan gaan lukken om X  voor elkaar te krijgen?
  5. Welke kleine gebeurtenissen zie je al waaruit jij kunt afleiden dat X kan gaan lukken?

Opbrengst: optimisme

Het stellen van de optimismevraag is als het uitnodigen om een optimismebril op te zetten. Vaak helpt dit om drie dingen beter te gaan zien. Ten eerste: als mensen nadenken over de optimismevraag gaan ze vaak zien dat er al enige progressie is bereikt. Vanwege de negativiteitsbias zien we al bereikte progressie vaak over het hoofd. Maar die bereikte progressie is er vrijwel altijd al in enige mate en we kunnen hem via de optimismevraag vaak beter gaan zien. Ten tweede: als mensen nadenken over de optimismevraag zien we vaak beter dat ze al inzet aan het plegen zijn om de situatie te verbeteren. Ook dit versterkt hun optimisme. Ten derde: de optimismevraag helpt hen vaak om te zien dat ze er niet alleen voor staan maar steun aan elkaar hebben en samen met andere mensen werken aan het bereiken van progressie.

Het stellen van de vraag vergt durf

Het stellen van de optimismevraag is soms wat eng. Zeker als er veel problemen zijn en veel negativiteit en pessimisme heerst kan men weleens verbaasd of zelfs geïrriteerd reageren op de vraag (“hoe kun je denken aan optimisme terwijl de problemen zo groot zijn?). Maar dit is geen reden om af te zien van het stellen van de vraag. Het stellen van de vraag vergt hooguit enige durf en het inzicht dat juist deze vraag toegevoegde waarde kan hebben in deze moeilijke omstandigheden. Mocht je het als progressiegerichte professional echt wat eng vinden om de vraag te stellen dan kun je je formulering ‘klein’ maken, bijvoorbeeld: “Welke kleine aanwijzingen zie je misschien al dat je situatie wat beter kan worden?”

Conclusie

De optimismevraag is niet zo bekend bij coaches maar het is een krachtige vraag die meer populariteit verdient. Het beantwoorden van de vraag versterkt namelijk het optimisme van onze cliënten. En dit is vaak wat ze echt nodig hebben om zich te gaan inzetten om hun situatie te verbeteren.

Als je de optimismevraag eens uit wilt proberen, zou je me dan willen laten weten hoe het ging?

Wat vind je van dit artikel?
  • Interessant (9)
  • Bruikbaar (7)

5 Reacties

  1. Sebastiaan Klooster

    Dag Coert,

    Waar ik even benieuwd naar ben: hoe kijken jullie aan tegen de flowchart uit het Brugse model, waarin je aan de hand van het soort werkrelatie kan bepalen welk type vragen je stelt? Ik zie hem nergens terugkomen in jouw stukken/boeken. Is daar een goede reden voor? Ik stel deze vraag ook n.a.v. bovenstaand stukje (als in: wanneer is het wel of niet gepast een dergelijke vraag te stellen).

    Hartelijke groet,

    Sebastiaan

    Antwoord
    • Coert Visser

      Beste Sebastiaan, Ik heb niet scherp voor ogen wat dat ook weer was maar herinner me dat ik er niet zo’n fan van was. Ik meen me te herinneren dat het in feite neer kwam op het maken van het onderscheid tussen een bezoekerstypische interactie, een klachttypische interactie en een klanttypische interactie. Deze begrippen komen ook voor in verschillende van onze boeken en zijn ontleend aan het werk van vooral Berg en de Shazer.

      Antwoord
  2. Sebastiaan Klooster

    Dag Coert,

    De flowchart komt inderdaad overeen met die drie type relaties, maar hij is wat meer uitgebreid uitgewerkt. Ik vind het erg autonomie- ondersteunend om volgens dit model te werken, omdat het handvatten geeft welke stappen je kan zetten (enkel erkenning geven > samen hulpvragen formuleren > cliënt laten doen wat werkt > vragen wanneer contact kan stoppen).

    Hiermee voorkom je dat je ‘te snel gaat’ voor de ander. Als je zin en tijd hebt, ben ik heel nieuwsgierig om van je te horen hoe jij hier tegen aan kijkt, of waarom je hier niet zo’n fan van bent. Ik deel namelijk volledig jouw visie op oplossingsgericht werken en de meerwaarde van progressiegericht werken.

    https://www.google.nl/search?q=louis+cauffman+flowchart&rlz=1C1NCHA_enNL564NL564&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=0ahUKEwjx-PPe89_ZAhVII8AKHTP6AZMQ_AUICigB&biw=1366&bih=637#imgrc=dyc5_x4pKjR7xM:

    Antwoord
    • Coert Visser

      Normaal gesproken ben ik niet zo geneigd om commentaar te geven op allerlei dingen die me wat minder aanspreken. Dan kun je wel bezig blijven. Maar omdat je het nadrukkelijk vraagt, wil ik er hier kort iets over zeggen en het daar, op deze plek, ook bij laten. Ik heb het plaatje net even bekeken en er spreken met meerdere dingen niet zo in aan: 1) het concept ‘beperking’ spreekt me niet aan; wij hebben dat concept niet nodig, 2) de persoonsgerichte labels (zoals ‘zoeker’) die een statische mindset kunnen oproepen, 3) het woord ‘relatie’ in plaats van ‘interactie (dit laatste woord doet veel meer recht aan het dynamische karakter). Dit is even een snelle samenvatting van wat me er niet in aanspreekt. Wat mij betreft is de manier van beschrijven zoals De Jong en Berg die beschreven zinvoller. Wij hebben in progressiegericht werken veel interventies die helpen bij interacties waarbij sprake is van onvrijwilligheid, tegenzin of weerstand. Zie bijvoorbeeld hier en hier.

      Antwoord
  3. Sebastiaan

    Dag Coert,

    Dat begrijp ik heel goed. Zeker niet mijn bedoeling om m’n eigen thema’s aan je op te dringen. Waardeer je uitgebreide reactie en neem het zeker mee!

    Antwoord

Trackbacks/Pingbacks

  1. 25 Progressiegerichte technieken - […] 18. De optimismevraag Bedoeld om het optimisme dat er is te benoemen en versterken. Voorbeelden: “Wat stemt jou optimistisch?”…

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

 

Voeg je bij 527 andere abonnees
 

► UPDATES & REACTIES

  1. Coert Visser
  2. Coert Visser
  3. Eigenlijk past Trump precies dezelfde tactieken toe als Hitler. Van die laatste weten we tot wat dat geleid heeft. (en…

  4. Coert Visser

    Open link ► Dit artikel van Landry et al. (2024) laat zien dat vegetarische en veganistische eetpatronen kunnen helpen om…

  5. Coert Visser
  6. Coert Visser
  7. Coert Visser
  8. Coert Visser
  9. Coert Visser
  10. Coert Visser